Mechanische onkruidbestrijding krijgt steeds meer aandacht. Er is de druk van de publieke opinie om minder te bespuiten, chemische bestrijdingsmiddelen worden meer en meer verboden en sommige landbouwers zijn gewoon overtuigd van de biologische landbouw. Akkerbouwkrant ging kijken bij een overtuigde gebruiker van de Cura 12-wiedeg van het Duitse Horsch.
Akkerbouwer Eric Avermaete uit Linter (Vlaams-Brabant) gelooft rotsvast in mechanische onkruidbestrijding, maar overweegt indien nodig wel de optie om te bespuiten. Hij kocht recent een twaalf meter wiedeg bij dealer Technea in Tienen. Technea is naast Christiaens-Volcke uit Avelgem de enige Vlaamse Horsch-verdeler.
Niet onmiddellijk strakke ruggen
Akkerbouwkrant trok in juni het veld in en Roeland De Greef, die chauffeur is op het akkerbouwbedrijf van Avermaete, gaf tekst en uitleg bij de nieuwe wiedeg. De Greef; “Als je bij het poten van de aardappelen strakke ruggen maakt, bestaat het gevaar dat je een korst krijgt als de aardappelen beginnen te dikken. Als het dan regent, barst die open en krijg je groene aardappelen. Wij maken dus geen strakke ruggen en dat laat ook toe dat je makkelijker de wiedeg kan gebruiken omdat je in de losse grond alles naar boven kan halen zonder veel schade te berokkenen aan je aardappelen. Je rijdt vollevelds met de tanden over de aardappelplanten. Ze liggen daarna wel wat plat, maar de volgende dag staan die allemaal mooi terug recht. Als de aardappelen wat groter zijn, worden er met een aanaarder wel strakke ruggen gemaakt want die hebben we nodig om te kunnen rooien. En daarna passeren we nog één of twee keer met de wiedeg.”
Tanden
De tanden van de wiedeg moeten ingesteld worden naargelang de status van het gewas. De tand staat onder een hoek van negentig graden. Door de hoogte van de wielen aan te passen, gaat de tand meer of minder agressief zijn werk doen. Via een cilinder achteraan de machine wordt de hydraulische druk bepaald. Die zorgt voor een honderd procent homogene druk op al de tanden. De druk op de veren kan handmatig ingesteld worden met behulp van clips. Om dit juist te doen, moet je volgens De Greef uitstappen, bekijken hoe de planten staan en voelen hoe hard de grond is; “Je ziet zo ook veel sneller van dichtbij wat er in je gewas gebeurt. Zo hebben we nu gezien dat er ongelooflijk veel eieren van de Coloradokever zitten en dat wordt echt wel een uitdaging dit jaar.”
Combinatie met rijenbespuiting
Nadat de wiedeg gekocht was, werd ze aangepast om het wieden te kunnen combineren met een rijenspuiting. De Greef; “Dit is het eerste jaar dat we die gebruiken. Ervoor hadden we dit nog niet en werkten we op de traditionele manier. Ook nu is nog een deel van onze aardappelen gewoon gesproeid. We zijn aan het experimenteren omdat door de Europese regelgeving steeds meer actieve stoffen verboden worden. We willen anticiperen voor wanneer er nog meer zouden verdwijnen. Bovendien is het ook naar beeldvorming belangrijk; een rijenbespuiting vlak bij de plant geeft een heel ander beeld voor voorbijgangers dan vollevelds bespuitingen. Daarnaast was het vorig jaar een heel moeilijk jaar in de suikerbieten qua onkruidbestrijding door de droogte. Het heeft veel geld en energie gekost om dat allemaal proper gespoten te krijgen. Misschien is de combinatie van de twee wel de landbouw van de toekomst.”
Lonend?
Het grote voordeel volgens De Greef is dat ze nu maar een derde van de dosis insecticide en een derde van de dosis schimmelwereld product spuiten; “We hebben daarvoor zelf een systeem opgebouwd. Om de 45 centimeter staat er een dop voor de bieten, om de 75 centimeter een dop voor de aardappelen. Dat is net boven de rug en je kan dus heel precies op het plantje spuiten. Je kan ook vollevelds spuiten, maar dan spuit je een hele strook mee waarbij de dosis verloren gaat. We besparen dus product en het werkt nog eens effectiever ook.”
Machine zelf aanpassen
Op het bedrijf van Avermaete zijn ze niet bang om zelf aanpassingen te doen aan nieuwe machines. Naast het systeem voor bandbespuiting plaatsten ze aan de twee zijkanten van de wiedeg extra tanden zodat de machine 12,75 meter breed is. Dit om de buitenste rug helemaal mee te kunnen nemen. Verder werden er ook twee tanden gezet achter het wiel om te voorkomen dat het onkruid door de band terug vastgeduwd wordt in de grond. Volgens Gert Blum, zaakvoerder van Technea, is Horsch nogal Duits qua mentaliteit: “Ze maken iets en dat is het. Dus vandaar dat Avermaete zelf aanpassingen deed. Deze wiedeg is nu anderhalf jaar beschikbaar en op die tijd heeft Horsch wel enkele aanpassingen moeten doen omdat klanten tegen dezelfde dingen aanliepen.” De Greef gaat verder; “We hebben wel de wielen moeten verplaatsen zodat ze net op 2,25 meter passen. Dat is juist tussen twee ruggen aardappelen, tussen de rij bieten en net tussen de mais.”
Gewicht en stevigheid
De Cura 12 is er in verschillende breedtes maar twaalf meter is echt gepast, vindt De Greef; “Daarmee doe je toch al iets op een dag. En toch vraagt het geen hele zware tractor.” Blum: “Voor hier in de streek is twaalf meter zeker voldoende. Het gewicht bedraagt 2.300 kilogram. 150 pk en een goede lift volstaan ruimschoots. Dat gewicht is nodig want een machine die geen gewicht heeft, kan niet werken. Het gewicht, de stevigheid van het kader en de gelijkmatige druk op iedere tand, dat zijn de grote troeven van de Cura 12.”
Andere teelten
Door het opvolgen van biologische akkerbouwers, heeft De Greef ongelooflijk innovatieve technieken en machines gezien; “Hun percelen staan minstens even proper als de onze. En ik denk dat er plaats is voor die technieken in de traditionele landbouw. We moeten natuurlijk afwachten hoe het dit jaar zal lopen, maar we zijn nu al heel enthousiast over in welke diversiteit van teelten je de machine kan inzetten. En je kan er ook nog vrij grote planten mee doen. Binnenkort zouden we er ook klaver mee willen doorzaaien in mais, maar dan moet er vooraan nog een systeem voorzien worden om het zaad erin te krijgen.” Blum; ”Eens je de wiedeg hebt, ga je de mogelijkheden zien. Als je in België perfecte grond wil blijven behouden, moet je hem zo weinig mogelijk bewerken. Veel mensen zitten echter nog in het oude stramien. Als dealer is het heel moeilijk om out of the box te denken bij boeren die er niet klaar voor zijn. Daarom heb je pioniers nodig. Bij Horsch kom je meestal wel bij zo’n vooruitstrevende klanten terecht.”
Tekst en beeld: Seppe Deckx