Landbouwers kunnen hun praktijken verbeteren door te experimenteren op hun eigen velden. Maar zo’n onderzoek brengt uitdagingen met zich mee. Het Europese project INNO-VEG wil dergelijke vormen van innovatie in de groenten- en aardappelsector versnellen.
Gedurende vier jaar reikten projectpartners Inagro, ADAS, Delphy en Arvalis handvaten aan om telers aan te moedigen zelf te experimenteren of samen te werken met onderzoekers en bedrijven. Denk aan gewassensoren voor efficiënte dataverzameling. Deze en andere resultaten en ervaringen presenteerden ze op 6 september tijdens het slotevenement.
Onderzoek bij telers uitvoeren brengt heel wat uitdagingen met zich mee. Zo moet het proefontwerp vooral eenvoudig en praktisch zijn. Het moet ook goed afgestemd zijn op de geschiedenis en variatie van het veld. Bovendien moet er rekening gehouden worden met de werkbreedtes van de teler of eventuele loonwerkers. “Precisielandbouw op maat uitwerken, waarbij alle puzzelstukken voor het individuele landbouwbedrijf in elkaar vallen, biedt de grootste garantie op implementatie op lange termijn”, stelt Eva Ampe, onderzoeksleidster precisielandbouw bij Inagro.
Makkelijk zelf aan de slag
En die aanpak op maat loont, zo blijkt uit het project. Telers werken actief mee aan landbouwonderzoek, kiezen zelf wat ze uittesten op hun veld en krijgen ondersteuning van onderzoekers. “De proeven zijn volledig op maat van het bedrijf uitgedacht en uitgevoerd. We houden rekening met de beschikbare machines, weersomstandigheden, werkplanning…. Zo kan de landbouwer nadien makkelijk zelf aan de slag”, vertelt Eva Ampe.
De INNO-VEG projectpartners schreven een praktijkgids waarmee telers zelf een proef, ook gekend als een on farm trial, kunnen aanleggen. Daarnaast bundelden de partners hun ervaringen in een protocol met handige tips om landbouwers, adviseurs, dronepiloten en iedereen die voor de eerste keer gewassensoren wil gebruiken op weg te helpen.
Opbrengstvoorspellingen dankzij sensordata
In het typische ontwerp van zo’n on farm trial worden de proefobjecten in lange stroken toegepast over het hele veld. Als de grootte van het veld het toelaat, worden de proefstroken afwisselend herhaald over de breedte van het veld. Zo zijn de resultaten statistisch relevant en zijn conclusies uit proef gefundeerd.
Lizzie Sagoo, onderzoeker van bodems, gewassen en water bij ADAS, en projectleidster, bracht in kaart hoe telers gemakkelijk hun gewas kunnen opvolgen met gewassensoren en meestal zelfs de opbrengst van het veld kunnen voorspellen. “Met gewassensoren gaan we na welke teststrook de hoogste opbrengst produceert. ADAS ontwikkelde daarvoor een statistische methode die opbrengstkaarten en dronebeelden tussen de behandelingen vergelijkt.” Die Agronomics-methode testten de INNO-VEG-partners elk in hun eigen land verder uit in groenten en aardappelen.
Hans Moggré, adviseur Akkerbouw bij Delphy, vulde aan dat sensordata vooral handig zijn bij gewassen waarvoor nog geen automatische opbrengstmetingen bestaan. Automatische opbrengstbepalingen kunnen ver afwijken van de werkelijke opbrengst door verschillen in bodemstructuur. Dat werd aangetoond met een voorbeeld in aardappelen waarbij de opbrengst tot 25 procent werd overschat op de opbrengstkaart. Francesca Degan, projectleider bodem, bemesting en waterbeheer bij Arvalis, deelde de tip dat de beste opbrengstvoorspellingen in aardappelen tot stand komen via een dronevlucht net bij het begin van de afrijping.
Dronediensten voor de agrifoodsector
De mogelijkheden om via drones opbrengst- en taakkaarten te maken, lokte veel agroconsultant naar het INNO-VEG-slotevent. Zo was er in de namiddag een workshop van het OpsDrone-project. Dat wil de drempel voor de ontwikkeling van operationele dronediensten in de agrifoodsector verlagen.
Dat ook satellietbeelden opbrengsten kunnen voorspellen toonde Dries Raymaekers aan tijdens zijn demonstratie van Watch it grow, een gratis platform ontwikkeld door VITO waarmee telers hun eigen velden kunnen opvolgen doorheen het seizoen.
Nog meer innovatie in de groentesector
Het INNO-VEG-partnerschap blijft inzetten op on farm experimentation en sensoronderzoek, vooral voor opbrengstvoorspellingen. Inagro werkt nog aan andere innovatieve projecten voor de groentesector, bijvoorbeeld de teelt van prei op dragers. Tijdens het slotevent brachten de aanwezigen een bezoek aan de nieuwe pilootinstallatie die sinds 2021 in gebruik is. Bij deze proefopstelling, bestemd voor demonstratie en verder wetenschappelijk onderzoek, is afgestapt van de traditionele grondteelt en gekozen voor hydrocultuur in openlucht.
Naast de werking van de installatie werden ook de toekomstplannen rond een geautomatiseerde oogst toegelicht. “Dankzij de samenwerking tussen onderzoek, telers en industriële partners zetten we nu, met steun van Vlaio, belangrijke stappen in de ontwikkeling van een oogstrobot en de verdere professionalisering van de teelttechniek”, vertelde Tim De Cuypere, onderzoeker precisielandbouw bij Inagro.
Internationaal innovatienetwerk
Om alle informatie te bundelen en de samenwerking tussen de verschillende landen te verbeteren, is een innovatienetwerk opgezet. Het netwerk is vooral gericht op onderzoekers en technologische partners, maar er is ook een forum voorzien op de projectwebsite waar landbouwers of dronepiloten ideeën kunnen delen en vragen kunnen stellen. Andere deelnemers uit het netwerk kunnen die vragen beantwoorden. Zo willen de projectpartners de internationale kennis beter doorgeven en luisteren naar de noden en wensen van de vollegrondsgroenten- en de aardappelsector in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Het project loopt af in maart 2023, maar het INNO-VEG-netwerk blijft actief.
Deelnemen aan het innovatienetwerk is gratis en kan op www.inno-veg.org. Schrijf in en blijf op de hoogte van het projectnieuws.
Bron en beeld: Inagro