Robotisering wordt in de landbouw nog niet grote schaal toegepast. Sterker nog, de technieken lopen vooral op proefboerderijen en de ontwikkeling staat daarmee nog in de kinderschoenen. Toch gebeurt er wel degelijk het één en het ander. Vraagstukken op het gebied van bodem en een tekort aan personeel kunnen robots weleens in de hand werken. Op een speciale demonstratiedag kon Delphy Akkerbouw Zuidoost machines in werking tonen in slateelt en in jong maisgewas.
Met het project ‘Perceelemissie Noord-Brabant’ willen samenwerkende partijen akkerbouwers, vollegrondsgroentetelers en houtig klein fruittelers op zand handvatten geven om emissies naar grond- en oppervlaktewater te beperken. Het moet gaan om technische, praktische en haalbare maatregelen. Op verzoek van de provincie wordt er ook nadrukkelijk gekeken naar innovaties en de toepassing ervan te bevorderen. De blik op lichte autonome voertuigen is daarbij logisch.
Welke robots zijn rijp voor de praktijk?
De Dino van Naïo en de Agbot van AgXeed zijn inmiddels praktijkrijp, al moet er op bepaalde nog wel werden worden geoptimaliseerd. De Dino van Naïo, die door Abemec naar Nederland wordt gehaald, zit op een werktijd van acht uren. De robot schoffelt tussen de rijen op basis van de cameratechniek van Garford. “Onder de Dino hangt een schoffelbalk om te ‘sideshiften’. De werkbreedtes 1,50, 1,70 en 2,25 meter zijn mogelijk.
De robot werkt op basis van ingevoerde ab-punten”, legt Jan Loeffen van Abemec uit. Volgend voorjaar wordt de Dino uitgevoerd met de InRow-tool van Garford. De prijs van de Dino als werktuigdrager is 125.000 euro, met de InRow-techniek komt daar nog 25.000 euro bovenop. De techniek van Garford herkent de planten niet, maar plaatst een raster tussen de rijen de planten, zodat de computer weet waar die het gewas kan verwachten. Dit kan tot acht millimeter nauwkeurig. Dat gaat dan met groen en blauwe kruisjes. Hoe beter er geplant of gezaaid is, hoe beter het resultaat. Het zaaien heeft uiteindelijk grote invloed op het schoffelresultaat, stellen de deskundigen van importeur Homburg.
Tekst en beeld: Martin de Vries