“Het mannetje zit op zijn knieën op de grond, dichtbij het product.” Het logo van Plantera bv uit Marknesse verbeeldt de filosofie van oprichter en mede-eigenaar Gerard Bovée. Hij constateert dat de akkerbouw op basis van kostprijs zijn keuzes maakt. Meestal gaat dit ten koste van de smaak.
Met een verleden bij grote bedrijven als HZPC en KWS groeide bij Bovée de behoefte om meer contact te hebben met de markt en het product. “De kracht van een klein bedrijf is dat we flexibel kunnen zijn en kunnen inspelen op plotselinge behoeften. Zwakte is dat we amper invloed hebben op de markt.”
Multi-inzetbare rassen
Multi-inzetbare rassen. Dat is het veredelingsdoel van het kweekbedrijf van Plantera in het Noord-Hollandse Wieringerwerf. In de kas vindt de zoektocht naar nieuwe rassen plaats door te kruisen, te zaaien, klonen op te trekken en te beoordelen. Inmiddels biedt Plantera haar telers acht commerciële rassen en vijf vrije rassen. In totaal is dat zo’n 450 hectare, 300 in Nederland en 150 in het buitenland. “Het doel is niet om zoveel mogelijk rassen te hebben, maar juist een aantal echt goede rassen per marktsegment met eigenschappen die passen bij de teler én bij de afnemer”, stipt Gerard Bovée aan.
Vitabella
Vitabella is misschien wel het bekendste tafelaardappelras van Plantera. Vooral vanwege de ‘low input’, waarmee Vitabella ook op de lijst met robuuste rassen staat. Mondeo, Efera en Titanium zijn andere rassen waarvan al enig areaal ligt. Vicenta en Oscar komen ook uit het eigen kweekprogramma. “Wat ze allemaal onderscheidt is dat ze voor meerdere doelen beschikbaar zijn. Een tafelaardappel die ook geschikt is als thuisfrieter bijvoorbeeld, zodat de consument en de consumptieteler met het ras op verschillende manieren uit de voeten kan.” De multi-inzetbaarheid betekent dat naast alle resistenties en low-input van bestrijdingsmiddelen en kunstmest gekeken wordt naar eigenschappen zoals vroegheid en een acceptabel drogestofgehalte. “Een tafelras dat binnen honderd dagen van het land kan, heeft dertig dagen minder risico om ziek te worden of te verzuipen. Met het hoog drogestofprecentage is een ras ook meteen geschikt om te verwerken.”
Ras in de markt zetten
De kunst is vervolgens om het ras in de markt te zetten. “Iemand anders moet ook enthousiast zijn. Veredeling is een afvalrace. Een ras waar vandaag vijftien hectare van geteeld wordt, kan volgend jaar ineens verdwenen zijn. Wij hebben als klein handelshuis niet de capaciteit om ieder jaar een x-aantal rassen op de rassenlijst te krijgen. Waar wij in de kas beginnen met vijftien duizend klonen, zit onze grote concurrent richting een half miljoen.
Introduceren wij eens in de vijf jaar een goed ras op de rassenlijst dan mogen we al heel blij zijn. Dus moeten we een duidelijk beeld voor ogen hebben. Maar er is voldoende ruimte voor de kleine handelshuizen hoor, want de grote partijen kunnen niet alles bedienen. Tussen de poten van de olifant ligt nog voldoende te eten, omdat hij veel uit zijn bek laat vallen. We richten ons daarom op de kleinere segmenten, de niches.”
Oprichting Plantera
Met de oprichting van Plantera acht jaar geleden zag Gerard Bovée kansen om zich los te maken van een aardappelwereld die steeds bureaucratischer werd en de afstand tot het product en het land verloor. “De teler staat te los van de markt. Ze hebben dit uitbesteed aan de handelshuizen. De vraag is: zit de afnemer, oftewel de consument wel op deze aardappel te wachten?”. De aardappelwereld zat tussen 1990 en 2005 in een moeilijke fase, schetst Bovée. Prijzen voor pootgoed kwamen niet boven de 25 cent per kilogram. “Na verschillende fusies, die hebben geleid tot het ontstaan van onder andere HZPC en Agrico, is de pootaardappelomzet weer gaan groeien. Ook het areaal groeide flink van 34.000 naar ruim 41.000 hectare pootgoed, terwijl er minder partijen waren. Na 2005 zag je om die reden ook kleinere handelspartijen ontstaan.”
Professionalisering aardappelwereld
Bovée heeft de professionalisering van de aardappelwereld van dichtbij gezien. Ondanks dat hij managementfuncties bij HZPC en KWS had, kwam hij steeds meer op kantoor en daardoor verder van de praktijk te zitten. “Ik voelde de afstand met het product groter worden. Dat is het moment geweest dat ik de keuze heb gemaakt om zelf te beginnen. Ik moet het product begrijpen en er contact mee hebben. Dat doe je in het veld.” Op hetzelfde moment stootte KWS Potato haar tafelsegment af. “Samen met Jeroen van Soesbergen zijn wij toen het aardappelveredelings- en handelsbedrijf Plantera gestart en hebben we een aantal licentierassen van KWS overgenomen.”
Plantera gaat als klein handelshuis de wereld niet veranderen. Die illusie heeft Bovée ook niet. Want een teler wil produceren tegen een kostprijs, die beneden de marktprijs ligt. “Dus kilogrammen productie staat hoger op zijn wensenlijst dan ‘smaak’. Hoe begrijpelijk ook, als sector gooien we zo onze eigen ruiten in. Want ondertussen neemt het aandeel retail af. Koopt de consument weer eens een zakje aardappelen, krijgt die een smaakloze knol voorgeschoteld. Een volgende keer kiest de consument dan weer voor pasta of een ander gemaksproduct.”
Aandeel vrije rassen
“Daarbij zien we ook dat het aandeel vrije rassen ieder jaar verder toeneemt. Desiree, Agria, Spunta, Fontana en Innovator zijn vrij of komen op korte termijn vrij. De prijs wordt bepaald op basis van het aanbod. Als we te veel blijven produceren, dan stijgt de prijs niet. Maar wat vraagt de markt? Onze strategie is om contact te houden met de markt en het product. De markt vraagt om de multi-inzetbaarheid van een ras. Vandaag wil de markt een schiller, morgen een thuisfrieter. Voor dergelijke rassen moeten we zorgen. Daarbij denken we ook constant aan de kosten. Daar ligt de sterkte van Plantera.”
“Een kleine zeilboot moet zoeken naar de juiste wind en kan meedeinen op de golven en laveren op woelig water. Een grote zeetanker glijdt door. Het ene moment gaat het met bedrijven zoals die van ons goed, terwijl een ander moment het lastiger wordt. Daar moeten we rekening mee houden. Onze strategie is op de komende drie tot vijf jaar gericht en er zullen ook periodes zijn dat we zwartere sneeuw zien. Belangrijkste is wel dat we onze filosofie blijven uitdragen en dichtbij onszelf blijven. Het is een kwestie van self-fulfilling prophecy. Laat je koers niet bepalen, maar bepaal die zelf.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Plantera bv en Martin de Vries