Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir geeft het traject ‘Weerbaar Water-Land-Schap’ groen licht. In dat traject zullen vier Water-Land-Schapsgebieden het advies ‘Weerbaar Waterland’ van het expertenpanel hoogwaterbeveiliging naar de praktijk omzetten.
Zo werkt Vlaanderen aan de transitie naar een landschapssysteem dat water eerst maximaal vasthoudt voor infiltratie, om pas daarna het resterende water te hergebruiken of af te voeren als dat nodig blijkt. Voor de uitvoering van het traject Weerbaar Water-Land-Schap is vijf miljoen euro voorzien uit het Vlaams klimaatadaptatieplan.
Mag niet bij adviseren blijven
Minister Demir: “Er is zeer goed werk geleverd door het expertenpanel, maar het mag niet bij adviseren blijven. Ik vind het belangrijk dat we verder aan de slag gaan met concrete uitvoering op het terrein. Het werk dat door de vier geselecteerde lokale gebiedscoalities uit Water-Land-Schap al is uitgevoerd, is door de bijkomende middelen versterkt en opgeschaald. Ze krijgen de nodige ondersteuning van experten om het advies in de praktijk om te zetten en de bijbehorende middelen om de extra maatregelen die noodzakelijk zijn te nemen.”
Vijf miljoen euro voor ‘hoogimpactscenario’
Minister Demir trekt een budget van vijf miljoen euro uit om in het bovenstrooms deel van de Ijzer, de Leie, de Gete en de Herk en Mombeek tot een optimale mix van acties en maatregelen te komen. De vier gebieden zijn geselecteerd uit 29 gebieden die nu al klimaatrobuuste acties en maatregelen nemen op het terrein, binnen het programma Water-Land-Schap.
De keuze viel op vier lokale coalities die al vertrouwd zijn met een systeemaanpak om water, landschap, biodiversiteit en landbouw samen te integreren en die enthousiast waren om op korte tijd tot de nodige acties te komen in een deel van hun stroomgebied.
Aan de slag
De lokale partners gaan nu samen met de Vlaamse overheidsdiensten en externe experten aan de slag met het expertenadvies ‘Weerbaar waterland – ons voorbereiden op wat al gebeurt’. Ze testen daarbij uit wat nodig is om het stroomgebied voor te bereiden op de mogelijke gevolgen van het ‘hoogimpactscenario’, zoals een zogenaamde waterbom zoals die van juli 2021, of de extreme droogtes van de zomers van 2019 en 2022.
In de vier gebieden zullen lokale actoren eerst een ambitie- en actieplan uitschrijven, op basis van onderzoek en overleg. In een tweede fase, vanaf 2024, zullen die plannen uitgevoerd gaan zijn. Daarmee is de waterwerf ‘waterlopen en sponslandschap’ in de praktijk uitgerold, wat kan bijdragen aan verdere beleidsacties in het kader van het Vlaams klimaatadaptatieplan.
Overzicht gebieden
De volgende gebieden gaan aan de slag met het advies van het expertenpanel:
- De bovenloop van de Ijzer, waar een oplossing gezocht is voor de wateroverlast in de dorpen langs de Ijzer (provincie West-Vlaanderen).
- Het gebied tussen Kortrijk en Roeselare, waar drie lokale gebiedscoalities zich hebben verenigd om het verstedelijkt gebied voor te bereiden op de klimaatschokken in de Leievallei (provincie West-Vlaanderen).
- De Getestreek in Vlaams -Brabant waar gewerkt is aan de aanpak van erosie op de leemplateaus zodat water- en modderoverlast vermeden wordt (Regionaal Landschap Zuid-Hageland en provincie Vlaams-Brabant).
- De vallei van de Herk en Mombeek in Limburg waar de vallei ingericht wordt met graslanden om zo-veel mogelijk water te bergen (Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren).
Over Water-Land-Schap
Het doel van het programma Water-Land-Schap is om problemen met water in landelijke gebieden op te lossen, samen met de gebruikers van het gebied zoals landbouwers en bedrijven, bewoners en landschapsbeheerders.
De beoogde resultaten zijn een sterkere landbouw, een duurzame watervoorraad, een goede waterkwaliteit, een opvang van teveel aan water zowel in bebouwde omgeving als in natuurlijke systemen en een sterker landschap in het gebied. Het programma houdt daarbij rekening met de extra stress die de klimaatverandering op het watersysteem zet.