Met de uitdagingen waar de akkerbouw voor staat, worden precisietechnieken in de teelt op alle fronten in verhoogd tempo realiteit. Druppelirrigatie past naadloos in die ontwikkeling. Het zorgt ervoor dat water in de juiste hoeveelheid op het juiste moment op de juiste plek wordt toegediend. Eventueel met toevoeging van meststoffen. De kennis op het gebied van water in de sector is nog beperkt, merken de partijen die werken met Aqua-Traxx. Dit is de driptape van de fabrikant Toro. Daarom steken zij de koppen samen om te laten zien dat er een efficiënter en duurzamer alternatief is voor de haspel, die in tijdens van droogte uit de schuur wordt gehaald. “We willen proberen de teler volledig te ontzorgen. Van het aanleggen van de driptape tot het recyclen van het materiaal na gebruik.”
We zitten aan tafel met De beschikbaarheid van water was het afgelopen teeltseizoen misschien niet ‘top of mind’. Die conclusie trekken Edward Nijk van Flevodrip, Boike Damhuis van VeHa plastics en Gerard Schoot Uiterkamp van Jean Heybroek BV. Toch bewijst druppelirrigatie ook nu zijn meerwaarde. In het voorjaar werden de telers met droogte geconfronteerd. Uien die met driptape zijn beregend kenden een voorsprong. Voor snijmais geldt dat het nog wachten is op de kuilanalyse, maar de verwachting is dat de verschillen in opbrengst significant zijn. “En dan hebben we het nog niet eens over de uitdagingen van telers die te maken hebben met het onttrekken van water door aanliggende Natura2000-terreinen of waterwingebieden.
Bovendien zagen we ook in een relatief nat jaar beregeningsverboden. De beschikbaarheid van schoon water is gewoon een ding. Door te druppelen, het liefst in de wortelzone, zorg je ook met deze uitdagingen voor opbrengstverhoging in ieder gewas. Nog niet te spreken over de enorme waterbesparing die je krijgt ten opzichte van grote haspels”, geeft specialist Boike Damhuis van Veha Plastics uit Oldenzaal aan. “Vaak worden de kosten als tegenargument aangehaald. ‘Een haspel heb ik toch al staan’. Maar reken het maar eens uit wat dat alleen al kost aan arbeid en de enorme hoeveelheid water dat je verspilt.
Bovendien staat zo’n gevaarte in de schuur altijd in de weg. Dan moet die weer aan de kant omdat je de ploeg nodig hebt of iets dergelijks. Dat merk ik thuis op ons eigen bedrijf ook. Je zit zomaar op tien keer per jaar dat je de haspel moet verplaatsen. En moet je een haspel daadwerkelijk inzetten, gebruik je weer een enorme hoeveelheid brandstof voor het transport en het oppompen van water. En dan krijg je het water niet eens op de plek waar je het vocht eigenlijk wilt hebben.”
Kennisoverdracht
Druppelirrigatie is de toekomst. De ontwikkelingen op dit gebied gaan enorm snel en in mechanisatie zullen nog verdere stappen gemaakt worden om de techniek nog verder te optimaliseren. Denk aan zelflerende toepassingen, waarbij op basis van bodemvocht het irrigatiesysteem een advies aan de teler geeft of misschien zelf al aanpassingen doet. De gebruiker krijgt dan alleen een melding op zijn telefoon en kan eventueel nog een aanpassing doorvoeren. Ook op het gebied van fertigatie, het toevoegen van meststoffen aan de beregening, worden stappen gemaakt.
Dat geldt ook voor de recycling van het materiaal. De partijen in het dealernetwerk van Toro Aqua-Traxx druppelirrigatiesysteem hebben hiervoor de koppen bij elkaar gestoken. Importeur Jean Heybroek en dealers VeHa Plastics en FlevoDrip zetten vol in op kennisoverdracht. “Want we moeten de telers wel leren fietsen. Ik wil jou best een fiets verkopen en niet uitleggen hoe je moet fietsen. Wij vinden echter dat we een totaalplaatje moeten bieden. Het hoe, wat en waarom moet wel duidelijk zijn, anders schiet het niet op”, verklaart Boike Damhuis.
