Voorjaar 2021, een nieuw teeltseizoen is aangebroken. De eerste gewassen zijn gezaaid en geplant. Een paar van de belangrijkste activiteiten op het gemiddelde akkerbouwbedrijf de komende tijd zijn de bemesting en de onkruidbestrijding. Beiden vragen met alle geldende beperkingen veel creativiteit en vakmanschap van de ondernemer.
Waar liggen nog mogelijkheden om verder te optimaliseren, bijvoorbeeld als het gaat om de onkruidbestrijding in suikerbieten? Nieuwe middelencombinaties? Verdergaande vormen van geïntegreerde bestrijding (chemisch/mechanisch)? We sparren erover met Sjef van der Heijden, onderzoeker onkruidbeheersing/techniek van het IRS.
2021 – Het eerste seizoen zonder desmedifam
Een goede onkruidbestrijding staat of valt met een tijdige aanpak als het onkruid nog klein is. Voorafgaand aan de zaaibedbereiding en ná zaai zijn er; afhankelijk van de onkruidbezetting, al mogelijkheden met respectievelijk glyfosaat of een bodemherbicide. Voor deze laatste groep middelen is voldoende vocht in de toplaag wel een voorwaarde. De hoofdmoot van de onkruidbestrijding vindt echter plaats na opkomst van de bieten. Als mooi voorbeeld van teeltoptimalisatie gebeurt dit al jaren met een zogeheten Lage Doseringen Systeem (LDS). Van der Heijden: “De inzet van het LDS heeft al een lange geschiedenis. Door een combinatie van diverse middelen in een lage dosering te gebruiken; is een effectieve aanpak tegen onkruid in bieten mogelijk.
De mix van fenmedifam (onder andere Corzal SE, red.), metamitron (onder andere Goltix SC, red), ethofumesaat (onder andere Tramat 200 EC, red.) en plantaardige olie vormt het hart van het systeem. Andere middelen kunnen hier aan zijn toegevoegd op basis van de aanwezige specifieke onkruiden.” De werkzame stof desmedifam (onder andere Betanal maxxPro) is met ingang van dit jaar niet meer inzetbaar. Dit is vooral een aderlating in de strijd tegen papegaaienkruid en herik. Vooralsnog kan hiervoor in de plaats triflusulfuron (onder andere Safari) aan de mix zijn toegevoegd. Er kan dan wel sprake zijn van enige groeiremming.
Herregistratie van middelen blijft gevaar
Met het noemen van triflusulfuron kaart Van der Heijden ook gelijk een mogelijk probleem aan. Van der Heijden: “In het kader van de herregistratie van diverse herbiciden is op dit moment de triflusulfuron beoordeeld. De eerste signalen voor herregistratie zijn helaas niet positief. De vraag is dus of we deze stof in de toekomst kunnen behouden”. Eenzelfde vraag is van toepassing op fenmedifam als een van de stoffen binnen het hart van de LDS-mix. “Een definitief besluit over herregistratie van fenmedifam is uitgesteld tot en met 2022. De kans op herregistratie van dit cruciale middel is voorzichtig positief, maar het blijft een onzekere factor.”
Komende jaren worden overigens meer belangrijke herbiciden opnieuw beoordeeld. Zoals metamitron, clomazone (Centium 360 CS), clopyralid (onder andere Lontrel 100), s-metolachloor (Dual Gold 960 EC) en lenacil (Safari Duoactive). “Als IRS focussen we ons in eerste instantie op het in stand houden van het LDS. We doen daarom al jaren onderzoek naar allerlei middelencombinaties zodat we bij wegval van één of meerdere middelen een alternatieve mix hebben”, aldus Van der Heijden. Nieuwe middelen zijn er op korte en middellange termijn niet verwacht.
Conviso smart systeem
Vooralsnog is een chemische onkruidbeheersing voor de bietentelers het meest praktisch (snel, beste resultaat, goedkoopste). Toch is er met het oog op de toekomst ook nadrukkelijk naar andere mogelijkheden of methoden gekeken. Eén van die nieuwe mogelijkheden is het Conviso Smart systeem. Binnen dit systeem wordt het middel Conviso One, een herbicide voor breedbladigen en grassen op basis van actieve stoffen uit de groep ALS-remmers, ingezet in bietenrassen die ALS-tolerant zijn.
