Waar ligt de grens voor de opbrengstpotentie van uien? Mike Akkermans, fertigatiespecialist bij Van Iperen, verwacht dat het oogsten van honderddertig ton uien van een hectare tot de mogelijkheden behoort. “In Marokko is die opbrengst via dripteelt al gerealiseerd.” Het direct en continu toedienen van water, geconcentreerde meststoffen en biostimulanten vlak aan de wortel zijn de sleutel tot recordopbrengsten.
Onvoldoende zoet bron- of oppervlaktewater
“De uienteelt heeft het lastig in gebieden waar vanwege verzilting onvoldoende zoet bron- of oppervlaktewater beschikbaar is en waardoor er minder, of zelfs helemaal niet, beregend kan worden. Opbrengsten van 15 tot 25 ton komen voor. Met minder dan dertig ton opbrengst is bij een gemiddelde prijs van twintig cent per kilo eigenlijk niet rendabel te telen. Druppelirrigatie is dan vaak de oplossing om toch voldoende water, direct aan de wortel, te garanderen.” Via deze irrigatiemethode heb je veertig procent minder verdamping dan bij beregenen, weet Akkermans. “Is er te weinig geschikt water beschikbaar dan is de aanleg van een opslag en buffer bassin nodig en kan er, indien nodig, bijgemengd worden met aangevoerd zoet/zout water.”
Nadelen beregenen
“Een uienplant vol in blad verdampt op een felle zonnige dag wel zeven millimeter water. Te veel water geef je dus niet zo snel. Ook daar waar beregenen geen probleem is, krijgen de meeste uien te weinig water. Voor uien rekenen wij met een waterbehoefte van 150 tot 250 millimeter gedurende het groeiseizoen. Met fertigatie realiseren wij een permanente watergift van drie millimeter per dag, of vijf millimeter om de dag, in volle groei. Zo kan de ui ongestoord doorgroeien, want zolang een ui water krijgt, groeit die door. Bij beregenen verdampt veertig procent van het water voordat het de toplaag goed heeft doordrenkt. De periodieke koude waterplons geeft de ui een stressreactie en risico op verbranding aan de bladstengels. Maar vlak ook de afspoeling van meststoffen niet uit.
Plantvoeding altijd optimaal
In natte perioden met veel regenval kan de ontwikkeling van een gewas ineens stilvallen. De regen heeft de korrelmeststoffen dan te veel verdund. Met fertigatie hebben wij in de plant een benutting van 106 procent van de stikstofgift in de drogestof van de ui gemeten. Ook onder natte omstandigheden wordt er bij fertigatie via een minimale watergift nog steeds voldoende geconcentreerde meststof bij de wortels van de plant gebracht, daar waar de efficiëntie van bovengrondse korrelbemesting rond de 65 procent ligt.”
Gericht bemesten op plant- en bol ontwikkeling
“Een perceel wordt opgedeeld in ‘kraanvakken’ en per kraanvak wordt op basis van grondmonsters en bodemkaarten een toedieningsschema in liters opgesteld”, vervolgt Akkermans. “Er wordt gedoseerd met behulp van een dosatron (doseerpomp op frequentieregelaar of mix-unit, red.), eventueel op zonnepanelen. Die mengt meststoffen uit twee IBC bakken.” De ‘A-bak’ bevat mineralen gericht op ontwikkeling van het planten bladapparaat (N/MgO/ CaO plus sporenelementen) en de ‘B-bak’ heeft een mix van voedingstoffen voor de bolontwikkling (K2O/SO3/N). “Tijdens het seizoen kunnen we de bakken zo afwisselen dat sturen op vegetatieve groei en generatieve groei mogelijk is.”
