Akkerbouwer René Mesken uit Appelscha nam drie seizoenen geleden het besluit om af te stappen van telen onder contract en het stuur te pakken door zelf de afzet van zijn Innovators, Agria’s en Bintjes te regelen. De vrije handel is de uitkomst van de zoektocht naar zijn eigen drijfveren. Mesken kwam tot de conclusie dat de verdiensten op contract gewoon te marginaal zijn. Hij weigert nog langer de sluitpost in de keten zijn.
“Wij zijn er als landbouw goed in geworden om voor een appel en een ei te produceren. Wij passen een heel jaar op het land en het gewas, maar worden zo uitgeknepen dat we amper tegen kostprijs werken. Daar ben ik klaar mee.”
Door velen is René Mesken voor gek verklaard. Niet in de laatste plaats door de bank, die alleen maar oog heeft voor de risico’s van de vrije handel. “Want je weet van te voren niet wat je verdient. Natuurlijk heeft het risico’s, maar hoe groot is het risico van een vaste contractprijs, in een tijd waarin de kostprijs binnen een jaar 25 procent kan stijgen. In de landbouw heb je weinig kans op verdiensten, terwijl er veel kosten zijn. Ook ik ben op mijn bek gegaan en dat zal ook vast en zeker vaker gebeuren, maar ik vertrouw op mijn ondernemerschap. Ik vind altijd wel een oplossing.”
Ommekeer door coachingstraject
Mesken heeft een akkerbouwbedrijf in Appelscha/ Ravenswoud, waar hij 110 hectare aardappelen, 30 hectare uien en 40 hectare mais verbouwd. De uien doet hij samen met een collega. Hij heeft nog een klein contract, maar doel is om alle aardappelen en uien vrij te verhandelen. Drie jaar geleden teelde Mesken alles nog op contract. De ommekeer kwam tijdens een coachingstraject. “Ik had een tumultueuze relatie achter de rug. De gesprekken die ik met mijn coach voerde gingen over mezelf en mijn drijfveren. Uiteindelijk heb ik geleerd dat het bedrijf een afspiegeling van de geest van de ondernemer is. Wat en waarom doe je de dingen die je doet? Ik ontdekte dat ik in mijn jeugd veel erkenning heb gemist. Dat resulteerde er in dat ik door iedereen aardig gevonden wilde worden.”
De sympathieke Friese teler werd door zijn coach een spiegel voorgehouden. “Wat zijn mijn drijfveren? Waarom doe ik wat ik doe? Waarom ben ik wie ik ben? Ik ben met andere ogen naar mijn bedrijf en eigen ondernemerschap gaan kijken. Waarom teelde ik eigenlijk op contract? De gesprekken met mijn coach deden mij inzien dat ik dat vooral deed omdat ik erkenning wilde krijgen, in het systeem waar we als sector inzitten. Het is ook een stukje veiligheid. Sowieso is er een hoge mate van angst voor verlies en tekort.” Mesken besloot dat het roer om moest.
‘Wij als landbouw voeden de wereld’
“Mijn belangrijkste drijfveer is, dat wij als landbouw de wereld voeden. Wij zijn hoofdzaak, alleen leven we in een wereld waarin de landbouw als een bijzaak wordt gezien. Daarom stoot contractteelt mij tegen de borst. De landbouw is de laagste schijf in de economische piramide waarin naar beneden toe de schijven steeds verder uitgeknepen worden. Slechts zeven of acht procent van de uiteindelijke prijs van agrarische producten gaat naar het inkomen in de landbouw. Als je kijkt naar transport bijvoorbeeld, tijdens een vracht van teler naar de fabriek, komt er tien procent bij de prijs van het product op. Dat is toch krom? Wij passen er een heel jaar op.”
“Het moet allemaal goedkoper, goedkoper, goedkoper. Ik ben er klaar mee.” Mesken wijst ook op de licentiegelden. “Ooit is dat opgetuigd vanuit een nobel streven, om de kweker een vergoeding te geven voor zijn kosten. Nu is dat verworden tot het businessmodel van de handelshuizen, die daar idioot veel geld mee verdienen. Daarom hameren ze ieder jaar ook op die nieuwe rassen. Op zich is er niets mis mee, maar ik trek nu mijn eigen lijn.”
Rassenkeuze en afzetstrategie
Zeventig procent van de consumptieaardappelen in Nederland zijn van het ras Fontane. Om zich te onderscheiden kiest Mesken dus niet voor dat ras maar voor Innovator, Agria en Bintje. “Rassen waar jaar op jaar te weinig van zijn. Ondanks dat het teelt technisch gezien niet de makkelijkste rassen zijn, kan ik er wel heel goed mijn afzetstrategie op bepalen. Er is veel vraag naar. Ook in slechte jaren raak je deze rassen wel kwijt.”
