Boeren die duurzaam produceren of willen gaan produceren hadden tot voor kort nauwelijks mogelijkheden om te onderhandelen over een goede prijs voor hun producten. Omschakelen was daardoor niet heel aantrekkelijk en dat stond de omslag naar natuurinclusieve en dierwaardige landbouw in de weg.
Nieuwe en soepelere concurrentieregels van de Europese Commissie geven duurzame boeren nu een stevigere positie in de keten om te komen tot een betere prijs en daarmee een beter inkomen. De nieuwe regels bieden toekomstperspectief voor boeren, wat nodig is voor de landbouwtransitie. Dit blijkt uit onderzoek ‘Duurzaamheidsafspraken in de landbouw’ van Wageningen Universiteit & Research (WUR) in opdracht van Natuurmonumenten, Dierenbescherming en Vogelbescherming Nederland.
Het onderzoek toont aan dat boeren en tuinders met de nieuwe wetgeving afspraken mogen maken met hun afnemers en de ketenpartijen daarachter (slachterijen, verwerkende industrie, retail, foodservice), over duurzaamheidsdoelstellingen en de na te leven normen. Voor een deel worden die mogelijkheden al benut. Het tempo hiervan is echter lager dan nodig is voor de transitie waar de landbouw voor staat.
Prijsopslag voor duurzaamheid
Zo kunnen boeren (bijvoorbeeld coöperaties of producentenorganisaties) afspreken om bepaalde concrete doelstellingen op het gebied van duurzaamheid of dierenwelzijn na te streven, met een hoog ambitieniveau op onderwerpen waar Nederland een grote en problematische verduurzamingsopgave kent. Het moet dan gaan om normen die hoger liggen dan wat de wet al van boeren eist. Voorwaarde voor de prijsafspraak is dat er geen andere manier is om het doel te bereiken; de afspraak moet ‘onontbeerlijk zijn’. Afspraken mogen alleen samen met boeren worden gemaakt, dus niet over hen zonder hen.
De prijstoeslag zorgt ervoor dat de meerkosten van de boeren voor de productie van allerlei onverwerkte supermarktproducten als groenten, melk, eieren en vlees volledig worden gedekt. In de afspraken wordt vastgelegd wat de duurzaamheidsnorm is, hoeveel de meerkosten van de boer bedragen en hoe die meerkosten over alle ketenpartijen worden verdeeld. Hiervoor moeten de meerkosten exact worden doorgerekend en publiek verantwoord, greenwashing is verboden. Jaarlijks moet worden gecontroleerd of de bedragen nog steeds kloppen. Tot voor kort was zo’n prijsopslag strikt verboden, maar voor duurzaamheidsafspraken in de landbouw wordt nu een uitzondering gemaakt.
Eerlijke prijs
De hogere beloning van boeren en tuinders voor duurzame producten moet wel door iemand worden betaald. De verschillende ketenpartijen kunnen daar een bijdrage in leveren, maar uiteindelijk zullen de consumenten een eerlijke prijs moeten betalen voor duurzame landbouwproducten. Verduurzaming van de landbouw leidt echter ook tot maatschappelijke voordelen en financiële ruimte om burgers te compenseren die door de hogere voedselprijzen in de knel komen.
Het rapport adviseert de overheid om de sociale aspecten mee te nemen bij de landbouwtransitie, niet alleen voor boeren maar ook voor de consument. Boeren kunnen niet ‘groen doen’ als ze rood staan. Consumenten kunnen niet ‘groen’ boodschappen doen als ze rood staan.
Bron: WUR