Wortelgestel kan geconcentreerde gift verwerken
“Het wortelgestel van de ui kan waterzoutwaarden aan tot een EC van wel 7,5, inclusief meststoffen. Dit betekent bijvoorbeeld een EC van 2,5 uit het water en de rest opgevuld met meststoffen. Dit geeft de mogelijkheid om met iets zouter water te werken in de wortelzone. Al is het wel gebleken dat zoet water beter is voor de groei. Op basis van een watermonster en de hoeveelheid water die beschikbaar is, stellen we een afgifteschema op. Daarin sturen wij gericht op de juiste combinatie van water en meststoffen met de goede EC waarde. Als Van Iperen hebben we vanuit de (glas) tuinbouw veel kennis over een optimale plantvoeding per gewas- en vruchtstadium, die we ook voor de fertigatie van teelten in de vollegrond benutten. Hiervoor hebben wij een app ontwikkeld, die verhoudingen en doseringen berekent die de fertigatie-unit moet geven. Hierin nemen we desgewenst ook combinaties op met bladbemesting of een dierlijke (drijf)mestgift.”
Bolkwaliteit
“Voordeel van het toedienen van zuivere meststoffen direct in de wortelzone is de volledige opname. Voor grote, zware en harde uien heb je stikstof en kali nodig. Maar vlak ook het belang van calcium niet uit voor de ui-kwaliteit. Calcium is door de plant lastig vrij te maken en het element bindt zich erg makkelijk aan het kleihumus complex. Daardoor kan de plant Calcium lastig vrij maken. Calcium laat zich het beste opnemen aan de onderzijde van het wortelgestel via de wortelpunten. Fertigatie geeft een hoge netto-opname van calcium en dat zie je terug in de bolkwaliteit. We meten regelmatig drogestofgehaltes van zestien à zeventien procent. Dezelfde gunstige effecten op de productkwaliteit zien we ook terug in de aardappelen- en wortelteelt en is positief voor de bewaartelers.”
Teelt uitvoering
“Fertigatie in uien komt het beste tot zijn recht wanneer de dripslang tussen twee rijtjes in wordt gelegd op een diepte van vijf centimeter. De duo-rijtjes worden gezaaid met behulp van een breed zaaikouter, waardoor er veel groeiruimte in de rij ontstaat. Zolang een ui voldoende vocht krijgt groeit die gewoon door. Zo is er voldoende ruimte om opzij weg te groeien als de uien elkaar gaan beknellen. Op 1,50 meter bedden staan dan twee keer twee duo-rijtjes, en op 2,25 meter bedden drie keer twee duo-rijtjes of acht rijtjes scherp met vier slangen. Met het breed-zaaikouter adviseren wij ‘dik’ te zaaien. In de praktijk betekent dat vier eenheden per hectare in de gele uien zaaien (is honderdduizend zaden, red.) om te komen tot 32 uien per strekkende meter. Bij een netto-opkomst van 85 procent verwachten wij in dit teeltsysteem uien van gemiddeld 136 gram per stuk te telen, wat resulteert in een 98,3 ton opbrengst per hectare. Bij rode uien adviseren wij 3,4 tot 3,6 eenheden te zaaien.”
Groei aandeel 60mm+
“De meeropbrengst zit vooral in groei van het aandeel uien groter dan zestig millimeter met een gewicht van 250 gram of meer. Dit voorjaar heeft een klant ervoor gekozen om in zijn uienperceel, waarvan slechts 65 procent was opgekomen, fertigatie aan te leggen. Hij heeft uiteindelijk 68 ton per hectare netto afgeleverd. Zestig procent van de uien had een stukgewicht van zeshonderd gram of meer. In veel gevallen is door het toepassen van fertigatie de opbrengst met twintig tot veertig procent te verhogen. Zonder dat de bodem daardoor uitgeput raakt. Vanwege de hoge benutting van de meststoffen uit de fertigatie wordt de mineralenvoorraad in de bodem maar beperkt aangesproken. Dit heeft ook positieve gevolgen voor de opbrengstpotentie van de vervolgteelten op deze percelen.”