Van der Heijden: “Deze nieuwe manier helpt ons de onkruidbestrijding nog verder te finetunen, specifiek op percelen met een hoge onkruiddruk en veel onkruidbieten. Bijkomend voordeel is de beperkte inzet aan werkzame stof (80 gram/ha = 1 l middel, red.). Wel is het in het kader van resistentiemanagement belangrijk het middel in combinatie met andere herbiciden te gebruiken.” Het Conviso Smart Systeem is daarmee een mooi alternatief voor specifieke omstandigheden. Wel is de opbrengst van de huidige ALS-tolerante bietenrassen nog lager dan die van de gangbare rassen.
Mechanische onkruidbestrijding nadrukkelijk in beeld
Hoewel mechanische onkruidbestrijding bepaald niet nieuw is in de bietenteelt, is het de verwachting van Sjef van der Heijden dat er door de mindere beschikbaarheid van herbiciden en politieke sturing, waarschijnlijk de komende tien jaar een (geleidelijke) transitie plaatsvindt van volledig chemische onkruidbeheersing naar een combinatie van een chemische en mechanische aanpak. Van der Heijden: “Ik verwacht dat een combinatie van factoren zoals duurzaamheid, registratie middelen, etiketrestricties en Europese regels (onder andere Green Deal, red.), zullen zorgen voor een geleidelijke overgang van volledig chemisch naar een combinatie van chemisch – mechanisch. Dit zal ook worden ondersteund door de vele bedrijven die zich wereldwijd toeleggen op allerlei mechanische onkruidbestrijdingstechnieken. Wij vertalen deze verwachting ook in ons onderzoeksprogramma de komende jaren.”
Concreet betekent dit dat het IRS aan de gang gaat met allerlei praktijkrijpe schoffels (in combinatie met vingerwieders en torsiewieders) en wiedeggen; mechanisatie zoals die ook in de biologische teeltsystemen van andere gewassen zijn gebruikt. Deze zijn echter niet direct na opkomst van de bieten inzetbaar. Het blijft daarom belangrijk dat de eerste kiemgolf van onkruiden chemisch kan zijn bestreden, de overige onkruiden kunnen dan mechanisch. Ook wordt in het onderzoek schoffelen gecombineerd met een rijenbespuiting. Van der Heijden: “Natuurlijk ligt er voor ons nog een uitdaging om de mechanische bestrijding zo dicht mogelijk langs en tussen de bieten te optimaliseren. We hebben hoge verwachtingen van allerlei innovaties op het vlak van ondersteunende apparatuur (gps, camera, plantherkenning, red.) die ons daarbij kunnen helpen.”
Zelf stappen maken bij optimalisatie onkruidbeheersing
Voor een belangrijk deel is de bietenteler uiteindelijk bij z’n onkruidbestrijding afhankelijk van de beschikbare toolbox van middelen en technieken. Toch kan ook vakmanschap het onderscheid maken. Waar kan de bietenteler komend seizoen nog stappen maken bij zijn onkruidbestrijding? Van der Heijden: “Een goed resultaat met chemische onkruidbestrijding wordt bepaald door onder andere type spuitdoppen, hoeveelheid spuitvloeistof en spuitdruk. Afgelopen seizoen bijvoorbeeld hadden we in de praktijk grote problemen bij de bestrijding van melganzenvoet. De belangrijkste reden hiervoor was de mate van afharding van dit onkruid op het moment van spuiten. We hebben toen geadviseerd om de dosering fenmedifam en plantaardige olie in de LDS-mix te verhogen. Tevens is het bij dergelijke omstandigheden belangrijk om voldoende water te gebruiken en de bespuiting uit te voeren bij een hoge relatieve luchtvochtigheid (in de avond of vroege ochtend, red.).”
Om de bietenteler een handje te helpen in z’n vakmanschap heeft het IRS een online onkruidtool ontwikkeld: ‘IRS-LIZ-Onkruidbeheersing’. Met invullen van de aanwezige onkruiden en het groeistadium van zowel het onkruid als de bieten krijgt de teler een passend advies van middelencombinaties en bijbehorende doseringen. Deze doseringen worden aangepast aan de verwachte weersomstandigheden rondom de bespuiting, zodat de combinatie goed werkt op de onkruiden en veilig is voor het gewas. Zowel de online onkruidtool als alle actuele adviezen zijn terug te vinden op de www.irs.nl.
Dit betreft een artikel uit onze Akkerbouwkrant. De Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat?
Tekst: Kaj Poldermeer
Beeld: IRS