Algemeen directeur Jan van Hoogen van aardappelcoöperatie Agrico denkt met traditionele veredeling rassen te kunnen ontwikkelen die superefficiënt zijn in productie met weinig input. Toch hoopt hij een antwoord te vinden op de vraag wat zo’n ‘robuust ras’ uiteindelijk tot een succes maakt. Hij stelt dat Agrico duidelijk het pad van bijvoorbeeld ‘marktintelligence’ voor traditionele veredeling kiest en niet investeert in technieken, die op dit moment nog niet zijn toegestaan.
Wat maakt een ras succesvol? Het is een vraag waar moeilijk een antwoord op is te geven, stelt Jan Van Hoogen van Agrico. Twee medewerkers van de aardappelcoöperatie zijn sinds twee jaar bezig om die marktintelligentie te ontwikkelen. Een project waar fulltime gekeken gezocht wordt naar het antwoord op vragen als ‘Hoe kan het dat Spunta toonaangevend is?’ en ‘Waarom geloofde niemand in het succes van Fontane, maar is het wel een succes geworden?’. “Ook een ras als Agata wilden we aanvankelijk weggooien. Het is dat een agent er in geloofde en om een ultieme poging vroeg. Hij pootte het ras hoog in de rug en de rest is geschiedenis. Dat maakt het veredelingswerk wel ingewikkeld. We willen grip krijgen op die toevalligheden. Hoe ontwikkelen we de marktintelligentie om te bepalen waarom ras A wel een succes wordt en ras B niet?”
Marktintelligence
Marktintelligence is een pad waar Van Hoogen veel heil in ziet. De antwoorden moeten helpen bij de vraagstukken waar met veredeling een antwoord op gegeven moet worden. Naast de zoektocht naar eigenschappen waar met kweekwerk sowieso een oplossing voor wordt gezocht. “Ziekten en plagen hebben een grote invloed op de stabiliteit van de opbrengst van de aardappel.
Resistente aardappelrassen
Het kweken van resistente aardappelrassen, bijvoorbeeld tegen phytophthora is een belangrijk doel van de veredeling. Onze innovatieve Next Generation rassen, met een natuurlijke resistentie tegen phytophthora, zijn hier onder andere het resultaat van. Mijn droom is dat we de genen voor resistenties gaan stapelen en daarmee een aardappel hebben dat goed in het managementsysteem van de teler past. Het zorgt er voor dat je minder hoeft te spuiten.” Tijdens de rassenshow in kweekbedrijf Agrico Research in Bant, die de titel ‘Meet en greet’ kreeg, schoof algemeen directeur Van Hoogen zijn mening niet onder stoelen of banken. “Juristen in Europa staan klaar om ontwikkelingen als CRISPR-Cas te remmen. Dat is een moeras waar wij ons niet in wagen. Natuurlijk kan dit een achterstand opleveren, maar we willen niet een doodlopende weg inslaan. Agrico is een coöperatie. Het geld van onze telers kun je maar één keer uitgeven. Daar moet je zuinig op zijn.” Diploïde rassen vallen wat hem betreft niet onder dat moeras. “Dat is iets wat we hebben, wat we ook al dertig jaar doen en wat de potentie is.”
Phytophthora-jaar
Het afgelopen seizoen was nat en daarmee een stevig phytophthora-jaar waar verschillende rassen van Agrico door de mand gevallen. “Het doet wel pijn als twintig jaar veredelingswerk zo als verloren kan worden beschouwd. We willen echter wel eerlijk zijn richting de telers. We gaan de stammen onderzoeken en dan volgens seizoen aanpassen.” Rassen die het wel goed deden zijn Jolene en Fenna. Beide zijn aan de rassenlijst toegevoegd. “Twee lijkt misschien jaren, maar we het een aantal jaren veel nieuwe rassen gehad. Het niveau is ontzettend hoog en het is lastig om bestaande rassen te verslaan.”
Beide nieuwkomers komen van het eigen kweekbedrijf. “Jolene heeft lang-ovale knollen en een heldere gladde schil. Het is voor de Europese retail een mooie aardappel, die zich goed presenteert. Het ras is makkelijk in teelt en heeft de nodige virusresistenties. Fenna is een vastkokende consumptieaardappel die met name ontwikkeld is om naast biologisch ook conventioneel geteeld te worden met minder gebruik van middelen. Van Dita hebben we afscheid moeten nemen vanwege de gevoeligheid voor phytophthora. Dit jaar was de druk bijzonder hoog. Het resistentiegen van Fenna bleek dit jaar een van de sterkste te zijn en er werd dan ook nauwelijks phytophthora-aantasting gevonden.” Voor Jolene ligt er voor het komende seizoen zeven hectare in de planning, voor Fenna vijf.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries