CNH Industrial uit Zedelgem heeft de wind in de zeilen. De producent van landbouwmachines noteert de hoogste productievolumes in tien jaar. Door de goede graanprijzen gaan de combines als warme broodjes over de toonbank. Daarnaast nam het een nieuwe balenpers in productie en werd ook de vervaardiging van de New Holland CR vanuit Amerika overgeheveld naar Zedelgem.
“Door de stijgende vraag en de hogere productievolumes het hele jaar door, krijgen 85 tijdelijke medewerkers een vast contract. Bovendien wachten nog minstens 200 vacatures op enthousiaste kandidaten”, laat CNH Industrial Belgium weten in een persbericht.
CNH Industrial Belgium maakt onderdeel uit van het gelijknamige internationale concern met Italiaans-Amerikaanse roots en heeft in België twee productielocaties. In Zedelgem werken 2.600 mensen aan de productie van maaidorsers, balenpersen en hakselaars van het merk New Holland. En in Antwerpen maken een kleine 1.000 mensen tractoronderdelen, hoofdzakelijk achterassen en aandrijfsystemen. De eindproducten worden over de hele wereld geëxporteerd.
Hoge graanprijzen
Reden van de honger naar nieuwe werknemers zijn hoge graanprijzen waardoor landbouwers en loonwerkers sneller beslissen om nieuwe dorsmachines te kopen. “Wij merken hierdoor de laatste maanden dat de vraag stijgt en op basis van onze forecasts denken we dat deze ontwikkeling zich nog wel voortzet”, aldus CHN-communicatie- en marketingverantwoordelijke Evelyne Vandevyvere die spreekt van de hoogste productievolumes in tien jaar.
Zij wijst ter verklaring ook op een aantal nieuwe producten van CNH Industrial. Zo is in Zedelgem recentelijk de high density balenpers in productie genomen, waarmee de CNH zich op een nichemarkt richt. De machine drukt het stro harder aan, waardoor er zwaardere balen ontstaan. “Sommige loonwerkers hebben daar interesse in.”
Daarnaast is de productie van New Holland CR vorig jaar vanuit de VS naar Zedelgem verhuisd; waardoor de fabriek nog de enige ter wereld is die de New Holland-rotormaaidorsers produceert. “Voordien is deze machine door ons gemaakt en door een fabriek in Amerika, maar er is besloten om de volledige productie naar België over te hevelen”, vertelt Vandevyvere.
Spreiding werk door meerdere zomers
De productieverhuizing van de combine heeft niet alleen grotere productievolumes tot gevolg, tevens kan het werk beter verdeeld worden. “Wij hebben veelal te maken met pieken, waarbij we kort voor het oogstseizoen de grootste vraag kennen. Doordat we de CR nu ook aan de Verenigde Staten en bijvoorbeeld Australië leveren en niet meer alleen aan Europese landen, is deze zomerpiek nu over het jaar verspreid en is het werk ook constanter verdeeld”, legt de woordvoerder uit.
Ondanks corona ervaart CNH dus een uitstekende vraag vanuit de markt. “Ook over België mogen we niet klagen, alhoewel maar een zeer klein gedeelte van onze productie hier blijft, slechts twee procent”, vervolgt Vandevyvere. Dit betekent dat 98 procent van de Belgische machines op export gaan over de hele wereld. Belangrijke exportmarken in Europa zijn: Frankrijk, Duitsland, Oekraïne, Scandinavische landen en het VK.
Gebrek aan staal ook gevoeld bij CNH
De keerzijde van de internationale medaille is dat CNH voor zijn supply chain ook behoorlijk afhankelijk is van andere werelddelen. Dit nadeel kwam vorig jaar aan het licht toen het bedrijf korte tijd de productie moest stilleggen, omdat bepaalde onderdelen niet geleverd konden worden. Ook nu loopt de levering van sommige onderdelen stroef en ervaart het bedrijf de nodige problemen met de aanlevering van staal. Zoals in alle sectoren, is het tekort aan grondstoffen ook bij CNH gevoeld.
Bron: Vilt