Een tuinbouwgewas. Zo noemen de collega’s in de omgeving de sjalottenteelt van akkerbouwer Niels Evers uit het Groningse Oldambt. Op de zware zeekleigrond teelt Niels Evers tarwe, suikerbieten, pootaardappelen, zaaiuien en sinds vijf jaar ook het bijzondere uigewas. Een risico op moeilijke grond. De typering van ‘tuinbouwgewas’ is namelijk treffend.
Het telen van een goede sjalot is duurder en ingewikkelder dan de teelt van een ‘normale’ ui. De eisen aan zaaibed en gewasverzorging liggen onder normale omstandigheden al hoger. Niels Evers maakt er nog een extra uitdaging van door de sjalotten te telen op zeeklei.
Uienteelt pas sinds een paar jaar bij Maatschap Evers
Uien waren vijf jaar geleden nog niet te vinden bij Maatschap Evers. “Mijn vader wilde geen uien telen. Hij zag er geen uitdaging in. Acht jaar geleden nam Evers het bedrijf samen met zijn neef over van zijn vader en oom.
“Onze maatschap telt 220 hectare aan land en 21 hectare aan huurland. Ons hoofdgewas is tarwe, maar uien maken ook langzaam een opkomst.” Hoewel het een maatschap is tussen Niels Evers en zijn neef, is Niels degene aan het werk op het bedrijf. “Mijn neef heeft zijn eigen werkzaamheden en bedrijf hiernaast. Maar in de zomers helpt hij nog wel eens mee.”
Samenwerking met Gourmet
Hoewel uien telen al een borrelend idee in het achterhoofd van de teler uit Oldambt was, zijn ze pas met sjalottenteelt begonnen nadat teeltbedrijf Gourmet ze benaderd had. De samenwerking is inmiddels vijf jaar. “Na het oogsten stoppen we de sjalotten in kisten en worden ze opgehaald door Gourmet.”
Global Gap certificaat
Voor ze met telen begonnen, is de maatschap eerst het traject van Global Gap gestart. Het internationaal certificaat voor voedselveiligheid, milieu, welzijn en veiligheid van het personeel is een vereiste bij Gourmet.
Zes rijen per bed door zware Oldambtster klei
Na de certificering van Maatschap Evers kwam er een teeltspecialist op het land kijken. Dit doen ze nu elk jaar. In samenwerking met Gourmet is een plan van aanpak uitgedacht. Dit jaar stonden ze op 26 maart op het veld te zaaien. Met een Kramer Proseeder (met een werkbreedte van drie meter) worden op bedden van anderhalve meter, in totaal 250 zaden per eenheid, gezaaid. Het gaat om zes rijen per bed. Vanwege de zware Oldambtster klei is het niet mogelijk om breder te zaaien.
Rond de langste dag van het jaar, 21 juni, begint de bolvorming van de sjalotten. Eind augustus is het een echt gewas en klaar om gerooid te worden. Na het rooien laten ze de sjalotten nog een paar dagen liggen. “Voordeel aan deze grond is dat na het opdrogen het zo van het product afvalt. We laten ze vaak een dag of vier liggen.”
Sjalottenteelt is geen appeltje eitje
Het is wel bekend dat het sjalot telen geen appeltje eitje is. “Het zijn ontzettend kleine zaadjes, niet veel groter dan vier of vijf korreltjes suiker.” Dat is de vergelijking die Evers geeft als hij het proces uitlegt. “Het is een gevoelig gewas waar je vooral in het begin voorzichtig mee om moet gaan.”
In de eerste weken wanneer de sjalot begint te ontkiemen, heeft hij maar één wortel en één blaadje. Dat is de gevaarlijkste periode. Wanneer er een tweede blaadje bij komt, komen er ook meer wortels bij en wordt die ook steeds sterker.
Weersinvloeden
Een vijand voor de sjalot is het weer. Als er na een regenbui weinig tot geen wind is en het water op de plant blijft liggen, kan er schimmel komen. Als het waait is het risico op schimmel een stuk minder groot. Maar hagel bestempelt Evers toch als de grootste vijand. Het herstelvermogen van een sjalot is namelijk een stuk kleiner dan van een ui. “Je moet het zien als wanneer je zelf een wondje krijgt, de kans op een infectie aanwezig is. Dat is bij een plant precies hetzelfde. Als er te veel schade is, is de kans groot dat de ui afsterft.”
