Staat de akker schoon wanneer de bladeren van in rijen gezaaide of geplante gewassen elkaar raken, dan weet een landbouwer dat zijn teelt de race tegen onkruid won. Lang niet alle voorjaarsteelten verkeren nochtans in de veilige fase. De zaai van witloof bijvoorbeeld werd door een gebrek aan neerslag op veel plaatsen uitgesteld, onder meer op de proefvelden van het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant.
“Zo’n late zaai heeft nadelen, maar dit seizoen ook het grote voordeel dat bodemherbiciden beter hun werk doen wanneer het wil regenen”, klinkt het in Herent. Tijdens de openvelddag op 1 juli kunnen bezoekers met eigen ogen zien dat een geslaagde onkruidbestrijding voortdurend schakelen is, zowel in de keuze van herbiciden als in de keuze tussen spuittoestel, wiedeg of schoffelmachine. Juni is een maand met een speciale betekenis voor landbouwers die op hun velden bezig zijn. Als de weersomstandigheden een beetje meezitten, dan hebben aardappelen, maïs en suikerbieten op de langste dag van het jaar (21 juni) “de rijen gesloten”. Hoewel er gezaaid of geplant werd in rijen met een tussenafstand van 45 of 75 centimeter raken de bladeren van de planten elkaar rond dat tijdstip. Landbouwers kijken daar naar uit. Ze kunnen hun onkruidbestrijding dan afsluiten in de geruststellende wetenschap dat d er geen nieuwe ongewenste plantjes meer zullen kiemen.
Vooraleer landbouwers de ‘eindmeet van de onkruidbestrijding’ bereiken, hebben ze een lange en vaak moeilijke weg afgelegd. “Dit seizoen kan je zelfs spreken van een lijdensweg”, zegt onderzoeker Klaartje Bunkens van het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant. “Bodemherbiciden hebben een preventieve werking. Ze verhinderen het kiemen van onkruid en geven een teelt bescherming vanaf de start. Alleen op een vochtige grond doen ze goed hun werk. Zonder neerslag valt het resultaat vaak tegen. In Herent werd het witloof noodgedwongen laat gezaaid. De middelen met bodemwerking renderen nu optimaal dankzij de regenbuien.”
De droge april- en meimaanden hadden dit seizoen nog een ander kwalijk effect op de onkruidbestrijding. De droogte onderdrukt de onkruidgroei sterk, maar sommige soorten, zoals melganzenvoet, kunnen zich beschermen tegen de droogte met een waslaag op hun bladeren. “Dat vermindert het effect van een bestrijding gebaseerd op herbiciden met contactwerking”, weet Bunkens. “Bij droog en schraal weer houden de teelten bovendien niet van de extra ‘stress’ door een onkruidbestrijding. Herinner je hoe guur de oostenwind in april aanvoelde. Niet alleen wij mensen, ook planten staan dan te rillen.”
Onkruidbestrijding
Het welslagen van de onkruidbestrijding begint in hoe langer hoe meer teelten af te hangen van een erg beperkt aantal toegelaten gewasbeschermingsmiddelen. Klaartje Bunkens: “Melganzenvoet is in witloof na de opkomst zo moeilijk te bestrijden dat telers hun hoop volledig vestigen op de bodemwerking van het middel Bonalan. Dit middel heeft benfluralin als actieve stof, is momenteel onderworpen aan een Europese herbeoordelingsprocedure maar blijft zonder alternatieven.”
“Mechanische onkruidbestrijding kan in een aantal, maar niet in alle teelten uitkomst bieden”, weten teeltleider Wim Snyers en onderzoeker Wim Fobelets. Samen hebben ze het proefveld quinoa op het Praktijkpunt Landbouw machinaal onkruidvrij gehouden. “Door technologische vooruitgang (o.a. GPS en cameratechnologie) zie je de efficiëntie en effectiviteit van schoffelen toenemen. Het resultaat van wiedeggen staat of valt met de afstelling, die zich heel precies laat regelen. Eerlijkheidshalve voegen we er aan toe dat de weersomstandigheden dit seizoen hebben geholpen. Bij droog weer kiemen weinig nieuwe onkruiden en verkleinen de overlevingskansen van onkruiden die geraakt zijn door een schoffelmes of wiedegtand.”
Instrumentenkoffer wordt steeds leger
“Idealiter beschikt een landbouwer over een brede keuze aan chemische onkruidbestrijdingsmiddelen en kan hij switchen tussen het onkruid chemisch dan wel mechanisch bestrijden in functie van de weersomstandigheden”, zegt Fobelets. “Dat ideaalbeeld is veraf. In de praktijk verliest de ene na de andere herbicide zijn markttoelating. Actieve stoffen verdwijnen de laatste jaren in zo’n snel tempo dat fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen niet kunnen bijbenen met nieuwe oplossingen. Verontrustend, want landbouwers kunnen het toenemend risico op een oogstmislukking niet blijven torsen. Stilaan is de veer aan het breken. Kijk maar naar de daling van het Vlaamse spinazieareaal (-13%), die het Departement Landbouw en Visserij toeschrijft aan het wegvallen van een aantal noodzakelijke gewasbeschermingsmiddelen.”
Op woensdag 1 juli is onkruidbestrijding één van de aspecten die de onderzoekers van het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant zullen toelichten tijdens de openvelddag in Herent. Op het witloofperceel bespreekt Klaartje Bunkens innovaties op vlak van spuittechniek. Haar collega Wim Fobelets toont op het quinoaveld de mogelijkheden met mechanische onkruidbestrijding. “Bioboeren weten wat ze aan een wiedeg en schoffelmachine hebben. Ook bij de gangbare groenteteelten, bijvoorbeeld witloof, wordt hoe langer hoe meer een combinatie van chemische én mechanische oplossingen gebruikt om het onkruid meester te blijven.”
