Over precisielandbouw is een hoop te doen. Velen zijn ervan overtuigd dat dit de toekomst is, echter laat de praktijk zien dat het lastig is om dit rendabel in te zetten. Al kan er wel winst gehaald worden door de verzamelde data te combineren. Want data verzamelen is één, er vervolgens wat mee doen, dat is next level. Roelof Naber, manager team akkerbouw Noordoost-Nederland bij Delphy, vertelt over de volgende stap en de strubbelingen.
Waarom willen we naar precisielandbouw op plantniveau?
“Precisielandbouw heeft de potentie om het productieproces te beïnvloeden, met hogere opbrengsten of kostenreductie tot gevolg. Door dit op plantniveau te doen, kunnen we het maximale uit iedere afzonderlijke plant halen en dat biedt kansen. Het nadeel van de akkerbouw is dat we overgeleverd zijn aan de grillen van de natuur. Wat dat betreft kijk ik jaloers naar de glastuinbouw. Daar kun je alles controleren en wat blijkt dan? Mensen die alleen op data sturen, behalen de hoogste productie in de kas. Meer nog dan mensen met jarenlange teeltervaring. Dat gezegd hebbende, betekent dat er in de akkerbouw ook vast het een en ander is te winnen.”
Data verzamelen
Hoe verzamel je data op plantniveau?
“Omdat de omstandigheden vanuit de kas niet één-op-één te vertalen zijn naar de akkerbouw, heb je minder knoppen om mee te sturen. Delphy heeft nu een jaar of tien ervaring met plantsapanalyses. Dat is in wezen vergelijkbaar met menselijk bloedonderzoek, waarbij we kijken naar de plant kan. Wat heeft die opkunnen nemen en hoe reageert die daarop? Dat relateren we aan ontwikkelde normlijnen om zo efficiënt mogelijk te telen.
Dat is een andere optiek dan wanneer vanuit het aanbod wordt geredeneerd. De tendens is namelijk vaak ‘als er maar genoeg opzit’. Ik vergelijk het graag met de mens. Als je iemand zes stamppotten voorschotelt, zal hij waarschijnlijk maar één portie opeten. Oftewel: als je heel veel (meststoffen, red.) strooit, dan kan het zijn dat er een soort uit beeld raakt. Je hebt met het aanbod en de bodemvoeding invloed op de opname en daarvoor moet je ook naar de bodem kijken. Zit er bijvoorbeeld veel kali in, dan kan dat resulteren in een magnesiumgebrek in de plant.”
Plantenkennis
Weten we genoeg van wat er in de plant gebeurt om precisielandbouw toe te passen?
“Het eerlijke verhaal is dat we lang niet alles weten. Terwijl je wel moet weten wat er in de grond zit en wat daar gebeurt. Zandgronden zijn wat dat betreft ook weer wezenlijk anders dan klei. Wij hebben, als Delphy zijnde, niet alle wijsheid in pacht. Maar we kunnen, door analyses op verschillende niveaus aardig goed zeggen hoe ‘de patiënt’ erbij staat. Als je kijkt hoe de wereld er nu voor staat, dan wordt deze geregeerd door bladmeststoffen.
Ook wij hebben daar veel proeven op gedaan en het eerlijke verhaal is als volgt; het werkt in veel gevallen vaker negatief dan positief. Het enige wat zeker is, is dat je je geld kwijt bent. Van ‘wishful thinking producten’, zoals ik ze graag bestempel, kun je best wat verkopen als je een mooie folder hebt. En dat is de keerzijde van de data die beschikbaar is. Oftewel: weten we genoeg van wat er in de plant gebeurt: We weten veel, maar nog lang niet alles en zijn daarbij afhankelijk van vele factoren.”
Met behulp van Delphy Plantadvies leveren jullie toegevoegde waarde, hoe dan?
“Delphy Plantadvies is een tool, die op iedere computer van de adviseur stond. We hebben dit doorontwikkeld tot een digitaal platform in de cloud, zodat we tot wel twintig jaar teelthistorie kunnen koppelen aan alle data, die beschikbaar is via het internet en straks ook de eigen plantsapanalyses. Zo is de vertaalslag gemaakt tussen data en het bemestingsplan en proberen we koppelingen te maken tussen bemestingsmonsters en andere variabelen in combinatie met bladsapanalyses op de percelen.
Uiteindelijk proberen we met alle tools tot bevindingen te komen die we kunnen reproduceren, zodat boeren daarop kunnen gaan sturen. Maar vaak blijkt dat, door wisselende omstandigheden, dit niet haalbaar is. Zo zie je dat plaatsspecifiek poten van aardappelen op basis van de CEC in de grond het ene jaar wel effect heeft en het andere jaar niet. Daarmee durf ik te stellen dat als je kijkt naar de precisielandbouw als geheel, er een hele boel mooie apparaten te koop zijn, die van alles kunnen, maar dat er niet vooralsnog niet direct een verdienmodel aan te koppelen is.”
Rol van Techniek
Techniek zal een deel van de menselijke kennis overnemen: moeten we daar naar toe?
“Het gebeurt nu al door de inzet van taakkaarten. Het personeel rijdt de route en de techniek doet de rest. Daarom kun je de taakkaart ook prima zien als een soort verzekering. Dan heb ik het overigens wel over strooien. Zodra je gaat spuiten, dan is dit toch anders. Wij hebben een klant met een spuitmachine uitgevoerd met spotspraying. Door een drone met plantherkenning over het perceel te sturen, lukt het om specifiek per plant onkruid aan te pakken via een taakkaart. Echter, dit is niet altijd rendabel, want chemie is relatief goedkoop en de opbrengst is niet zodanig veel hoger dat het écht interessant is.
Een andere optie is het injecteren van middel op de spuitmachine. De mix kan dan per perceel of perceelsgedeelte worden aangepast. De grote stap die we gaan zien, is dat we inzicht krijgen in wat waar moet gebeuren. Daardoor zit je niet meer vastaan de breedste mix in de tank, bedoeld voor het vuilste perceel of deel van het perceel. Je gaat terug naar vroeger, op het moment waar de teler meer tijd had voor onkruidbestrijding op kleinere percelen. Grootschaligheid leidt in veel gevallen tot systeemaanpak en dat is geen goede ontwikkeling.
Om het samen te vatten: De techniek is er al, maar is nog niet voor iedereen inzetbaar op een rendabele manier. De afstand tussen kosten en wat het opbrengt, zijn vooralsnog te groot. Maar er liggen voldoende kansen in het vooruitzicht.”
Dit artikel is afkomstig uit de akkerbouwkrant.
Tekst: Ruben Lijzenga
Beeld: Martin de Vries