Rauch komt weer terug met een pneumatische kunstmeststrooier. De Aero 32.1 is eigenlijk een compleet nieuwe configuratie. De Duitse fabrikant was van het principe afgestapt, maar heeft zich door de meerwaarde laten overtuigen.
Vanuit de bollenwereld is de vraag naar pneumatisch strooien nog erg sterk. Bovendien past de techniek bij een toenemende vraag uit de hele landbouw naar precieze dosering.
Beperkte werkbreedte en capaciteit
Beperkte werkbreedte en capaciteit waren voor Rauch de belangrijkste motivaties om ruim tien jaar geleden de pneumaat van de markt te halen. “Omdat er andere technieken waren, die breder strooien. Met schijven heb je meer ook meer capaciteit en de variatiecoëfficiënt van de schijvenstrooier werd toen die tijd steeds beter”, verklaart Johan Goudsblom van landbouwmechanisatiebedrijf J. van der Sluis met vier vestigingen in Noord Holland.
Van der Sluis had de eer om het studiemodel van de Rauch Aero 32.1 op de Mechanisatie Tentoonstelling Bollenstreek in Vijfhuizen te introduceren. “Bedrijven in de bollen willen veel toegevoegde waarde aan het product meegeven. Denk aan bodem- en bladscans. De toegevoegde waarde op het gebied van bemesting krijg je met deze machine. Daarnaast wordt het gebruik van kunstmest steeds meer aan banden gelegd en is het van groot belang dat elke korrel op de juiste plaats wel tot zijn recht komt.”
Pneumatisch kunstmeststrooien
Volgens Goudsblom is pneumatisch kunstmeststrooien sinds jaar en dag populair in de bollenwereld. “Vooral op zand gaat het om kleine giften, meerdere keren per teelt. De zandregio langs de kust is windgevoelig, dus ben je als loonwerker en kweker zeer afhankelijk van weersomstandigheden en het soort kunstmest. Daarom wordt er veel pneumatisch gestrooid. Je hebt dan minder mest per pijp omdat de totale gift verdeeld wordt over 24 uitlopen en veel minder windgevoelig. Je kunt goed gedoseerd per meter exact, strak op de kopakker beginnen en eindigen. De voordelen voor een pneumaat komen het beste tot hun recht op kleine percelen.”
Goudsblom mocht binnen een werkgroep meedenken over nieuwe Rauch. “Waarom we daar weer naar toe willen? Omdat je per vierkante meter nauwkeurig korrels op taakkaartniveau wilt strooien. Dat is vooral voor bollen en groenten van meerwaarde. Je wilt per uitstroomopening kunnen bepalen of je meer of minder strooit.” Daarnaast ziet hij alleen maar verbeteringen in de nieuwe uitvoering. “Alles is wat ruimer ontworpen, waardoor het onderhoud eenvoudiger is.”
Per strooimondje op taakkaartniveau kan de mesttoediening worden aangepast
Ontwikkeling Aero 32.1
De ontwikkeling van Aero 32.1 betekent de herintroductie van de pneumaat bij Rauch. “Eigenlijk is het een compleet nieuwe machine. Alleen de ketsplaatjes zijn nog hetzelfde als van de voorgangers.” De blower op de aftakas zorgt voor de windstroom waarmee de mestkorrels vanuit de tank, met een inhoud van maximaal 3200 liter, worden verspreid. Een nokkenrad brengt de kunstmest in een venturi waar de kunstmest zich mengt in de luchtstroom en meegenomen wordt door de buizen. Aan het einde van de buis ketst af op de plaatjes. “Per meter uitstroom is dus mogelijk. Dat is super nauwkeurig. In de oude uitvoering van Rauch had je zestien uitlopen, vier-keer-vier gekoppeld. Nu 24 elektrisch aangedreven doseerunits, vier-keer-zes of zelfs alle 24 onafhankelijk. Per mondje meer of minder doseren is toch de toekomst.”
Nokkenrad brengt kunstmest in een venturi waar de kunstmest zich in de lucht mengt
Net als bij gewasbescherming is de boom voorzien van een balansinrichting. De boomhoogte kan door sensoren onafhankelijk van elkaar bewegen. De beschikbare modellen hebben een werkbreedte van 30, 27, 24, 21 of 18 meter. De Aero 32.1 is daarnaast optioneel te voorzien van bladgroensensoren, waardoor aan de hand van de kleur van het gewas de dosering kan worden aangepast.
Volgens Goudsblom is er al veel interesse voor de nieuwe Rauch, ook met het oog op loonwerk in akkerbouw. “We hebben veel pneumaten verkocht in het verleden. Het voelde daarom ook als een gemis, toen die er niet meer waren. Daarnaast hebben we nu een toepassing, die aan de modernste eisen voldoet. Je kunt nu per strooimondje en op taakkaartniveau werken.” Volgend jaar moet de Aero 32.1 productierijp zijn. Dit seizoen gaan er drie ‘test’-machines het veld in.
Tekst: Martin de Vries
Foto’s: Martin de Vries en Reesink Agri