Agrifirm heeft Tercol een plek gegeven in het voorkeursschema voor de aardappelen. Volgens teeltspecialist Fokko Prins van Agrifirm wordt het gebruik van natuurlijke hulpstoffen steeds meer gestimuleerd. De afgelopen jaren is in proeven gekeken naar het effect van verschillende producten op
de knolkwaliteit.
Daarbij is ook het effect van inzet van Tercol getoetst. “Hierbij zien we dat sterkere planten minder aantrekkelijk zijn voor insecten”.
Ritnaalden een steeds groter probleem
Volgens Prins vormen ritnaalden een steeds groter probleem. Vooral de late aantasting door de toenemende druk is een belangrijk aandachtspunt. “Door de vergroeningseisen zetten we meer groenbemesters in en houden we de percelen langer groen. Daarmee zie je dat ritnaalden over het algemeen een probleem wordt. Daarnaast worden de eisen steeds strenger. De consument wil aardappelen zonder gaatjes, maar ondertussen wordt de gereedschapskist waarmee we aantasting kunnen voorkomen steeds smaller.
Volvelds met de veldspuit
De toepassing is volgens Prins best lastig. “Je kunt Tercol het beste volvelds toepassen met de veldspuit, maar dan moet je van nature wel een bui hebben zodat de biostimulant in de rug afzakt. Dat is met de haspel wel lastig, want het vraagt veel tijd om een heel perceel te beregenen.” De inzet van Tercol om de aardappelknol later in het seizoen weerbaarder te maken, ziet Prins als desalniettemin als een groot voordeel.
“In het voorjaar kun je nog monitoren, bijvoorbeeld met testknollen, en je maakt keuzes op basis van perceelshistorie. Richting het einde van de teelt, het moment dat de ritnaald omhoog komt, wordt het lastiger. Hierdoor zie je de schade in het najaar steeds verder oplopen. Daarom willen we graag meer ervaring met Tercol op doen.”
“Minder tarra is het doel
Lees ook het bijbehorende artikel uit de akkerbouwkrant: “Minder tarra is het doel”.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Pireco