In de eerste 7 maanden van 2020 is de Vlaamse uitvoer van agroproducten met 2 procent gedaald tegenover dezelfde periode in 2019. De invoer bleef nagenoeg constant. De agrohandel is daarmee voorlopig minder hard getroffen door de coronacrisis dan de totale Vlaamse handel. De totale uitvoer slonk van januari tot juli 2020 met 14 procent, de totale invoer met 17 procent. Op het laagste punt verloor de agrohandel ongeveer 15 procent van de in- en uitvoer in vergelijking met 2019, terwijl dat voor de totale Vlaamse handel ongeveer 30 procent was. Dat blijkt uit gegevens van de Nationale Bank van België.
De agrohandel houdt in het coronajaar 2020 vooralsnog goed stand, met een uitvoer van 22,5 miljard euro en een invoer van 19 miljard euro. Dat komt vooral door de goede cijfers in het eerste trimester van 2020. In die periode lag de uitvoer van agroproducten bijna 5 procent hoger dan in 2019. In april (-9%) en mei (-15%) slabakte de export. In juni was er een tijdelijk herstel, gevolgd door opnieuw een daling in juli. De invoer noteerde enkel in mei (-13%) een sterke terugval.
Vers vlees en zuivel sterkhouders
De uitvoer van tuinbouwproducten en agro-industriële producten kreeg de grootste klappen. Tuinbouw liet een daling van 9 procent tegenover 2019 optekenen. Onder meer door de achteruitgang bij vers en verwerkt fruit, noten en sierteeltproducten. Bij agro-industriële producten liep het verlies zelfs op tot 14 procent door de slechte resultaten bij landbouwmaterieel en meststoffen.
De veeteeltproducten deden het daarentegen opvallend goed met een lichte stijging van 1 procent. Vers vlees en zuivel bleven sterkhouders, al zakte ook daar de export in april en mei aanzienlijk. Bij de akkerbouwproducten is de balans gemengd. Tijdens de eerste drie maanden steeg de uitvoer in vergelijking met 2019, maar in april en mei daalde de uitvoer van aardappelen, banketbakkerswerk en cacaoproducten sterk.
Essentiële sector
Ook tijdens de lockdown draaide de agrovoedingsketen op volle toeren om de voedselbevoorrading te verzekeren. De boer boerde voort, voedingsbedrijven bleven als cruciale sector open en er kwamen Europese maatregelen om te verhinderen dat vrachtwagens met essentiële goederen aan de grenzen vaststonden (green lanes). Er doken wel hier en daar logistieke problemen en besmettingshaarden op. Voor bepaalde producten, zoals diepvriesfrieten en azalea’s, stortte de vraag in door de sluiting van de horeca en niet-essentiële winkels en de afgelasting van evenementen. De brexit deed zich nog niet voelen. Want in 2020 maakt het Verenigd Koninkrijk nog deel uit van de interne Europese markt.
Waarde van de boer herontdekt
“Tijdens de coronacrisis blijkt nogmaals hoe belangrijk onze agrovoedingsindustrie is”, zegt Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits (CD&V). “De productie en levering van voeding wordt verzekerd en de consument heeft de waarde van de boer en de winkel dichtbij herontdekt. Uit de cijfers van de eerste 7 maanden van het jaar blijkt dat de agrovoedingssector in moeilijke omstandigheden beter standhoudt dan andere sectoren. Het wordt afwachten hoe de volgende maanden evolueren om dan een jaarbalans te kunnen maken.”
Bron: VILT