Op veel akkerbouwpercelen is de basisbemesting uitgevoerd met dierlijke mest. Vooral voor stikstof (N) is het moeilijk om in het vroege voorjaar nauwkeurig te bepalen hoeveel stikstof er in de loop van het seizoen beschikbaar zal komen voor het gewas.
Dit komt door onzekerheden in de N-mineralisatie uit organische stof in de bodem, toegediende organische mest, de voorvrucht en ingewerkte groenbemesters. Daarom is een N-bijbemesting op basis van een tussentijdse Nmin-meting aan te bevelen voor een gewas als aardappelen.
Dit is een partnerbijdrage van Meststoffen Nederland
NBS Bodem
Meest gebruikt in de praktijk is het N-bijmestsysteem voor aardappelen op basis van een N-mineraalbepaling in de bodem, het zogenaamde NBS Bodem. Het systeem is opgebouwd uit een basisgift op basis van een Nmin-meting voor poten en een bijmestgift rond knolzetting, eveneens gebaseerd op een Nmin-meting. Uit recente metingen van Eurofins-agro blijkt dat de N-mineraalvoorraad op praktijkpercelen in het vroege voorjaar op klei hoger is dan op zand en dat de voorraden van februari tot april toenemen door mineralisatie.
Voorraden liggen hoger
Opvallend is dat de voorraden in 2023 ondanks de natte winter en de lage temperaturen in april hoger zijn dan in 2022. Dit kan mogelijk zijn verklaard doordat de maanden januari-maart warmer waren dan normaal. Aangezien de verschillen tussen percelen groot kunnen zijn, is het van belang om op elk perceel de Nmin-voorraad te bepalen als basis voor de N-gift. Voor de basisbemesting dient dit gedaan te zijn voordat een mestgift is toegepast.
N-beschikbaarheid
Het vrijkomen van N uit organische stof in de bodem, toegediende organische mest, de voorvrucht en ingewerkte groenbemesters en de weersomstandigheden in de komende periode zijn bepalend voor het verloop van de N-beschikbaarheid. Vanwege de beperkte voorspelbaarheid van de N-mineralisatie, is een N-mineraalbepaling 3-4 weken na opkomst bij aardappelen aan te bevelen als basis voor de bemesting. Op basis van de opbrengstverwachting, de bijbehorende N-opname en de verwachte N-mineralisatie wordt dan de hoogte van de N-bijmestgift vastgesteld volgens het NBS Bodem voor aardappelen. Daarbij wordt ook een correctie voor de vroegrijpheid van het ras aangebracht.
Adviezen in de praktijk
Sommige laboratoria combineren metingen aan bodem en gewas als basis voor een bemesting in het seizoen. Eurofins-agro biedt dit voor meerdere nutriënten in een groot aantal gewassen aan via de Bijmestmonitor. Monitoring geeft inzicht in de status van nutriënten gedurende het seizoen en is een goede manier om na te gaan of een bijmestgift nodig is.