Telen in losse grond
“Fertigatie biedt de mogelijkheid om de zaaigrond direct na het zaaien te bevochtigen. Samen met de inzet van geprimed zaad realiseren telers daarmee een hoog opkomstpercentage en goede startontwikkeling. Omdat de dripslang op vijf centimeter diepte komt te liggen moet er voldoende losse grond zijn. Voor de zaaibedbereiding is daarom een kop-eg of frees nodig. Maar omdat er toch voldoende vocht in de grond komt, is dat geen probleem. Daarbij ontwikkelt het wortelgestel zich het beste in de losse grond. Verder constateren wij dat fusarium minder snel ontstaat als gevolg van verslemping en zuurstoftekort. Bijkomend voordeel van altijd voldoende vocht in de bodem is ook dat de bodem-herbiciden voor onkruidonderdrukking beter werken. Doordat de vochtvoorziening met druppelirrigatie gegarandeerd is, wordt het telen van uien op ruggen of verhoogde bedden ook aantrekkelijker, wat ik zie als de meest ideale teeltmethode voor uien. Uien op ruggen is in de praktijk uitgevoerd in Zeeuws-Vlaanderen.”
Mechanisatie voor inbrengen/uithalen
“Inmiddels zijn er enkele loonwerkers die bij onze klanten het zaaien combineren met het inbrengen van de driptape, maar de meeste telers huren een machine of passen zelf hun machines aan. Een perceel delen wij op in kraanvakken die een maximale lengte mogen hebben van vijfhonderd meter. Met de aanvoerleidingen in het midden is het dus mogelijk om irrigatie aan te leggen op een perceel met lengte van duizend meter. Daarbij heb je circa vijftien procent verlies op het einde van de slang. De centrale aanvoer- en verdeelleidingen zijn flexibel zodat je daar met een trekker en machines overheen kunt rijden bij drukloze stand.
Rust in het groeiseizoen
Sommige klanten trekken met het achterste rister van hun ploeg een geultje om de grote centrale aanvoerslangen beneden maaiveld te kunnen leggen. Voor het rooien worden de leidingen weer losgekoppeld waarna de leidingen over de uienrooier lopen en op het zwad komen te liggen. Vóór het oprapen worden de leidingen dan met een haspel opgedraaid en afgevoerd voor recycling. Bij de teelt van pootgoed wordt de driptape bij de rugopbouw boven in de rug gelegd en bij de wortelteelt zaaien we twee dubbele rijtjes met de slang in het midden. Voor het oogsten worden de leidingen dan ‘uit de rug geschud’ en op haspel gedraaid. Het aanleggen en verwijderen van driptape vergt extra arbeidstijd rond het zaaien en oogsten, maar gedurende het teeltseizoen heb je veel meer rust.
Break-even berekening
De extra kosten van fertigatie, ten opzichte van beregenen en traditionele korrel- en bladbemesting, berekenen wij op 1.850 euro meerkosten per hectare. Want globaal zijn de bemestingskosten zeshonderd euro per hectare duurder. De meerprijs van het tapemateriaal en de kosten voor extra loonwerk en afvoer samen bedraagt zo’n 1.250 euro. Bij een gemiddelde uienprijs van twintig cent per kilogram ligt het break-even punt dan bij een meeropbrengst van dik negen ton per hectare.” Deze berekening is exclusief aanvangsinvestering in diepte-drainage, bronnering en de aanleg van een geautomatiseerde installatie met zonnepanelen en een (zoet) wateropslag en de mogelijke kosten voor (koel) watertransport per tankwagens. De aanvangskosten verschillen per locatie.
Dikker zaaien betekent dikker oogsten
Lees ook het tweede deel van dit artikel dat vrijdag 17 maart op de website verschijnt: “Proeven dikker zaaien betekent dikker oogsten“.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst: Jan Geert Vedelaar
Beeld: Van Iperen