Acht landbouwers legden langs de Frontzate bijna zes hectare bloemenstroken aan speciaal voor grashommels, onze grootste wilde bijen. Naast honing- en solitaire bijen zijn hommels belangrijke bestuivers van wilde bloemen, groenten en fruit. “Door het veranderde landbouwlandschap met minder bloemrijke graslanden hebben bijen en hommels het alsmaar moeilijker. Sommige soorten, zoals de grashommel, zijn daardoor erg zeldzaam geworden”, klinkt het bij de Vlaamse Landmaatschappij.
De grashommel gedijt in open, bloemrijke graslanden en komt vooral nog in de polders voor. “Landbouwers kunnen wilde bijen en andere insecten helpen door bijvoorbeeld bloemrijk grasland in stand te houden, bloemen in te zaaien en minder pesticiden te gebruiken”, zegt Bram Conings, bedrijfsplanner bij de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). “Zo legden acht landbouwers samen 13 bloemenstroken aan op bijna zes hectare landbouwgrond langs de Frontzate, een oude spoorwegbedding tussen Nieuwpoort en Diksmuide die nu dienst doet als fietspad. De naastgelegen bermen en overhoekjes zijn interessant voor tal van insecten in het polderlandschap. Zo vliegen er bijvoorbeeld argusvlinders en grashommels.”
Europees project Beespoke
De aanleg van de bloemenstroken kadert binnen het Europees project Beespoke, dat onderzoekt welk landschapsbeheer en welke bloemen een positieve impact hebben op bestuivers zoals solitaire bijen, hommels en zweefvliegen. Naast de landbouwers werken de VLM, UGent, Natuurpunt en Inagro mee in het project. “Landbouwers kunnen financiële ondersteuning krijgen als ze voor de aanleg van bloemenstroken een beheerovereenkomst sluiten met de VLM”, klinkt het. In ruil voor de aanleg en het onderhoud van de bloemenstrook ontvangen ze dan een vergoeding van de VLM.
“Omdat de focus in het gebied op de grashommel ligt, hadden we een mengsel van vlinderbloemigen nodig zoals klaver, luzerne en wikke”, legt Conings uit. “Die planten hebben een lange kroonbuis, waardoor de nectar zich diep in de bloem bevindt. De perfecte nectarbron voor insecten met een lange tong, zoals ook de grashommel. Binnen de beheerovereenkomsten voor aanleg en onderhoud bloemenstrook bestaat de optie al om een meerjarig bloemenmengsel van vlinderbloemigen te gebruiken, alleen werd die voordien nauwelijks toegepast in de polders.”
Gefaseerd maaien van luzerne
Inagro test op een perceel luzerne langs de Frontzate of een aangepast maaischema een voordeel is voor bestuivers, en hoe groot de impact daarvan op de oogst is. “Luzerne wordt normaal gemaaid net op het moment dat de planten in bloei komen”, vertelt Thomas Van Loo van Inagro. “Door op het perceel bij elke maaibeurt telkens een nieuwe strook niet te maaien, krijgt een deel van het perceel de kans om het hele seizoen te bloeien en voedsel voor bijen en andere insecten te leveren. We merken bovendien dat de interesse in de teelt stijgt bij landbouwers omdat ze door de diepe wortels weinig last heeft van droogte en stevig door blijkt te groeien op momenten waar de meer klassieke voedergewassen zoals mais en raaigras het moeilijk hebben”.
Grashommelnest
De bijenspecialisten van Natuurpunt en Nature-ID houden bij welke soorten profiteren van de bloemenstroken en waar eventueel bijgestuurd moet worden. Ze lopen daarvoor drie keer per jaar de bloemenstroken af, en noteren welke bestuivers ze zien op welke bloemen. Na één jaar monitoren is het nog te vroeg om conclusies te trekken, maar het is in elk geval duidelijk dat de grashommel haar weg vindt naar de bloemenstroken, soms met tientallen tegelijk.
“Bijzonder waren de vondsten van de zeldzame klaverdikpoot, grote kegelbij en de driedoornige metselbij: niet meteen soorten die je in een landbouwlandschap zou verwachten” vertelt Jens D’Haeseleer van Natuurpunt. Op het luzerneperceel en de bloemenstroken werden naast behoorlijke aantallen foeragerende grashommels, ook een heleboel andere insecten zoals andere hommelsoorten, dag- en nachtvlinders, zweefvliegen en lieveheersbeestjes aangetroffen. “Een unieke ervaring was de vondst van een actief grashommelnest in de berm van de Frontzate. Fantastisch om de koningin en haar werksters te kunnen observeren”, besluit D’Haeseleer.
Bron: Vilt