Akkerbouwers passen de biostimulant Tercol van Pireco toe in hun schema voor aardappelen. Voornaamste doel is om de weerbaarheid in de wortelzone rondom de knollen te vergroten. Door de aanwezigheid van kruiden en algen stimuleert de biostimulant de beworteling en de kwaliteit van de aardappel. Dat de kwaliteit van de knol verhoogt wordt maakt de Tercol extra interessant in de natoepassing aan het einde van de teelt, het moment waar vaak de grootste schade ontstaat.
Tercol staat voor Terra Coleoptera wat vrij vertaald bodem en kever betekent. De naam verwijst naar de positieve effecten van de plantversterkende bestanddelen in het mengsel. De extracten van de speciaal geselecteerde aromatische planten, kruiden en algen zorgen een ondersteuning van het natuurlijke regeneratievermogen van het gewas. Dit zorgt voor een voedende plantversterkende werking in de bodem en bij de wortel. Uiteindelijke doel: vermindering van abiotische stress en verhoging van de weerbaarheid.
Gunstig effect op groei gewas
Pireco maakt biostimulanten op basis van microalgen, zeewier of kruidenextracten. “In Tercol zitten meerdere bestandsdelen die een gunstig effect hebben op de groei van het gewas, maar het pepermuntextract is de hero”, stipt Job Simmes, technisch adviseur akkerbouw bij Pireco, aan. Uit de literatuur is bekend dit kruid een positief effect heeft op de weerbaarheid in de bodem. “Kruiden en algen zorgen dat de beworteling en de groei verbetert. Uiteindelijk is dat natuurlijk een kerneigenschap van een biostimulant.”
In de praktijk is het verhogen van de kwaliteit van aardappelen, en met name de schilkwaliteit, een belangrijk doel als het gaat om teeltoptimalisatie. Ritnaalden is daarbij een steeds groter probleem. Telers zoeken naar oplossingen waardoor er minder vraatschade ontstaat. De schade die dit geeft, leidt tot het achteruitgaan van de kwaliteit. De verwerking van aangetaste partijen wordt bemoeilijkt en ze kunnen zelfs worden afgekeurd. “Als je kunt bewerkstelligen dat ritnaalden wegblijven, ben je minder afhankelijk van chemie. Doordat er steeds minder middelen beschikbaar zijn, is het beheersen van bodeminsecten steeds lastiger, vooral aan het einde van de teelt.”
Verschillende toepassingen
Tercol wordt als biostimulant op verschillende manieren toegepast. Allereerst als microgranulaat bij het zaaien en poten van de knol. De vloeibare variant wordt na opkomst vaak twee keer volvelds toegepast met de veldspuit. “Kort voor een regenbui, want het is wel noodzakelijk dat Tercol in de bodem zakt, zodat de bestandsdelen via de wortels worden opgenomen.” Na de bloei van het gewas, eind juli, wordt geadviseerd om Tercol met een dosering van drie keer tien liter per hectare in de rug bij de knol te krijgen. “Daar moet je zijn voordat er kwaliteitsverlies ontstaat.”
Natoepassing is wel een uitdaging
De natoepassing is wel een uitdaging, met name met het oog op toepassen. “Om Tercol op de juiste plek te krijgen heb je wel minimaal tien millimeter water nodig. Bovendien moet je op tijd aanwezig zijn, waardoor dit met beregenen lastig is. Daar heb je eigenlijk een regenbui voor nodig.” Door de preventieve inzet en het op tijd volvelds spuiten van Tercol lukt het telers om de weerbaarheid in de bodem te ondersteunen en in de wortelzone voor een sterk herstellend vermogen te zorgen. Stressfactoren die invloed hebben op de ontwikkeling van de wortels en knol van de plant komen daardoor minder snel tot uiting. Met minder afkeur van product door de hogere schilkwaliteit als gevolg.
Dit blijkt ook uit proeven van Vertify, waarbij nabehandeling met Tercol voor negentig procent gezonde knollen zorgt. Dat is twintig procent hoger dan onbehandelde objecten en tien procent hoger dan de standaard toepassing tijdens het poten. “Bij proeven die we uitgevoerd hebben samen met Agrifirm bij het HLB kwam naar buiten dat de combinatie starten met een chemisch granulaat en die opvolgen met Tercol aan het einde van de teelt de hoogste knolkwaliteit gaf. Daarom ligt in mijn ogen de grootste potentie van Tercol in aardappelen in de nabehandeling, omdat op dat moment de kwaliteit van de knol heb belangrijkst is.”
Vanwege de specifieke inzet van Tercol in de aardappelrug wordt de biostimulant vaak solo toegepast. Volgens Simmes is het mogelijk om Tercol ook samen met andere producten in te zetten, maar technisch gezien is dat lastig. “Als je een bespuiting van phytophthora wilt doen, ga je na de toepassing juist niet beregenen.” In de uien zag je dit jaar dat Tercol vaak met de bodemherbiciden wordt meegenomen.
“Het ruikt een beetje naar knoflook”
De geur van Tercol is in ieder geval geen probleem. “Het ruikt een beetje naar knoflook en dan krijgen we wel eens de vraag of de geur niet door de aardappel wordt opgenomen. Dat blijkt niet zo te zijn.” Tercol is een natuurlijk product waardoor de inzet van de biostimulant mogelijk ook interessant is binnen een bonusregeling van de verwerker. Een extra reden om te overwegen om Tercol standaard op te nemen in het schema voor aardappelen.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Pireco