“We merken dat de kennis op het gebied van water nog beperkt is”, steekt Edward Nijk van FlevoDrip uit Dronten van wal. Het afgelopen seizoen heeft het bedrijf vol in gezet op acquisitie. Er is samen met SUTech uit Lelystad een machine ontwikkeld om de Toro driptape aan te leggen. Dat gebeurt nu volop in onder andere uien, aardappelen en bloembollen. De kennis van Veha Plastics op het gebied van pompen en koppelingen wordt volop benut. Andersom is FlevoDrip ook in de Achterhoek actief om te ondersteunen op de praktische kijk rond de aanleg. “In Flevoland liggen de percelen mooi en liggen de waterpunten gunstig. Dat is in andere gebieden wel anders.
Het inleggen van de driptape is dan wel een puzzel. Het mooiste is in de rug. Met klei moet je dan weer rekening houden met grondwerking. In onze optiek moet je de tape altijd iets toedekken. Dat kost een beetje meer grondbewerking, maar dan krijg je het water wel precies op de plek waar je het wilt. We doen ook proeven in peen. Dat is dan weer lastiger omdat de wortels er omheen groeien. Om dan de trekband na het seizoen met een wortelrooier of klembandrooier er uit te trekken is moeilijk. Daar zijn nog wel innovaties nodig.”
In uien is volgens Nijk direct winst te halen ten opzichte van bovengronds beregenen. “Door het opspatten van water groeit de kans op fusarium. Als de huid van het bolgewas barst komt de schimmel met het water binnen. Met drip heb je dat niet. Een ui groeit dan rustig door en ontwikkelt zich tot een goed product. In negen van de tien gevallen zie je dit als een groot voordeel van druppelirrigatie. Het gewas groeit harder en daar heb je de rest van het seizoen profijt van.”
Ondanks dat de beschikbaarheid van schoon water in Flevoland tot dusver niet een urgent probleem is geweest, liggen ook daar in de nabije toekomst uitdagingen. Zo is verzilting in delen van de polder aan de orde. “En in Zeewolde worden de ontheffingen voor het gebruik van pulsbronnen in getrokken. Waar haal je dan je water vandaan?”. Flevodrip kan als loonwerker de druppelirrigatie in de percelen aanleggen. “We willen de telers van A tot Z ontzorgen.”
Voordelen ook in nat jaar
VeHa Plastics is anderhalf jaar bezig om de druppelirrigatie van Toro aan de man te krijgen en dat lukt boven verwachting goed. Daarbij hielp een ‘zoommeeting’ waarin Boike Damhuis voor honderdtwintig agrariërs over de voordelen van de techniek heeft gesproken. Op de hogere zandgronden in het oosten van Nederland is droogte aan de orde van de dag. Gesteund met een provinciale subsidie zijn verschillende projecten gestart. In aardappelen, maar ook in een laagsalderend gewas als snijmais zijn de voordelen ook in het natte jaar 2021 significant.
“We adviseren om de driptape op een diepte van zes of zeven centimeter te leggen, om schade door wild te voorkomen. Om de rij, met een onderlinge afstand van anderhalve meter, is de tape gelegd. In een proefperceel, waarbij de pompen met zonne-energie werden aangedreven, zagen we in het voorjaar al zestien of zeventien ringen in de snijmaiskolven. Op vergelijkbare percelen zonder driptape was dit maximaal dertien. Dat bekent dat de plant een behoorlijke voorsprong had. Dit voorjaar, de periode waarin snijmais kiemt en de eerste aanzet krijgt, hadden we natuurlijk te maken met nachtvorst en daarna was het behoorlijk droog. Voor de kolfzetting, de tweede cruciale groeifase voor mais, was het nat genoeg. Toch waren de verschillen op de rij af te zien. Nu is het wachten op de kuilanalyse om te bepalen of er ook verschil is geweest qua droge stofgehalte.”
Samen met Flevodrip zijn er vanwege de beperkte stroomvoorziening op één locatie zeven pompsets geïnstalleerd, waarbij twee op zonne-energie en vijf op brandstof liepen. “Het mooiste zou natuurlijk zijn dat je de loonwerker kunt vragen om in één werkgang te zaaien en gelijktijdig tape kunt inleggen. Zo steken de uiteinden van de druppelirrigatie op de kopakker boven de grond uit en kan de teler op een voor hem gunstig moment de watervoorziening aansluiten.” Edward Nijk haakt hierop in. Hij denkt dat vanwege de capaciteit dit een lastig punt is. “Als een loonwerker nog tweehonderd hectare moet zaaien, dan zal dat niet werken. Maar als je op gps eerst de tape aanlegt en daarna zaait dan heb je dat voordeel ook te pakken.”
