Chemiebedrijf Bayer heeft een schikking getroffen van omgerekend 9,1 miljard tot 9,8 miljard euro om rechtszaken rond het onkruidbestrijdingsmiddel Roundup te vermijden. In de VS waren burgers naar de rechter gestapt met de claim dat ze kanker gekregen hadden door Roundup, een product op basis van de stof glyfosaat.
Mondeling akkoord
Bayer zou vorige maand al een mondeling akkoord met de advocaten van de slachtoffers hebben bereikt. Het chemiebedrijf, dat de slepende kwestie rond Roundup overnam toen het de Amerikaanse branchegenoot Monsanto voor 63 miljard dollar kocht, is nu ook schriftelijke akkoord gegaan. Het leeuwendeel is bestemd voor het schikken van claims van huidige slachtoffers. De rest is voor toekomstige zaken.
Roundup
De slachtoffers menen dat Roundup en zijn werkzame bestanddeel glyfosaat de kankervorm non-hodgkinlymfoom veroorzaakt. De totstandkoming van de schikking, die circa 95.000 gevallen omvat, was buitengewoon complex. Er moest afzonderlijk een akkoord worden bereikt met 25 advocatenkantoren.
Schikking is geen schuldbekenning
Bayer staat nog voor de opgave om met 25.000 klagers, die nog niet akkoord gingen, tot een schikking te komen. Bayer benadrukt dat de schikking niet betekent dat het bedrijf schuld bekent.
De schikking heeft een waarde van 10,1 tot 10,9 miljard dollar, meldt Bayer. Van dat bedrag heeft 8,8 tot 9,6 miljard dollar betrekking op de huidige rechtszaken over Roundup en 1,25 miljard dollar voor toekomstige zaken.
Voorts zijn er nog twee kleinere schikkingen, waarvan er een draait rond Dicamba (tot 400 miljoen dollar), een onkruidverdelger eveneens uit de Monsanto-stal. Een Amerikaanse rechter trok eerder deze maand de vergunning van het middel in omdat de Milieubeschermingsautoriteit (EPA) de risico’s van het product verkeerd heeft ingeschat.
Een derde schikking, van ongeveer 820 miljoen dollar, heeft betrekking op het lozen van de giftige stof PCB in water. Ook hier gaat het om een erfenis van Monsanto. Dat bedrijf stopte de productie van PCB’s, dat allerlei industriële toepassingen had, in 1970.
Bron: VILT