Stichting Agri Facts is nog een relatief jonge organisatie die misleidende feiten uit de media tegen het licht houdt en daarmee verrassende feiten boven water weet te halen. Hierbij betreft het vaak feiten waarbij de landbouw in een verkeerd daglicht is gesteld. Stichting Agri Facts probeert de vinger aan de pols te houden en de feiten te weerleggen. Akkerbouwkrant sprak met voorzitter Jaap Haanstra.
Het was tijdens een vakantie dat akkerbouwer Jaap Haanstra zijn oog liet vallen op wat er om hem heen zo speelde in de natuur. Daarop schoot hem te binnen wat de buitenwereld zo aan informatie, en vooral aan desinformatie, voorgeschoteld krijgt op wat er leeft en niet(meer)leeft in de natuur. Althans zo wil men dat de buitenwereld laten geloven. En dan wordt er vooral met het vingertje gewezen naar de landbouw.
Daarbij gingen zijn gedachten terug naar het boeren in het verleden. “En dan ga je nadenken hoe we dat vroeger deden”, vroeg Haanstra zich af. “Toen hadden we nog van die zogenoemde doodskop middelen. Als we naar nu kijken hebben we middelen die de natuurlijke vijanden sparen.
Naar aanleiding van deze gedachtegang is hij op internet gaan zoeken. In de omgeving van Krefeld was een onderzoek gedaan en gepubliceerd waar opviel dat de jaarsinvloeden als temperatuur en vochtigheid op insecten gigantisch zijn. Met deze informatie in het achterhoofd kwam dit ter sprake in een telefoongesprek met een collega.
STichting Agri Facts
Zo ontstond het idee om met wat collega’s met een agrarische achtergrond en mensen met een achtergrond in de wetenschap en onderzoeksjournalistiek wat te doen tegen het verspreiden van desinformatie, met een mooi woord noemen ze dit het ‘factchecken’. Dit heeft in 2018 geleid tot de oprichting van STAF, wat staat voor STichting Agri Facts.
De doelstelling is het checken van de juistheid van verspreide informatie. Haanstra:”Want met verkeerde informatie zet je niet alleen de samenleving op het verkeerde been, maar ook de beleidsbepalers en dergelijke. En het is heel simpel, als je niet over de goede informatie beschikt, kun je ook geen goede maatregelen nemen”.
Stichtingsvorm
STAF is gegoten in een stichtingvorm met een drietal onbezoldigde bestuursleden. STAF beschikt daarnaast over een redactieteam bestaande uit onderzoeksjournalisten en wetenschappers die tegen betaling binnen STAF werken. Het bestuur stelt het beleid vast, maar bemoeit zich niet met de inhoudelijke onderwerpen, daarmee wil men de onafhankelijke research waarborgen. “Als je feiten onderzoekt dan kun je niet met feiten onderhandelen, dan ben je niet geloofwaardig”, zegt hij. Om de stichting financieel rond te zetten heeft men donateurs voor een jaarlijkse bijdrage van honderdvijftig euro en daarnaast hebben ze nog een drietal grote donateurs waarmee schriftelijk is vastgelegd dat ze zich niet met inhoudelijke zaken bemoeien.
STAFblad
De donateurs ontvangen vier keer per jaar het STAFblad en maandelijks een Nieuwsbrief. Afhankelijk van de actualiteit verschijnen er tussendoor publicaties via social media of persberichten. Over gebrek aan onderwerpen heeft STAF overigens geen gebrek, die dienen zichzelf aan. Zo hebben ze veel werk met stikstofgerelateerde onderwerpen. Maar onderwerpen waar ze minder bekend mee zijn worden uitbesteed aan bijvoorbeeld, universiteiten, statistici of aan wetenschappers.
Ook mensen die al gepensioneerd zijn en zodoende veel ervaring hebben en niet meer financieel afhankelijk zijn. Een actueel onderwerp is momenteel de vertaling en interpretatie van Brusselse regels naar Nederland.
Het blad STAF is de moeite waard om eens door te nemen, het is niet enkel een factchecker maar ook een eyeopener, om maar in dezelfde termen te spreken. Het geeft zicht op veel onderwerpen van Ikea balletjes tot grondwatervervuiling. Een voorbeeld van deze laatste is dat het meetpunt voor grondwaterverontreiniging in de binnenstad van Nijmegen was geplaatst in een omheind veldje welke was aangewezen als hondenuitlaatplaats. Daarop werd de grondwaterverontreiniging van de landbouw bepaald. Op meer plaatsen is gebleken dat meetlocaties met forse normoverschrijdingen zich juist in stedelijke gebieden bevinden.
Dinoterp
Een andere actualiteit is de ontdekking van het verboden bestrijdingsmiddel Dinoterp in oppervlaktewater in Noord-Holland. Een ‘feit’ dat door de media ogenschijnlijk klakkeloos naar buiten is gebracht zonder dat enig bewijs is geleverd of deskundigen zijn geraadpleegd. Het middel is al jaren niet meer in de handel en het schijnt noch bij telers, noch bij leveranciers en gevonden te zijn. Ondanks dat het middel al sinds 1998 geen toelating meer heeft schijnt milieuorganisatie MOB (Mobilisation for the Environment) het middel in verschillende natuurgebieden te hebben gevonden, met de aanvulling dat ze ‘vermoeden’ dat het, ondanks het verbod, door sierbloementelers is gebruikt.
Nu heeft STAF enig ervaring met MOB in de persoon van Johan Vollenbroek, maar van die kant lijkt de organisatie weinig transparant te zijn met informatie over hun onderzoeken. Vooral op het gebied van natuur en klimaat is het opletten geblazen, zo heeft STAF ontdekt. Bij beslissingen rond natuurdoelanalyses worden allerlei soorten natuurorganisaties en betreffende doelgroepen uit de kast gehaald, maar Haanstra noemt tal van voorbeelden waarbij de landbouw buiten de deur wordt gehouden, ook al zijn de betreffende boeren eigenaar van de grond.
Voldoende werk aan de winkel
Kortom, zoals het nu lijkt en wie het nieuws een beetje volgt kan er van uit gaan dat er voor STAF voorlopig voldoende werk aan de winkel is.
Tekst en beeld: Hendrik Begeman