VLM loopt vooruit op een definitieve goedkeuring van het wetgevend kader van het digitaal kunstmestregister. Dat zeggen sectororganisaties Fegra, Vegrom en BelFertil die de registerplicht bovendien zinloos noemen. Ook Boerenbondvoorzitter Sonja De Becker vindt dat de Vlaamse regering haar huiswerk opnieuw moet doen.
Producenten, verdelers, importeurs, exporteurs van kunstmest die zich al, conform de huidige wetgeving, hebben geregistreerd, ontvingen onlangs een mail van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) die stelt dat er nu al kan gestart worden met digitale registraties.
In de mail staat te lezen dat elke uitbater die minstens 10.000 kilogram N per jaar uit kunstmest produceert, verdeelt, importeert of exporteert en die levert aan verdelers of aan landbouwers, een digitaal verkoopregister moet bijhouden en doorsturen naar de Mestbank. “Iedereen die registerplichtig is, moet zijn leveringen registreren. Dat betekent naast de leveringen aan landbouwers, ook de leveringen aan particulieren, handelaars binnen en/of buiten Vlaanderen. Het verkoopregister moet uiterlijk de 2de dag na levering ingevuld worden op het Mestbankloket. Voor 2021 geldt een overgangsregeling : uiterlijk de 7de dag na levering moet het verkoopregister digitaal of op papier ingevuld zijn; uiterlijk de 30ste dag na levering moet het verkoopregister ook ingevuld zijn op het Mestbankloket.”
Nog niet definitief
Sectororganisaties Fegra, Vegrom en BelFertil wijzen er evenwel op dat het Besluit van de Vlaamse regering (BVR) nog niet goedgekeurd is. “Dit is pas het geval na publicatie in het Belgisch Staatsblad”, stelt Renaat Van Leuven, voorzitter van de sectie Synagra van Fegra.
Op 12 november 2020 gaf de Raad van State een negatief advies voor het digitaal kunstmestregister. “Dat bevestigde al een aantal bezwaren van de sector, zoals een mogelijke belemmering van het vrij verkeer van bemestingsproducten waarvoor een Europese wetgeving geldt die recent is aangepast en uitgebreid”, aldus Van Leuven.
Op dit moment doorloopt het BVR een TRIS-procedure, waarbij Europa zal nagaan of er inderdaad een belemmering is van de vrije handel in de EU. Elke lidstaat, bedrijf, organisatie, … kan op eenvoudige wijze en in de moedertaal bezwaren indienen via TRIS-Europe. Het TRIS-advies wordt verwacht na 22 februari 2021.
Bovendien moet ook de gegevensbeschermingsautoriteit nog een advies formuleren. Klachten kunnen ingediend worden via https://gegevensbeschermingsautoriteit.be/burger.
“Wij herhalen ons standpunt dat het huidige BVR omtrent de registerplicht een zinloze en overbodige extra administratieve last is en dus disproportioneel en niet efficiënt en vooral een bedreiging voor de positie van producenten, traders, havenbedrijven, verdelers, handelaars – deze laatste hoofdzakelijk Vlaamse KMO’s en familiale bedrijven”, zegt Van Leuven.
“Goedkeuring is niet zomaar een ‘formaliteit’”
Ook Sonja De Becker, voorzitter van Boerenbond, hekelt de manier van communiceren van VLM. “Als je de mail leest, krijg je de indruk dat je vandaag al verplicht bent digitaal te registreren”, schrijft ze in haar voorwoord in Boer & Tuinder. “Niets is minder waar, want het betrokken besluit is nog helemaal niet definitief door de Vlaamse regering goedgekeurd. Je kan, zoals vorig jaar, dus gewoon de gegevens in een eigen papieren of ander register bijhouden.”
“Men doet alsof de definitieve goedkeuring van het besluit slechts een formaliteit is, maar dat is het helemaal niet”, gaat ze verder. “Het register dat vorig jaar in ontwerpversie door de Vlaamse regering principieel werd goedgekeurd, is immers onwerkbaar in de praktijk en pure regelneverij. Wij willen zeker werken aan een verbetering van de waterkwaliteit en wij zijn absoluut tegen misbruik, maar wat nu voorligt, schiet zijn doel voorbij.”
Dat signaal wil ze ook duidelijk geven aan de Vlaamse regering. “Wij zijn niet tegen een kunstmestregister maar het moet wel eenvoudig en haalbaar zijn. Dus geen gedrocht dat enkel bedoeld is om boeren en tuinders op te zadelen met nog maar eens administratieve rompslomp zonder meerwaarde voor de waterkwaliteit.”
Bron: VILT