De vorst heeft een desastreus effect op de gewassen die vanwege de extreme regenval van de afgelopen maanden niet gerooid konden zijn. De aardappelen die begin januari nog in de grond zaten, zijn verloren. Wijnand Sukkel van Wageningen University & Research: “Boeren moeten dealen met steeds extremere weersomstandigheden.
Voor oplossingsrichtingen kijkt WUR naar lichtere machines op het land en de veredeling van rassen die beter bestand zijn tegen extreme weersomstandigheden.”
Klimaatverandering zorgt voor droogte, hitte, extreme zomerbuien èn nattere winters. Op verschillende plekken is de bodem op dit moment veel te nat en heeft de grond onvoldoende draagkracht voor de (oogst)machines of is de grond te nat om te bewerken en in te zaaien. Naar schatting zit nog vijf tot tien procent van de aardappelen, peen en suikerbieten in de grond. En graantelers kunnen geen wintergraan zaaien.
“Akkerbouwers konden vanwege een natte lente het afgelopen jaar pas later het land op om aardappel- en suikerbietgewassen in te zaaien. Toen het tijd was om te oogsten was het opnieuw kletsnat”, legt onderzoeker duurzame landbouw Wijnand Sukkel uit. “De zware oogstmachines zakken weg in de modder. Hierdoor, en door het vele water in de grond, verslechtert de bodemstructuur. De lucht verdwijnt uit de bodem waardoor er schade ontstaat aan gewassen. Het water kan niet goed infiltreren in de bodem door verdichting van de ondergrond. Dat verergert het probleem voor de komende jaren.”
Hoge water veroorzaakt toename stikstofuitspoeling
Wijnand Sukkel noemt nog een probleem dat wordt veroorzaakt door de regenval: “Als het water op het land blijft staan en de bodemstructuur verstoord raakt, kunnen boeren geen groenbemesters meer zaaien. Dat betekent een toename van stikstofuitspoeling. En het risico op lachgasemissie is veel groter in een bodem met een slechte bodemstructuur dan een bodem waarin voldoende zuurstof aanwezig is.”
Bollenteelt
De hevige regenval is volgens Eric Poot, Teamleider bij WUR Glastuinbouw & Bloembollen, ook het gesprek van de dag in de bollenteelt. De voorjaarsbloeiers, zoals tulpen, zijn door de aanhoudende regen later gepland en ondervinden stress door de hoge waterstand. Hierdoor kan de oogst in de zomer tegenvallen. “Daarnaast maken bollentelers zich zorgen over de najaarsbloeiers. Op verschillende plekken zitten de lelies nog in de grond. Er zijn al bollen gestikt.”
Hoog water en nieuwe teeltsystemen
Eric Poot werkt binnen WUR aan teeltsystemen die minder chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken en ziekten tegengaan. “We laten bijvoorbeeld lelies groeien in een plastic zeil met substraat waardoor we slechts een klein oppervlakte van de grond nodig hebben. Omdat we starten met ziektevrij substraat hebben we geen last van bodemziekten. En onkruid verwijderen tussen de sleuven gaat gemakkelijker dan bij de huidige volvelds systemen. Het is de vraag wat de steeds nattere omstandigheden voor invloed hebben op dit soort systemen: hoe groot is de kans dat er te veel water in de sleuf komt waardoor de bollen stikken. Dat moeten we meenemen in onze analyse.”
Lichtere machines
Boeren en telers kunnen wel wat doen als het in de toekomst vaker zo nat is. Bij de Boerderij van de Toekomst onderzoekt Wijnand Sukkel een systeem van vaste rijpaden en het gebruik van lichtere machines en rupsbanden. Hierdoor kunnen boeren het land op om te oogsten zonder dat de bodem verdicht. “Boeren kunnen ook denken aan andere aardappelrassen die vroeger te oogsten zijn”, zegt Sukkel. “Het is wel van belang dat de verwerkende industrie – friet, chips, zetmeel – hierin meegaat. Daarnaast hebben de waterschappen een rol in het vinden van een goede balans tussen voldoende water in het gebied houden, bijvoorbeeld door te bufferen in sloten of natte gebieden, en voldoende afvoer.”
Oplossing in veredeling
Voor een andere oplossingsrichting kijkt WUR naar veredeling. Gerard van der Linden, expert op het gebied van veredeling, legt uit dat periodes van droogte afgewisseld met hevige regenval steeds vaker voorkomen. “Om droogte het hoofd te bieden werken we aan rassen die efficiënter omgaan met water, waardoor ze minder water verbruiken”, zegt hij. “Als planten dagen onderwater komen te staan heb je een ander probleem. De zuurstof in de bodem raakt op. Hierdoor ontstaat schade aan gewassen. Je kunt rassen mogelijk zo veredelen dat de planten in een soort winterstand gaan. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij rijst. Bij hoogwater gaat het metabolisme van deze plant omlaag. De plant heeft even geen zuurstof nodig en houdt als het ware zijn adem in. Maar een plant kan dat natuurlijk geen weken volhouden.”
Dikkere schil
Als rot een probleem is bij bollen of knollen, kun je volgens Gerard van der Linden rassen veredelen die minder gevoelig zijn voor schimmels of een dikkere schil hebben. “Het is belangrijk dat boeren hun opbrengsten kwijt kunnen. Handelaren en consumenten moeten hier dus wel in meegaan. Het aanpassen van rassen of het ontwikkelen van nieuwe rassen kost natuurlijk tijd. Afhankelijk van het soort gewas duurt het tussen de drie en tien jaar.” Eric Poot vult aan: “En de veredeling van tulpen duurt meer dan twintig jaar.”
Volgens Sukkel loopt het wel los in de akkerbouw zolang boeren hun bodemstructuur op orde hebben. “Bodemverdichting komt ook veel voor bij gras- en maisland. Dat probleem wordt nog wel eens onderschat. Een goede bodemstructuur is ook bij deze gewassen van groot belang voor de opbrengst.” Eric Poot vult aan: “Vooralsnog maak ik me geen zorgen over het economisch potentieel in de bollenteelt: er wordt veel geproduceerd: iets minder bollen kan zelfs wel gezond zijn voor de markt. Maar de winters moeten niet elk jaar zo nat zijn.”
Bron: WUR