Met haar onlangs gelanceerde ‘Farm to Fork’-strategie streeft de Europese Commissie naar een halvering van het gewasbeschermingsmiddelengebruik richting 2030. Heeft chemie volledig afgedaan? “Ik durf dat betwijfelen”, zegt Fobelets, “omdat een geslaagde onkruidbestrijding om een breed instrumentarium vraagt, én om flexibiliteit in functie van de weersomstandigheden. In een droog voorjaar als 2020 pakt mechanische onkruidbestrijding goed, en misschien zelfs beter uit dan een chemische bestrijding. In een seizoen met meer neerslag is dat net omgekeerd. Bodemherbiciden doen dan prima hun werk terwijl je met de tractor zou vastrijden in de modder als je het wiedeggen wekelijks moet herhalen.”
Mirakeloplossing ontbreekt
Dit voorjaar zag je akkerbouwers die normaliter rekenen op een spuittoestel voor de onkruidbestrijding toch weer grijpen naar de schoffelmachine die hun (groot)vader nog gebruikte. Wim Fobelets: “Door het droge en schrale weer in april zijn onder meer in suikerbietenvelden onkruiden ontsnapt zodat een mechanische correctie zich opdrong. Je hoeft landbouwers met andere woorden niet te leren dat er meer is dan alleen chemie. De succesformule bestaat namelijk niet als het over gewasbescherming gaat. Het is voortdurend een evenwicht zoeken tussen effectiviteit, haalbaarheid en betaalbaarheid. De meeste landbouwers zijn niet voor of tegen chemie. Ze denken niet na over tegenstellingen maar over oplossingen.”
“Dé succesformule bestaat niet als het over gewasbescherming gaat. Het is voortdurend zoeken naar een evenwicht tussen effectiviteit, haalbaarheid en betaalbaarheid. De meeste landbouwers zijn niet voor of tegen chemie. Ze denken na over oplossingen, niet over tegenstellingen.”
Het voorbeeld van resistente onkruiden wordt vaak aangehaald om aan te geven dat chemie een doodlopend spoor is. “Resistentie is een probleem, maar het is niet eigen aan een herbicidenbehandeling”, meent de onderzoeker. “Praat eens met een bioboer over probleemonkruiden. Dan zal je vernemen dat ook op zijn percelen steeds dezelfde onkruiden ontsnappen. Bij mechanische onkruidbestrijding riskeer je dus net zo goed een overblijvende populatie lastige onkruiden die zich vermeerdert via zaden en wortelstokken. Waar je bij een chemische onkruidbestrijding moet afwisselen tussen actieve stoffen om resistentie tegen te gaan, zou je bij mechanische onkruidbestrijding moeten variëren in machine en methode om onkruiden op lange termijn de baas te blijven. In de praktijk is dat lastig want het kostenplaatje loopt snel op als je moet investeren in meerdere machines.”
Veelzijdigheid van een spuittoestel
In de toekomst zou onkruidbestrijding een slimme combinatie kunnen worden van mechanische en chemische oplossingen. Elke machine die een landbouwer er op moet nahouden naast zijn spuittoestel verhoogt echter de kostprijs van de onkruidbestrijding. Fobelets: “Een wiedeg en schoffelmachine zijn taak-specifiek, en best duur als je op de nieuwste technologie beroep wil doen. Lang niet elke landbouwer kan die investering aan zodat machines delen of inhuren via loonwerk een duwtje in de rug verdient. Van alle machines in de schuur is een spuittoestel het meest veelzijdig en daardoor ook het meest rendabel. Je kan er een teelt mee beschermen tegen onkruiden, ziekten en plagen. Je kan in functie van de weersomstandigheden kiezen voor bodem- of voor contactherbiciden. Bovendien zijn steeds meer akkerbouwers hun spuittoestel ook gaan gebruiken voor het bemesten met vloeibare meststoffen. Dat komt de precisie van toediening, en bijgevolg ook de gewasopbrengst én de waterkwaliteit ten goede.”
De projecten waaraan het Praktijkpunt Landbouw participeert, illustreren hoe veelzijdig gewasbescherming zal worden in de toekomst. Het demoproject ‘Innovatieve spuittechnieken in de groenteteelt’ laat landbouwers met de steun van het Departement Landbouw en Visserij kennismaken met de nieuwste technologie op vlak van driftreductie en precisiebespuitingen. Het onderzoek naar goudsbloem en quinoa dat het Agentschap Innoveren & Ondernemen ondersteunt, is voor de deelnemende gangbare landbouwers vaak een eerste kennismaking met de mogelijkheden van mechanische onkruidbestrijding. Tijdens de openvelddag komt ook het Interreg-project CIMAT aan bod. De arbeidskost is een knelpunt bij mechanische onkruidbestrijding zodat de piste van een autonoom werktuigplatform bestudeerd wordt. Mogelijk rijden in de verre of nabije toekomst schoffelrobots over de Vlaamse velden, naar het voorbeeld van de robotgazonmaaier die in korte tijd erg populair werd in tuintjes.
Meer weten? Schrijf je dan op de valreep nog in voor de openvelddag van het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant en breng op woensdag 1 juli een bezoek aan de proefvelden.
Bron: VILT