Als het gaat om grond, kiest Mesken met het oog op rendement voor een minimale perceelsgrootte van twee hectare. “Anders heb je gewoon te veel afval door de hoeken en kanten.” Hij kiest gemiddeld voor wat drogere, goed gedraineerde percelen. “Ik ben daar wel selectiever in geworden, want ik had voorheen gewoon te veel nat land.” Mesken adverteert groot om de goede gronden te vinden. Nog altijd is hij op zoek naar land in de drie noordelijke provincies om aardappelen, uien en mais op te verbouwen. “Ik betaal meer huur, maar om kwalitatief goede aardappelen te verbouwen voor de vrije handel, heb ik ook mooie gronden nodig.”
Financiering
Omdat financiering van zijn stap naar de vrije handel bij de bank lastig was, besloot Mesken drie jaar geleden om zijn grond te verkopen. Daarmee loste hij zijn schulden af. Hij zocht naar een andere manier van financiering en vond dat onder andere in crowdfunding. “Zo kon ik uiteindelijk mijn werkkapitaal financieren. Banken zijn terughoudend om werkkapitaal te financieren, maar zo lukte het wel. Dit was wel met een hogere rente, echter met wel meer vrijheid.”
De stap zette de teler in het coronajaar 2020. Een dramatisch seizoen voor de vrije handel, waarin de afzet vrijwel volledig wegviel. “Dankzij de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten is het wel gelukt om mijn hoofd boven water te houden.” Het tweede jaar was al niet veel beter, door de 340 millimeter aan regenval in juli en augustus. “Dat heeft ook veel geld gekost, maar gelukkig liep de TVL-regeling nog.”
De revenuen van de stap naar de vrije handel verwacht Mesken nu in het derde seizoen wel. “De aardappelen lever ik momenteel gemiddeld voor 26 cent af. Dat levert een geweldig saldo op. Ik had nog duizend ton op basis van een vaste contractprijs, maar dat is denk ik wel de laatste partij aardappelen geweest.” Het grootste verschil met het telen onder een vast contract zit volgens de akkerbouwer in het loslaten van controle. En dat is lastig, erkent hij. “Het loslaten van verwachtingen, is niet menseigen, heb ik wel geleerd.”
Vrachtwagens en een hooglosser
De controle bouwt Mesken wel voor zichzelf in, maar dan vooral op landbouwkundig gebied. En meermaals blijken toevallige beslissingen ook nog eens goed uit te pakken. “You can’t connect the dots looking forward; you can only connect them looking backwards. Het is een uitspraak van Steve Jobs (de iconische oprichter en voorman van het succesvolle technologiebedrijf Apple, red.). Dingen die voorheen onlogisch waren, kun je achteraf met elkaar verbinden en dan blijkt het erg logisch te zijn.
Neem bijvoorbeeld de vele percelen die ik op afstand heb. Ik investeerde anderhalf jaar geleden in drie vrachtwagens en een Dezeure-hooglosser, omdat ik dacht dat het de beste manier was om mijn transport te regelen. Nu heb ik veel grond op grotere afstand liggen, van Stadskanaal tot Tytsjerk. Dankzij de hooglosser en de vrachtwagens is het ook op grotere afstand geen probleem om de vierrijige rooimachine bij te houden. Maar toen wij de hooglosser kochten, hadden we niet gedacht dat we ver weg land zouden huren. Nu is het allemaal een logisch verhaal. Connecting the dots.”
Vrije handel
Mesken is de vrije handel leuk gaan vinden. Ook vanwege het persoonlijke contact. Handelaren spreekt hij wekelijks. “Dat vind ik leuk, belangrijk en ik leer er ook heel veel van.” Ondanks dat hij het prachtig vindt om een dag aan het stuur te zitten van zijn vierrijige Dewulf Kwatro, ligt daar inmiddels niet meer zijn taak. Hij zit meer op kantoor of in de auto. “Tot de vrije handel voel ik me geroepen.” Mesken realiseert zich wel dat met de vrije handel hij wel een bepaalde schaal nodig heeft, om gevoel bij de markt te houden. Hoe groot? Dat weet hij zelf ook niet. “Uiteindelijk hebben producent, handel, en afnemer elkaar in elke keten nodig.”
“Laat wel duidelijk zijn dat ik tegen niemand zeg dat ze het verkeerd doen. Er zullen ook best telers zijn die goed rondkomen van telen op basis van een vast contract. Dan schud ik ze graag de hand. Ik put vooral ook uit mijn eigen fouten. Bovendien moet de vrije handel ook bij je passen. Ik ervaar het niet als een risico, maar je moet het wel aandurven, omdat je van te voren nooit weet waar je product naar toe gaat. Je leeft meer in het nu. Met ‘Wat als…’ kan ik niet zoveel. Ik doe het dus op mijn eigen manier en zo moet iedereen het doen. Vraag je vooral af wat je drijfveren zijn en baseer daarop je keuzes.”
Ondanks dat de vrije handel hem geen zekerheden geeft, is hij over één ding wel zeker. “Wij staan aan de vooravond van een nieuwe economie. Een economie waarin mensen en dingen meer op waarde worden geschat. Dat heeft wel een omslag nodig, maar de tendens van goedkoper, goedkoper, goedkoper is niet langer houdbaar. We lopen overal vast.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries