In de afgelopen week is er op diverse percelen wintertarwe met de sleepslangbemester organische mest toegediend. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten. Het verhogen van het organische stof gehalte in de bodem enerzijds en het besparen op de minerale kunstmest N-gift anderzijds. De bewerking heeft geen nadelige invloed op de eindopbrengst.
Bodemverbetering
Jacco van Liere gebruikt al vele jaren organische mest in de tarweteelt. “Tarwe is echt een bouwplangewas. Onmisbaar in de vruchtwisseling en het geeft een goede bodemstructuur als voorvrucht. Met het toedienen van organische mest voegen we daarbij dan ook nog extra organische stof toe aan de bodem”.
Geld toe
“De eerste bemesting voer ik uit met 100 kg zuivere stikstof en de tweede en laatste bemesting
bestaat uit het opbrengen van 36 kuub/ha digistaat. Deze drijfmest uit de vergister bevat 5,5 kg
stikstof per kuub. De vergister heeft de organisch gebonden stikstof al omgezet naar direct
werkzame (gemineraliseerde) stikstof. Het gewas doet het er prima op. Bovendien krijg je er gratis
nog kali en fosfaat bij. Misschien dat je een pakweg 500 kg/ha opbrengst laat liggen dan wanneer
je reguliere kunstmest gebruikt, maar voor deze meststof krijg ik geld toe’’, zo legt Van Liere uit. Die
ook organische mest toedient op het aardappelbouwland in de vorm van rundveedrijfmest of droge
kippenmest. De mest betrekt hij van Jan Bakker. Na aftrek van de kosten voor het sleepslangen
resteert een positief saldo.
Zodedoorsnijding stimuleert uitstoeling
De sleepslangbemesting wordt bij Van Liere door loonbedrijf Breure uitgevoerd met een Schouten Spider sleepslangbemester combinatie met een werkbreedte van twaalf meter en met 60 schijven op 20 centimeter afstand. Hoewel de bemester relatief licht is uitgevoerd voor deze werkbreedte (3t) is het operationele gewicht van de bemester en de trekker (Fendt 720,8 ton) en de slanghapsel (1,5t) samen naar schatting zo’n 13 ton. Op een bandendruk van 1,0 bar levert het bemesten wel enige insporing op.
Uit Belgisch onderzoek blijkt (België, Pibo Campus 2019) dat de tarwe zich goed herstelt van de sleepslangbewerking en dat er geen opbrengstverschillen optreden, mits de bewerking tijdens de uitstoel groeifase tot aan de halmstrekking wordt uitgevoerd. Sterker nog: het ‘plagen’ van de zode en tarwerijtjes heeft een tegenreactie tot gevolg waardoor de tarwe extra uitstoelt.
Op een perceel van Leo Overbeeke rijdt loonbedrijf Van Spijker 40 kuub ‘kalvergier’ per hectare uit met behulp van een Tjalma sleepslangbemester die is voorzien van een tweedelige Swing-over arm en sectieafsluiting, waarmee het nauwkeurig werken en maneuvreren is. De bemester bewerkt een strook van 12 meter met 60 schijven op 18,75 cm afstand.
De combinatie rijdt op 0,8 bar en hoog volume banden 900/60R38 (achter) en 750/55R30 (voor) om de bodem zoveel mogelijk te ontlasten zo verklaart Richard Haak. Het operationele gewicht van deze combinatie zal naar schatting 11,5 ton zijn vanwege de iets lichtere trekker (6155R) en slanghaspel (1,2t).
De drijfmest wordt snel opgenomen in de tarwezode. Onderzoek wijst uit dat de tarwerijtjes zich goed herstellen van het insnijden van de schijven én het insporen, mits toediening tijdens het uitstoelen tot aan (vlak voor) stengelstrekking wordt uitgevoerd. Sterker nog; de ‘grondbewerking’ stimuleert de wintertarwe tot extra uitstoeling. Wanneer sleepslangbemesting op de juiste wijze (lage bandendruk tot 1,0 bar) en tijdstip wordt toegepast is er in de praktijk veelal geen (waarneembaar) nadelig effect op de eindopbrengst.
Tekst en foto’s: Jan Geert Vedelaar