Gewasbescherming bij sjalottenteelt
Gewasbescherming is ook nodig op het veld. Maar daar kijkt Evers wel mee uit. “Je wilt de plant niet te veel stress geven.” Voor de teler met gewasbeschermingsmiddelen bezig gaat, komt er een teeltadviseur langs die gaat kijken wat voor onkruiden er groeien zodat het juiste middel wordt toepast. “Met het verkeerde middel is de effectiviteit minder en loop je het risico om het gewas te schaden. Zonde van het middel en zeker nu een duur grapje.”
Vooral na de bolvorming wil Evers zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen toepassen. “Het liefst gaat alle energie dan naar de bolvorming. Als je middelen toepast, heeft een sjalot toch weer een dag nodig om te herstellen.“
Geen tuinbouwgewas, maar topsport
Veel akkerbouwers in de omgeving van Evers bestempelen sjalot als een tuinbouwgewas. Het is duur en erg gevoelig, waardoor het lastig is om op grote schaal te telen. “Sjalot telen is topsport. Het is ontzettend duur om op te zetten. Het is een flinke investering, die je alleen met vakmanschap terugverdient.”
Evers legt uit aanvankelijk veel te hebben geïnvesteerd. “Eerst moet je gaan uitgeven voor je überhaupt aan telen toekomt. Zonder gedrevenheid en kennis in het vak ga je vastlopen. We doen het veel samen met Gourmet en er is vaak overleg met de teeltspecialisten.”
Zaaiem met speciaal aanpaste Kramer Proseeder
Voor ze konden beginnen met de teelt, moesten er ook nieuwe machines aangeschaft worden. Bij Kramer uit Bant hebben ze een speciaal aangepaste Proseeder-zaaimachine aangeschaft, die ze achter de John Deere 6430 Premium koppelen.
Sjalottenteelt in Nederland
In Nederland worden sjalotten op beperkte schaal geteeld. In totaal gaat het om ongeveer 2500 hectare. Dat Evers de laatste jaren bij de top sjalottentelers van Nederland hoort, is opmerkelijk te noemen. Waar zijn collega’s voornamelijk op lichte grond telen, is er in Oldambt geen zandkop te bekennen. Twee stappen op het land en je schoenen zitten onder de modder. Na een flinke regenval is dat nog erger.
“Ouderwetse zeeklei wat stug en moeizaam is”, beschrijft Evers. Het klinkt als een flinke uitdaging maar de teler uit Oost-Groninger kan ook voordelen bedenken. “De capillaire werking van de grond is zeer goed. We hoeven minder vaak water te sproeien en in tegenstelling tot een zandbodem blijft de hoeveelheid vocht in de grond vaak op een gelijke lijn.”
Te veel vocht in zware kleigrond
Een nadeel van de zware kleigrond is wel dat er soms te veel vocht in de grond zit. En wanneer er een lange droogte is, is er kans op scheuren. En daar kan je veel opbrengst door verliezen. Zaadjes vallen in de scheuren en komen niet op.
“Dit jaar zijn we al achttien procent kwijt. Maar dat is ongebruikelijk, de afgelopen jaren was de droogte veel minder. Het is nu nog geen groot probleem, je behaalt nooit de volle honderd procent opbrengst. Maar we zijn wel onze reserves kwijt. Als er nu iets fout gaat, gaan we het wel merken.”
Financieel risico van sjalottenteelt
Met meer dan tweehonderd hectare aan land en aardig wat hectare aan huurland, kan Niels Evers flink wat gewassen telen en de risico’s spreiden. Tien hectare besteedt hij uit aan sjalottenteelt. Op de vraag of hij dat areaal ooit wil gaan uitbreiden, is zijn antwoord eerlijk. “Nee. Sjalottenteelt is een financieel risico. Het is een dure teelt en ontzettend gevoelig. Gecombineerd met deze bodem is het al helemaal een risico. Maar we gaan voorlopig ook nog niet stoppen, de intentie is om daar gewoon mee door te gaan. Misschien dat we opnieuw gaan nadenken, mocht het wel een paar jaar achter elkaar fout lopen. Voorlopig zien we er geen aanleiding tot.”
Tekst en beeld: Manon Buschgens
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.