Er zijn steeds meer machinefabrikanten die machines op de markt brengen voor de mechanische onkruidbestrijding. Grote spelers maar ook kleinere en vaak nog minder bekende firma’s. Agrivaux is een Belgisch bedrijf met hoofdzetel in het Waalse Kasteelbrakel dat in 2020 startte met de ontwikkeling van zijn precisieschoffel-machine met de naam Métis. Langzaam maar zeker probeert Agrivaux het verkoopgebied uit te breiden naar Vlaanderen, Nederland en de rest van Europa.
Agrivaux is zo’n twintig jaar geleden opgericht door Pol Braine die vandaag nog steeds zaakvoerder is. Het bedrijf specialiseert zich vooral in precisielandbouw en reserveonderdelen. Het gaat dan om de verdeling van software, gps-toepassingen, wisselstukken voor alle merken en componenten die nodig zijn voor precisielandbouw.
Daarnaast zijn er een aantal eigen ontwikkelingen op de markt gebracht. Zo is er in heel wat gemeenten gewerkt met GreenWet. Een oplossing om bloemperken geluidloos te beregenen met behulp van een pomp die van stroom voorzien wordt door zonnepanelen. Voor landbouw en loonwerk werd er eerder al een sideshift ontwikkeld. De Franse term ‘translateur’ oftewel ‘vertaler’ geeft heel goed het doel weer: het is een apparaat dat tussen de tractor en de machine staat en dat de machine geleidt om exact te kunnen zaaien of schoffelen. Deze sideshift vormt dan weer een essentieel onderdeel van de later ontwikkelde schoffelmachines voor tuin- en landbouw.
Métis-precisieschoffelmachine
De ontwikkeling van de Métis startte in 2020. Pol Braine vertelt dat hij op Agribex 2019 de vraag kreeg van een ingenieursstudent om stage te mogen doen. “Na zijn stage heb ik hem onmiddellijk aangeworven, op basis van zijn ambitie en kwaliteiten. Hij zette onze ideeën om in iets werkbaars door gebruik te maken van computersoftware. We maakten twee prototypes in 2021. Deze zijn vervolgens aangepast om te komen tot de nieuwe machine die vandaag beschikbaar is voor de markt.” Tijdens de Werktuigendagen in 2021 zijn deze verbeterde machines getoond tijdens de demonstratiesessies mechanische onkruidbestrijding. De machine meet twee tot zes meter, bevat twee tot veertig elementen en kan werken met een afstand tussen de rijen van vijftien tot negentig centimeter.
Shideshift als vertrekpunt voor unieke machine
Pol Braine is 67 en door sommigen werd hij gek verklaard om nog te beginnen met een nieuwe machine. Hij heeft echter het enthousiasme van een twintiger en koppelt dat aan een ruime ervaring binnen de landbouwsector. Was zelf landbouwer, gaf jarenlang les en als dealer verkocht hij de eerste Holmer- en Ropa-bietenrooiers in België en Frankrijk. Hij kent zijn schoffelmachine door en door en licht de belangrijkste eigenschappen toe.
“Ik verkocht voorheen een ander merk en hoorde veel opmerkingen over slijtage aan de sideshift. Wij hebben er één die geen onderhoud vraagt, onder meer omdat er geen lagers gebruikt zijn, enkel twee cilinders. De SideSonic SS500 is eenvoudig en robuust en heeft een uitschuifbereik van vijftig centimeter. Daarnaast zijn er twee stabilisatieschijven om de schoffelmachine onafhankelijk te maken van elke zijwaartse beweging van de tractor zonder de schoffelelementen te belasten.”
Optioneel zijn diepteregelende schijven verkrijgbaar. “De sideshift is heel compact waardoor de afstand tussen het bevestigingspunt aan de tractor en de voorste centrale tand heel klein is. Hierdoor kan je met de tand veel dieper werken en dus meer lucht geven aan je gewas, bijvoorbeeld in de teelt van bonen. De tanden die erna komen, dekken de grond mooi terug dicht. Die centrale tand die vooraan staat, maakt de Métis uniek.”
Dansen vermijden
Alle schoffelelementen zijn aan een centrale balk gemonteerd. Deze bestaat uit een centraal gedeelte en twee armen van dezelfde lengte. Dit maakt het mogelijk om de machine mooi op te klappen in V-vorm waardoor de machine nog 2,70 meter breed is op de weg. Het dichtvouwen is aangestuurd vanuit de cabine via CanBus. Als alle elementen zijn voorzien van een cilinder en met een elektro-hydraulische bediening is het mogelijk om bij het heffen de dieptewielen op de grond te houden. Hierdoor blijft het kader altijd perfect evenwijdig met de grond, blijft de camera werken en is er speling als er bijvoorbeeld ophopingen van onkruid zouden zijn.
