Er zit muziek in de teelt van peulvruchten in Vlaanderen. De vraag van consumenten en de retail is in stijgende lijn, alle schakels in de keten zijn lokaal aanwezig, de eerste teelervaringen waren een succes en het enthousiasme om ermee aan de slag te gaan is groot. “Het komt er nu op aan om de teelttechniek verder onder de knie te krijgen en lokale ketens op te zetten”, zegt Jana Baeyens (ILVO). “Want alle basisvereisten om de teelten te doen slagen, zijn aanwezig.”
Mensen die op zoek gaan naar meer variatie in hun voedingspatroon en naar een alternatief voor vlees, vis of zuivel, komen al snel terecht bij de zaden of bonen van peulvruchten. Maar vandaag komt het gros van die linzen, kikkererwten, edamame (groen geoogste soja), soja of nierbonen van buiten Europa. Die aanvoer is onzeker en bovendien fluctueren de prijzen sterk. Dat is een belangrijke motivatie voor primaire verwerkers, handelaars en voedingsbedrijven om te kijken wat lokaal mogelijk is.
Groene gewassen met veel potentieel
Peulvruchten zijn om verschillende redenen interessante gewassen voor Vlaanderen. Als vlinderbloemige voorzien ze voor een deel zelf in hun bemesting en dat van de volgende teelt, door stikstof uit de lucht te fixeren. Daardoor passen ze goed in een ruimere teeltrotatie en in de Europese ambitie om het gebruik van meststoffen sterk te verminderen. Verschillende peulvruchten trekken bovendien bestuivers en andere nuttige insecten aan, wat de biodiversiteit bevordert.
Nog een belangrijke plus: alle schakels om peulvruchten te telen en op de markt te brengen, zijn lokaal aanwezig. “We hebben peulvruchtveredelaars, zaadbedrijven, landbouwers op zoek naar rendabele teelten, loonwerkers met het juiste machinepark, primaire verwerkers die de oogst drogen, opschonen, eventueel malen en verpakken, handelaars, voedingsbedrijven die de bonen of het meel verwerken tot een lekker eindproduct, retailers en niet te vergeten een groeiend aandeel vegetariërs of flexitariërs onder de bevolking”, schetst Jana Baeyens van ILVO.
Baeyens ziet dat landbouwers op kleine schaal al spontaan experimenteren met onder andere kikkererwten en nierbonen.“Dat is goed nieuws, want eiwitdiversificatie start bij de primaire producent. Zij zijn op zoek naar gewassen die iets opbrengen en waarmee ze hun inkomen en het risico kunnen spreiden. Dat het daarenboven groene gewassen zijn waarmee ze hun teeltrotatie kunnen uitbreiden, is mooi meegenomen.”
Eind augustus organiseerden ILVO, Inagro, UGent en HOGENT een workshop rond de teelt van peulvruchten voor landbouwers en de andere schakels uit de keten. De opdracht is duidelijk: hulp bieden om de teelten op punt te stellen en om iedereen met elkaar in contact te brengen. Daarnaast zullen ook de ‘ecosysteemdiensten’, of de bijdrage aan de natuur, van de peulvruchten gemeten worden.
Green Deal
Want dergelijke teelten passen perfect in de Green Deal van de Europese Commissie. De bijhorende Farm to Fork- en Biodiversiteitsstrategieën stellen dat het gebruik en de schadelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen tegen 2030 moet halveren, het meststoffengebruik met een vijfde moet verminderen en verlies van nutriënten eveneens moet halveren. De Farm to Fork-strategie breekt daarnaast een lans voor eerlijke economische opbrengsten in de agrovoedingsketen en gezond, betaalbaar en duurzaam voedsel dat toegankelijk is voor alle Europeanen.
Peulvruchten
“Peulvruchten passen mooi in dit verhaal”, aldus Baeyens. “We willen op al deze facetten gaan werken. Maar we willen dat niet alleen doen, want het is duidelijk dat de introductie van zo’n nieuwe teelten een ketenverhaal moet zijn. Landbouwers en bedrijven met ambities in peulvruchten, mogen zich nu al melden.”
Eiwitstraat
ILVO, Inagro, HOGENT en UGent zetten sterk in op de ontwikkeling van lokale eiwitrijke teelten in Vlaanderen. De soja- en quinoaprogramma’s zijn het best gekend, maar er wordt ook hard gewerkt aan erwten, veldbonen, nierbonen, kikkererwten, linzen, edamame, enz. Voor de kenniscentra past dit in een breder kader van kennisontwikkeling voor bedrijven en partners die een ruimer aanbod eiwit op de humane voedingsmarkt willen brengen. Behalve onderzoek zijn daar investeringen aan gekoppeld. In de Food Pilot van ILVO en Flanders’ FOOD in Melle wordt een heuse ‘eiwitstraat’ aangelegd en op de site van ILVO in Merelbeke komt een droog- en triagelijn voor kleinere teelten met afzet in de humane voeding.
“De eerste resultaten van het onderzoek naar teelten en toepassingen van lokale eiwitrijke teelten zijn veelbelovend”, vertelt Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits. “Ik heb dit enkele weken geleden zelf ervaren tijdens een bezoek aan de proefvelden en de Food Pilot op ILVO. Het gaat om nieuwe teelten waar de interesse zowel van boeren als van potentiële afnemers alsmaar toeneemt. Het zijn dan ook teelten waarmee ingespeeld wordt op meerdere uitdagingen: veranderend consumptiepatroon, klimaatdoelstellingen, lokale eiwitvoorziening enz. Het is cruciaal dat we boeren begeleiden en stimuleren om hiermee aan de slag te gaan. We zullen hier in de toekomst versterkt op inzetten.”
Bron: VILT