Op een zonnige lentedag neemt landbouwer John Van Elsen ons mee om de percelen te tonen die hij aangelegd heeft met een beheerovereenkomst. Behalve het uitbundige gezang van een veldleeuwerik in de lucht, is het stil op het leemplateau van Bertem. Uit een recent ingezaaid perceel naast ons, vliegt ineens een veldleeuwerik weg. Zou daar een nest met kleintjes zijn? ‘Je zou het nest nooit vinden’, zegt John. ‘Die veldleeuwerik is slim: hij loopt eerst een eindje weg van zijn nest voor hij begint te vliegen!’
John Van Elsen nam in 1988 het landbouwbedrijf over van zijn ouders, die grondwitloof kweekten. Hij teelt suikerbieten, wintergerst, wintertarwe en haver. Daarnaast sloot hij beheerovereenkomsten voor een groot deel van zijn landbouwpercelen. Op bijna 30 van zijn 72 ha landbouwpercelen voert hij een beheer uit dat de biodiversiteit, en vooral de akkervogels, ten goede komt.
Rauwerd Roosen is intussen 14 jaar de bedrijfsplanner voor John. Elk jaar spreken ze af om te bekijken welke beheerovereenkomsten er op zijn bedrijf mogelijk zijn, welke beheerovereenkomsten ten einde lopen en of John die wil vernieuwen. Ook bij problemen of vragen over zijn beheerovereenkomsten, kan John bij Rauwerd terecht.
Al meer dan 20 jaar beheerovereenkomsten
John, jij doet al mee met de beheerovereenkomsten sinds 2001, van helemaal in het begin. Intussen sluit jij al meer dan 20 jaar beheerovereenkomsten met de VLM.
John: In het begin bestonden mijn beheerovereenkomsten vooral uit grasstroken om holle wegen te bufferen, en om erosie tegen te gaan. Tegenwoordig heb ik bijna allemaal beheerovereenkomsten voor soortenbescherming.
Rauwerd: Voor erosiebestrijding kunnen landbouwers sinds dit jaar geen beheerovereenkomsten meer sluiten. Maar erosie blijft hier wel een uitdaging. Een deel van die vroegere erosiestroken zijn omgezet naar faunastroken voor akkervogelbescherming. Die zijn beter voor de biodiversiteit. We proberen die twee zaken dus te integreren. Een faunastrook of een faunastrook plus is een bredere strook, die de boer gefaseerd maait, en waar een bijkomende braakstrook of bloemenstrook op voorzien kan worden. En ze krijgen daar ook een hogere beheervergoeding voor. Dat is wat John ook gedaan heeft voor zijn vroegere erosiestroken.
John: Ik heb nu bijna allemaal beheerovereenkomsten voor soortenbescherming. Een deel daarvan zijn nieuwe beheerovereenkomsten, die gestart zijn dit jaar. Ik heb faunaranden plus, luzernehooiland, bloemenakkers, faunavoedselgewas en fauna-akker wisselteelt. Dat zijn allemaal percelen waarop ik kruidenrijke mengsels inzaai, en een aangepast maaibeheer op uitvoer. Sommige delen van die percelen worden gemaaid, en andere moeten langer blijven staan. Daardoor is er een combinatie van percelen die korter gemaaid zijn, met percelen waarop graan of kruiden staan.
Rauwerd: Dat soort percelen vormt een ideaal leefgebied voor akkervogels. Ze maken daar graag hun nesten en kunnen er ook schuilen. En ze vinden er ook insecten, voor henzelf en om hun jongen mee te voeden. Johns bedrijf ligt in een beheergebied voor akkervogels. Akkervogels zijn voor hun leefgebied en voedselvoorziening afhankelijk van agrarisch landschap, zoals graanvelden en akkers. Het Brabants leemplateau plateau biedt een geschikte omgeving voor die vogels om te broeden en te foerageren, door de diverse landbouwgronden en veldstructuren. De beheerovereenkomsten versterken dat nog.
Hoe ga je om met de beheervoorwaarden?
Je hebt sinds dit jaar een aantal nieuwe beheerovereenkomsten. Voor die nieuwe beheerovereenkomsten zijn enkele beheervoorwaarden verstrengd. Hoe ga jij daarmee om?
John : Als ik die nieuwe beheerovereenkomsten maai, mag dat maaisel niet meer blijven liggen. Dat maaisel moet ook afgevoerd worden. Maaien kan ik zelf doen. Maar ik heb geen opraapwagen. Daarvoor schakel ik een loonwerker in. Die doet dat maaisel dan op een hoop, laadt het terug op een mestkar en dan voer ik het maaisel direct open op mijn veld, als bemesting. Ik heb dat wel nog niet gedaan, ik moet mijn percelen pas half augustus maaien. En de volgende keer is dan tussen 15 maart en eind april, volgend jaar dus.
Rauwerd: Het is belangrijk dat die akkervogels in ‘t voorjaar een korte strook hebben waarin de kuikens gemakkelijk naar insecten kunnen zoeken. En waar ze snel kunnen opdrogen. In het voorjaar is het gras ’s ochtends dikwijls nog nat, en als de kuikens niet kunnen opdrogen, dan raken ze onderkoeld. Door gefaseerd te maaien, krijg je naast ruige stroken waarin akkervogels zich kunnen verschuilen en nesten maken, ook korte stroken waar ze insecten kunnen vinden. Eventuele bijkomende braak- of bloemenstroken vergroten de variatie in de faunaranden. In de braakstroken nemen akkervogels stofbaden en vinden ze zaden van akkerkruiden, de bloemenstroken trekken insecten aan. Zo zijn de faunaranden het hele jaar door aantrekkelijk voor tal van akkervogels.
John: En je mag akkerdistels ook niet meer sproeien. Ik ga die nu binnenkort afdoen. Vroeger ging ik dan af en toe eens sproeien want de laatste distels heb ik nooit allemaal mee.
Rauwerd : Als je vanaf nu gaat maaien en afvoeren, zullen die akkerdistels ook afnemen. Op stroken die gemaaid worden en waar dat maaisel wordt afgevoerd, zijn er heel weinig problemen met veronkruiding door distels en andere ruigtekruiden. Als het maaisel blijft liggen verstikt de onderliggende vegetatie. Ruigtekruiden zoals distels, bramen en brandnetels groeien goed in die omstandigheden. Als dat maaisel afgevoerd wordt, krijgen andere kruiden meer kans om te ontkiemen en krijg je een vegetatie die open en divers is van structuur. De structuur van de vegetatie is erg belangrijk voor grondbroedende akkervogels en andere akkerfauna zoals hazen. De vegetatie moet voldoende dicht zijn zodat nesten beschut zijn tegen predatoren. Maar wel open genoeg zodat akkervogels zich door de vegetatie kunnen verplaatsen. Het zijn vaak de kleine dingen die op terrein het verschil kunnen maken om tot een broedsucces te komen.
Wat is voor jou de belangrijkste reden om beheerovereenkomsten te sluiten?
John: De vergoeding voor de beheerovereenkomsten is een belangrijke reden. Dat is voor mij een garantie op een zeker inkomen. En ik merk ook dat de beheerovereenkomsten effect hebben. Ik zie veel meer patrijzen en veldleeuweriken op mijn percelen.
Rauwerd: Akkervogels zoals patrijzen en veldleeuweriken houden in dit gebied relatief goed stand, en hun aantal stijgt zelfs een beetje. De beheerovereenkomsten zijn daar doorslaggevend in.
Bron en beeld: Vlaamse Land Maatschappij