In de parallellogrammen zijn er geen veren gebruikt maar cilinders. Omdat deze hydraulisch verbonden zijn, circuleert de olie er vrij tussen en dit leidt ertoe dat het gewicht van de machine op ieder moment gelijkmatig verdeeld is over alle elementen. Op ieder element zit dus ongeveer een gewicht van tweehonderd kilogram; waardoor het dansen van de machine vermeden is en alle schoffelelementen goed de grond binnendringen.
Camera, voelers, ultrasoon of handmatig
De Métis werkt met camerasturing. “Wij maken, net als een aantal andere merken, gebruik van THT-camera’s. Deze staan 1,40 meter boven de grond en kijken 1,50 meter naar voren. Ze detecteren drie rijen in de bieten en zes of zeven in het graan. Moeilijkere gewassen zijn mais of uien. Maisplanten bewegen als ze iets groter zijn en dat is moeilijk voor een camera. Dan zijn er als alternatief ‘voelers’ mogelijk. Die vinden moeilijker hun weg als er planten ontbreken in de rij. Daarom is altijd in eerste instantie gebruikt gemaakt van camerabeelden en pas in tweede instantie van de voelers. Ook ultrasone sensoren kunnen gebruikt zijn, bijvoorbeeld in de bio-aardappelen. En standaard is er ook nog altijd een joystick meegeleverd om de machine handmatig te sturen.
Productie in Sombreffe
Naast ingenieur Kevin Sousa zijn er nog twee vaste medewerkers in dienst. Germain Moniquet is de zoon van een landbouwer en heeft een opleiding in elektronica en agronomie gevolgd, wat hem in staat stelt moderne landbouwtechnologieën te ontwikkelen en te verbeteren. Alex Maigney is iemand die kennis heeft van de teelt en van constructie. Daardoor is Agrivaux ook in staat advies te geven bij klanten. Niet alleen over machines maar ook over de teelt zelf. Door deze mix van medewerkers met verschillende achtergronden, zijn ze bij Agrivaux goed in staat om zelf de machines te testen.
Braine: “Germain, Alex en ik hebben ervaring in de landbouw. Kevin heeft dat dan weer niet. Hij zegt dan soms dat wij agronomisch gelijk hebben maar technisch niet omdat het niet haalbaar of betaalbaar is. Kevin maakt de plannen en als ze klaar zijn, bespreken we die. Het grote voordeel dat wij hadden, is dat we konden beginnen van een wit blad, waar veel concurrenten voortwerken op eerdere machines. Wij kunnen dus veel meer inspelen op de vragen van de klant. We besteden veel aandacht aan details die slijtage tegengaan: vernikkelen van onderdelen, gebruik van cilinders in plaats van veren, geen lagers, geen draden in onderdelen die misschien ooit vervangen moeten worden.
In Nederland is het ijzer gesneden door een gespecialiseerde firma en vervolgens komt het terug naar ons om te lassen, schilderen en monteren. Hiervoor werken we samen met CMG in Sombreffe, dat alle benodigde machines in zijn fabriek heeft staan. Het voordeel van de samenwerking is dat wij zelf geen dure machines moeten aankopen en dat er heel goed personeel is. CMG heeft dus werk dankzij Agrivaux en wij hebben professioneel afgewerkte machines dankzij hen. Je moet de synergiën zoeken waar ze zitten.”
Verder kijken dan Wallonië
De schoffelmachine die tussen plastic werkt, loopt reeds bij klanten in Vlaanderen maar de Métis nog niet. “De taalbarrière speelt ons daarbij zeker parten. Bovendien zijn we pas echt begonnen met publiciteit maken op de Werktuigendagen en vooral Interpom 2021. Dat resulteerde in een aantal contacten waarvan ik hoop dat ze tot een verkoop leiden. Voor de twee machines samen hebben we een productie voorzien van 25 machines in 2022. Ze gaan ook naar Frankrijk en Spanje. Ik zie voldoende potentieel om ieder jaar te groeien en hoop binnen drie jaar alle ontwikkelingskosten terug te verdienen.”
In Wallonië zijn er wel al gebruikers van de Métis. Fernand Galloy kent Paul Braine al meer dan veertig jaar. Galloy: “Ik wilde een machine naar mijn idee. Daardoor hebben we samen veel aangepast. Het voorstel van de voorste centrale tand kwam bijvoorbeeld van mij. Nu kan ik zeggen dat ik erg tevreden ben. Ik deed er al zo’n driehonderd hectare mee. Eigenlijk bepaalt de sideshift alles en het blijft belangrijk om te werken op de juiste snelheid. Als je te snel rijdt, gaat hij soms toch op zoek naar de gewasrij en ga je de rij ook afdekken met aarde. Daarnaast is ook de bodemtoestand belangrijk. Vorige week was het nog erg nat en toen bleef het onkruid gewoon staan. Het is dus belangrijk de machine op het juiste moment in te zetten voor een goed resultaat.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Seppe Deckx