De Vlaamse Regering heeft het Vlaams GLB Strategisch Plan 2023-2027 goedgekeurd. Het GLB Strategisch Plan is de Vlaamse invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2023-2027. In dit nieuwe GLB is 1,65 miljard euro vrijgemaakt voor de verduurzaming van de Vlaamse land- en tuinbouwsector. En zijn belangrijke nieuwe accenten gelegd rond milieu en klimaat, samenwerking en jonge landbouwers.
Op 1 januari 2023 startte het nieuw Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het GLB moet ervoor zorgen dat de consument toegang heeft tot betaalbaar, duurzaam geproduceerd voedsel en dat landbouwers hiervoor een behoorlijk inkomen krijgen. Maar het nieuwe GLB komt ook tegemoet aan de huidige uitdagingen op het vlak van klimaat, milieu en de generatiewissel binnen de landbouw.
Het Vlaams Strategisch Plan schetst de krijtlijnen voor de Vlaamse landbouw voor de periode van 2023 tot 2027 en is gekoppeld aan 1,65 miljard euro subsidies. Verschillende maatregelen dragen bij tot de economische, ecologische en sociale duurzaamheid van de Vlaamse landbouw. Het Vlaams Strategisch Plan bevat:
Inkomenssteun
Een belangrijk deel van de GLB-middelen blijft voorbehouden voor de basisinkomenssteun voor duurzaamheid: de basisinkomenssteun draagt bij tot een leefbaar landbouwbedrijfsinkomen en heeft tot doel een buffer te vormen tegen prijs- en inkomensschommelingen. Het zorgt ook voor ruimte om te blijven investeren in een toekomstgericht bedrijf.
Daarnaast komt er een nieuwe interventie: de herverdelende inkomenssteun zorgt voor een betere verdeling van deze inkomenssteun naar kleinere landbouwbedrijven via een bijkomende vergoeding voor hun eerste 30 hectare. De instroom in en de verjonging van de landbouwsector is essentieel. De aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers wordt dan ook verhoogd ten opzichte van het vorige GLB. Jongeren krijgen in de opstartfase van hun bedrijf een extra steun per hectare.
Tot slot is er een nieuwe gekoppelde steun voor gespecialiseerde vleesveehouderij, met instapvoorwaarden rond duurzaam graslandbeheer en ruwvoederproductie.
Drie bouwstenen in de groene architectuur
De nieuwe groene architectuur geeft invulling aan de hogere milieu- en klimaatambities en omvat drie bouwstenen: conditionaliteit, ecoregelingen, agromilieuklimaatmaatregelen en beheerovereenkomsten.
1. Conditionaliteit
‘Conditionaliteit’ is de nieuwe term voor de vroegere randvoorwaarden. De Europese Unie legt het kader vast voor de conditionaliteit, maar Vlaanderen vult dit verder in op basis van de eigen situatie. Net zoals eerder kunnen landbouwers enkel de volledige areaal- en diergebonden steun ontvangen als ze voldoen aan deze vereisten op het gebied van milieu, klimaatverandering, volksgezondheid, gezondheid van planten en dierenwelzijn.
De overgang naar de conditionaliteit brengt een aantal fundamentele aanpassingen met zich mee. Zo richt deze zich nog meer dan vroeger op verduurzaming. Een overzicht van de belangrijkste veranderingen:
- Gewasrotatie komt in de plaats van gewasdiversificatie, met voorwaarden op perceels- en op bedrijfsniveau. Concreet betekent dit:
- Op bedrijfsniveau: jaarlijks minimaal op een derde van het bouwlandareaal één van volgende maatregelen nemen:
- een andere hoofdteelt telen dan het voorgaande jaar;
- na de hoofdteelt van het voorgaande jaar een nateelt minstens 12 weken aanhouden die tot een andere gewassoort behoort.
- Op perceelsniveau: nooit langer dan drie jaar dezelfde hoofdteelt, met andere woorden als in 2022, 2023 en 2024 dezelfde hoofdteelt op een perceel staat, dan moet in 2025 een andere hoofdteelt ingezaaid worden.
- Op bedrijfsniveau: jaarlijks minimaal op een derde van het bouwlandareaal één van volgende maatregelen nemen:
- Er gaat meer aandacht naar het niet-productief areaal (NPE) dat het ecologisch aandachtsgebied vervangt. Hier zijn verschillende opties en combinaties mogelijk.
- In 2023 kan er, in het kader van het veiligstellen van de voedselvoorziening naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, toch op braakliggend land aardappelen, groenten of graangewassen zijn geteeld. Het perceel mag dan wel niet in een groen bestemmingsgebied liggen.
- Daarnaast wordt het verbod op de teelt van wortel-, knol- of bolgewassen op met knolcyperus-besmette percelen opgenomen in de conditionaliteit.
- Bufferstroken langs oppervlaktewaterlichamen moeten gerespecteerd zijn om de waterkwaliteit te verbeteren. Concreet betekent dit:
- langs oppervlaktewaterlichamen: geen bemesting in de eerste vijf meter (10 meter in VEN en langs hellingen), in de eerste meter geen productie en geen gewasbeschermingsmiddelen,
- langs waterlopen: geen bemesting in de eerste vijf meter (10 meter in VEN en langs hellingen), in de eerste meter geen productie en geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de eerste drie meter.Op het Geoloket landbouw | Landbouw & Visserij (vlaanderen.be) en via de App LV-AgriLens | Landbouw en Visserij (vlaanderen.be) vindt u over deze bufferstroken de juiste informatie terug.
