De huidige voorstellen omtrent de registerplicht schieten hun doel voorbij. En dreigen vooral de positie van Vlaamse kmo’s en familiale bedrijven te beschadigen. Dat stellen sectorfederaties Fegra, Ungren-Vegrom en BelFertil in een gezamenlijk persbericht. “We vragen aan de beleidsmakers om in lijn met het regeerakkoord en de beleidsnota’s om geen gold plating toe te passen en beleid te baseren op basis van objectieve parameters, uitgaande van de realiteit in Vlaanderen”, klinkt het.
Verplichte digitale kunstmestregister
Om een realistisch beeld te krijgen van de werkelijke hoeveelheid kunstmest die op de Vlaamse velden belandt, heeft minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) het verplichte digitale kunstmestregister ingevoerd, dat van start gaat op 1 januari 2021. Uit cijfers van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) blijkt immers dat een kwart van de gecontroleerde landbouwers minder dan 80 procent van de gebruikte hoeveelheid kunstmest doorgeeft aan de overheid. Er belandt in werkelijkheid dus meer kunstmest op de velden dan wordt aangegeven en dat is nefast voor de waterkwaliteit.
Fegra, de federatie van de graansector en de meststoffenfederaties Ungren-Vegrom en BelFertil, benadrukken dat de gemiddelde waterkwaliteit in Vlaanderen stagneert op vlak van stikstof en fosfor, na jaren van verbetering. “Soms gaat het de verkeerde kant op door onder andere externe factoren, zoals periodes van langdurige droogte tijdens het groeiproces van de gewassen. De landbouwsector is een sleutelspeler om terug aan te knopen met een positieve trendlijn en om voor de beide parameters de kwaliteitsdoelstellingen te halen”, luidt het in hun gezamenlijk persbericht.
Open dialoog met wederzijds begrip
De sector van bemestingsproducten, en in het bijzonder kunstmest, wil in open dialoog en met wederzijds begrip meewerken met de Vlaamse overheid en andere betrokkenen aan bijkomende inspanningen om dit doel te bereiken. “We vragen wel om proportionele en functionele oplossingen en maatregelen die de Europese regels van bemestingsproducten en vrij verkeer van goederen en diensten respecteert”, zegt Renaat Van Leuven, voorzitter van de sectie Synagra van Fegra.
De toeleveringssector van kunstmest (stikstof- en fosforhoudende met een industrieel proces vervaardigde meststof) heeft, samen met zijn klanten en de diverse bevoegdheidsniveaus, al diverse initiatieven genomen om de situatie op het terrein te verbeteren en te streven naar een daling van de mogelijke impact op het leefmilieu, en in het bijzonder op de waterkwaliteit.
“Deze ambitie blijft en we zijn overtuigd dat een goede samenwerking met alle betrokken partijen daarvoor noodzakelijk is”, stelt Van Leuven. “We appreciëren de inspanningen van de VLM om met de sector te overleggen, maar we stellen vast dat na één jaar de benadering en aanpak zo fundamenteel verschillen van de realiteit op het terrein dat er helaas weinig sprake is van samenwerking. De sector is niet tegen een proportionele en functionele registerplicht en betere data voor het beleid, maar wel tegen een invulling ervan die zijn doel voorbijschiet, zoals een hoogfrequente registratie.”
Standpunt digitale registratieplicht
“Zoals het MER-rapport terecht aanhaalt: een aangifte of register brengt an sich geen significante milieueffecten met zich mee, maar kan beleidsondersteunend werken”, aldus Van Leuven. “Ons standpunt inzake een digitale registerplicht is over de jaren heen trouwens altijd hetzelfde gebleven. Wij zijn bereid om het principe van de registerplicht als hulp- en controlemiddel voor een verantwoord meststoffengebruik loyaal te steunen mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden nl. : uitvoerbaarheid, correctheid van de data, sluitend controlesysteem en proportioneel t.o.v. het uiteindelijke doel nl. een verbetering van de waterkwaliteit.”
Van Leuven voegt eraan toe dat de bevoegde overheden nu al ter plekke controles kunnen uitvoeren bij de handelaars in het Vlaams Gewest die rechtstreeks aan de boer leveren.
De sector wil in open dialoog meewerken met de Vlaamse overheid en andere betrokkenen aan bijkomende inspanningen maar vraagt wel om proportionele en functionele oplossingen en maatregelen. Hiervoor heeft de sector zelf een constructief stappenplan voorgesteld dat een betere inzage geeft in de evolutie van de levering en gebruik van kunstmest in Vlaanderen en strookt met de privacy wetgeving. “We betreuren dat daar maar minimaal mee rekening is gehouden door de VLM”, zegt Van Leuven. Daarnaast blijft de sector inzetten op voorlichting en begeleiding van de landbouwers inzake geïntegreerd bodembeheer (o.a. koolstofopslag) en oordeelkundige bemesting.
“Wij blijven als sector bereid om mee te denken met de overheid en de landbouwers om actief samen te werken over een goed gebruik van meststoffen in functie van bodem-, water- en luchtkwaliteit zonder opbrengst- en kwaliteitsverlies voor de landbouwer van zijn gewassen”, besluit Van Leuven. “Het is een complexe oefening met veel afwegingen, maar waarvan we de noodzaak mee onderschrijven.”
Bron: VILT