Recycling
Het cirkeltje is helemaal rond als de tape na gebruik ook nog kan worden ingezameld voor recycling. “Wij zijn ons daar wel op aan het oriënteren. Punt is wel dat je voor de verwerking zuiver spul moet hebben. De tape moet gecertificeerd zijn. Met Toro zit dat wel goed, alleen wil je meer inzamelen dan is dat nog niet zo makkelijk. Volume heb je wel nodig. Dus moeten we een verzamelpunt van behoorlijke opvang worden. Vooralsnog hebben wij nog geen afzet. De partijen eisen vooral dezelfde kleur en materialen voordat het kan worden gecomprimeerd en geshredderd.”
Ook is het van belang dat de druppelslangen van binnen schoon zijn. Hoe kun je dat garanderen als er ook meststoffen door de irrigatie gaat. Flevodrip voert in ieder geval gesprekken met verwerkende partijen en kijkt ook met interesse naar OIdenzaal. VeHa Plastics is namelijk al een stap verder. Boike Damhuis: “Wij halen de Aqua-Traxx bij onze klanten terug door ze bigbags aan te bieden waar ze de rollen driptape in kunnen doen. Zo is het goed te transporteren. Dit gaat uiteindelijk naar een verwerkingsbedrijf waar het materiaal wordt gewassen om het te ontdoen van bijvoorbeeld zand en ijzerroest.
Het wordt vervolgens geshredderd, verhit en tot regranulaat vermalen. Omdat zij ook drainagebuizen maken, kan het zijn dat een klant drainage krijgt gemaakt van het de gerecyclede driptape dat vorig seizoen in zijn akker lag.” Volgens Damhuis gaat het om behoorlijke aantallen. “Per hectare mais gaat het zomaar om drie tot zes rollen driptape keer dertig kilo per stuk. Komende maanden zullen de eerste bigbags worden opgehaald.”
Noodzakelijke vernieuwing
Gerard Schoot Uiterkamp van Toro-importeur Jean Heybroek is blij met de ontwikkelingen. Van zijn kennis als specialist op het gebied van irrigatie en de producten van Toro maken VeHa Plastics en Flevodrip gretig gebruik. “In de kennisdeling en -bundeling ligt kracht”, stipt Schoot Uiterkamp aan. “Het enige nadeel dat druppelirrigatie heeft, ligt op het gebied van arbeid. De aanleg en het verwijderen vinden namelijk plaats op een ongunstig moment, namelijk tijdens de drukte met het zaaien in het voorjaar en de drukte met het oogsten in het najaar. Daar gaan we echter een oplossing voor vinden.”
De ontwikkelingen die Boike Damhuis en Edward Nijk schetsen zijn volgens Schoot Uiterkamp nodig om de drempel naar driptape te verlagen. “We zorgen ervoor dat de uitdagingen op het gebied van arbeid, energie en recycling geregeld zijn. Bijkomstig voordeel is dat we in een sector zitten met hoogopgeleide ondernemers, die openstaan voor noodzakelijke vernieuwingen. Daar ligt uiteindelijk de sleutel. Ik ben er van overtuigd dat er over tien jaar geen akkerbouwer is, die nog een haspel heeft. Het toedienen van voedingsstoffen is een volgende stap.
Het s in het verleden al gebleken dat wat in een kas kan, ook in open teelten mogelijk is. Het vraagt misschien een andere manier van telen, maar we zullen wel moeten als je kijkt naar de uitdagingen waar we voor staan. Niet onbelangrijk in dit verhaal zijn de kosten. Of beter: Wat levert het mij als teler onder de streep op? Dan is niet alleen de meeropbrengst belangrijk maar ook het antwoord op de vraag ‘Welke besparingen heb ik op gebied van water, arbeid, meststoffen en brandstof als ik driptape preventief in de akker leg?’. Daarom bundelen wij de kennis om de teler te adviseren en te begeleiden. Uiteindelijk kan dan de conclusie niet anders zijn dan dat de haspel plaats moet maken voor druppelirrigatie, dit is de toekomst.”
Tekst: Martin de Vries
Beeld: VeHa Plastics en Flevodrip