Alle verplichtingen en meer details vindt u op onze website bij Conditionaliteit 2023-2027 | Landbouw en Visserij (vlaanderen.be).
2. Ecoregelingen
In 2022 zijn de pre-ecoregelingen geïntroduceerd. Vanaf 2023 is het aantal interventies onder de ecoregelingen sterk uitgebreid. Ook het budget is aanzienlijk verhoogd tot maar liefst 50 miljoen euro per jaar.
Deze ecoregelingen zijn één van de opvallendste wijzigingen in het nieuw GLB: het zijn jaarlijks hernieuwbare verbintenissen waarbij landbouwers vergoed zijn voor inspanningen die positief bijdragen aan biodiversiteit, waterkwaliteit, bodemkwaliteit, duurzame landbouw, klimaat en/of landschap én die verder gaan dan de wettelijke verplichtingen. Digitalisering en modernisering spelen hier ook een rol. Het gaat om het aanhouden van meerjarig grasland, ecologisch beheerd grasland, toepassing van biologische landbouw, éénjarige ecoteelten, maatregelen voor erosiebestrijding, aanleg van bijkomende bufferstroken, mechanische onkruidbestrijding, vruchtafwisseling met vlinderbloemigen, opbouw van organische koolstof, precisielandbouw, bodempaspoort en methaanreducerende voeders bij rundvee.
3. Agromilieuklimaatmaatregelen
Via de agromilieuklimaatmaatregelen (inclusief de beheerovereenkomsten) gaat de landbouwer een meerjarig engagement aan ten bate van milieu, klimaat, natuur en biodiversiteit. Zo zijn er maatregelen rond lokale veerassen, omschakeling naar biologische landbouw, meerjarige ecoteelten en bloemenstroken in de fruitteelt. Via beheerovereenkomsten van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) kunnen landbouwers vergoed worden voor vijfjarige inspanningen voor bufferstroken, soortenbescherming of onderhoud kleine landschapselementen.
Ook de andere steunmaatregelen die de hogere milieu- en klimaatambities helpen waarmaken vormen een aanvulling op de groene architectuur. Voorbeelden zijn het VLIF (zie verder), en ook de inrichtingsmaatregelen in Natura2000-gebieden van het Agentschap voor Natuur en Bos.
Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF)
Het VLIF wordt in het nieuwe GLB hervormd tot een ondernemingsfonds. De voorwaarden om VLIF-steun te krijgen, werden aangepast en de subsidiepercentages verruimd met duurzaamheid van de investeringen als kompas.
- Meer geleidelijke bedrijfsovernames door jonge landbouwers met VLIF-steun worden mogelijk.
- Niet-productieve investeringen voor milieu- en klimaatdoelen blijven een focus van het plan om o.a. de biodiversiteit te versterken op het platteland.
- De VLIF-maatregel voor het ondersteunen van innovatieve investeringen op landbouwbedrijven wordt versterkt. Zo is er voortaan 50% steun (zelfs tot 80% voor meetkosten in het kader van milieu- en klimaatparameters).
- Met een volledige nieuwe maatregel in het kader van opstart en omschakeling naar een meer duurzaam bedrijfsstrategie wil de Vlaamse Regering landbouwers extra ondersteunen in hun zoektocht naar het gepaste verdienmodel.
- De maatregel VLIF-steun voor verwerking en afzet van landbouwproducten wil ten slotte een win-win creëren tussen landbouwbedrijven en verwerkende bedrijven (al dan niet in korte-ketenverband).
Innovatie en samenwerking
In het nieuwe GLB wordt versterkt ingezet op samenwerking tussen landbouwers en tussen landbouwers en andere partners. Ondersteuning van pionier-landbouwers die hun bedrijf toekomstbestendig willen maken door innovatie en samenwerking, is mogelijk via projecten van Europese Innovatiepartnerschappen (EIP). Verder zijn er ook mogelijkheden voor gezamenlijke investeringen en gecoördineerde productie. Daarnaast worden ook via het GLB plattelandsprojecten ondersteund in LEADER gebieden.
Vorming en advies
Advies voor landbouwbedrijven is hervormd naar een systeem van een kennisportefeuille waarmee landbouwers advies en/of vorming kunnen aankopen. Dit moet landbouwers ondersteunen om advies te krijgen op maat van het eigen bedrijf en de eigen bedrijfsplannen. Daarnaast blijft het GLB inzetten op de ondersteuning van het sterke vormingsaanbod via erkende vormingscentra. Via de demonstratieprojecten zijn landbouwers gesensibiliseerd om duurzame praktijken en technieken toe te passen op hun bedrijf.
Dierenwelzijn en -gezondheid
Nieuw is dat het GLB nu ook expliciet via steunmaatregelen inzet op het welzijn en de gezondheid van landbouwdieren. Zowel het verminderen van het antibioticagebruik, als het instappen in een dierenwelzijnslabel vanaf 2024 zijn via het GLB Strategisch Plan gestimuleerd.
Verzamelaanvraag 2023 staat klaar op het e-loket
Het e-loket Landbouw en Visserij is klaar voor de indiening van de verzamelaanvraag 2023. Land- en tuinbouwers hebben hiervoor de tijd tot en met zondag 7 mei 2023. Hou er rekening mee dat de infolijn op de buitendienst, in het weekend niet bereikbaar is.