De positie van de teler in de markt verbeteren door krachten te bundelen. Het is de missie van de Producentenorganisatie Consumptieaardappelen (POC). Zij zoekt naar een betere onderhandelingspositie en uiteindelijk een betere prijsvorming met oog op een rendabele teelt. Want met de risico’s die telers momenteel dragen moet je je afvragen of je voor de huidige prijs wel een contract moet accepteren.
“Waarom zou je op dit moment aardappelen telen als het geld kost en je voor tarwe 32 cent kunt krijgen?”, stelt akkerbouwer Jasper Roubos. Hij is één van de kartrekkers van de POC, die de aankomende tijd op een tour door Nederland trekt om telers aan zich te binden. “Het is nu of nooit.”
Krachtenbundeling en transparantie
Krachtenbundeling, een gezonde markt en transparantie in de keten. Het zijn de woorden die volgens de POC nodig zijn om het huidige systeem te veranderen. “Er wordt gewoon structureel te weinig verdiend. Een contract voelt veilig, maar de risico’s worden eenzijdig bij de telers van consumptieaardappelen neergelegd. Het probleem is feitelijk al opgelost door de consument drie of vier cent meer voor een patatje te laten betalen en dit rechtstreeks naar de boer te laten gaan. In export over zee is ook gewoon nog marge in verwerkt product om de teler meer te betalen zonder dat we exportaandeel verliezen én nog steeds concurrerend blijven richting bijvoorbeeld Amerika. Zo goedkoop produceren wij als sector nu. Er is dus marge, maar we kunnen een betere prijs niet afdwingen in de altijd maar groeiende vraag naar friet zonder onze krachten te bundelen”, legt POC-voorzitter Jasper Roubos strijdvaardig uit.
Zelf teelt Roubos in het Noord-Hollandse Abbenes consumptieaardappelen. “Mij is duidelijk geworden dat de extra inzet of opgelegde duurzaamheid niet betaald gaat worden door de markt. Als telers zijn wij geen waardig handelspartner. Daarom ben ik er van overtuigd dat we er niet aan ontkomen om ons te organiseren. Dankzij een sterke landbouwlobby is er nu ruimte in de Europese regelgeving om ons als producenten te organiseren en dit moeten we oppakken. We moeten een sterke organisatie opbouwen, zodat we eindelijk een waardige onderhandelingspositie krijgen.”
Doel van de POC
Doel van de POC om voor 1 januari 2025 zeventig procent van het areaal lid te krijgen. “We zitten nu in een opbouwfase, maar we realiseren ons dat een POC alleen zin heeft als het breed wordt ondersteund.” In het verleden is vaker geprobeerd om een producentenorganisatie op te richten. Deze pogingen zijn gestrand, ook omdat toen de mogelijkheden voor een POC juridisch te beperkt waren. Met de wijziging in het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in 2018 valt de POC buiten de Kartelwetgeving en is er nu veel mogelijk voor een producentenorganisatie die vele juridische vrijheden kent. Daarmee hebben de telers nu echt een de middelen in handen om het verschil te maken.
“Voorheen was het in de primaire sector alleen mogelijk om in coöperatieverband iets te zeggen over de markt en de prijzen, Doordat het complex en duur is om een coöperatie op te starten, en daarmee ook genoodzaakt bent om de afzet van telers te regelen, zien we daar geen overkoepelende rol voor weggelegd. Daarmee krijg je de krachten niet meer gebundeld over het geheel. Tot op dit moment zijn we niet in staat gebleken om de lage positie van de teler in de markt te verbeteren. Dat komt ook omdat we niet prijs kunnen stellen als er een overaanbod is. Ondertussen blijven de contractprijzen op een laag niveau en dit drukt behoorlijk op de liquiditeit van de telers.”
Positie consumptieaardappeltelers
Voor Roubos is dit het moment om de positie van de consumptieaardappeltelers te verbeteren. Ook omdat er steeds meer ontwikkelingen zijn, die de liquiditeit in de agrarische sector verder onder druk zetten. Denk bijvoorbeeld aan de vergroeningseisen. “Risico’s in de teelt omdat we steeds minder gewasbescherming mogen toepassen of door extremen in het klimaat, kunnen we niet doorberekenen in de prijs die we voor ons product krijgen.” “Uiteindelijk zijn we ook zelf verantwoordelijk voor de huidige situatie, want wij produceren als telers meer aardappelen dan dat er vraag is. De afnemers zorgen er bovendien voor dat er net te veel wordt produceert, waardoor er onvoldoende vraag is. Met een uitgedachte inkoopstrategie vertroebelen de afnemers daarmee eigenlijk de basisprincipes van marktwerking, wat resulteert in een ongezonde markt. Kortweg: de aanbodzijde zijn de telers zelf, maar wordt gereguleerd door de afnemers. Zij pakken de ruimte die wij weggeven, geef ze eens ongelijk. Dat moet veranderen. We moeten er als telers voor zorgen dat het aanbod van aardappelen beter is afgestemd op de vraag.
”Als het de POC lukt om zeventig procent van het areaal voor 1 januari 2025 lid te krijgen, dan is er voldoende slagkracht om invloed uit te oefenen en sturing te geven aan marktherstelsystemen. Roubos hoopt het voorbeeld te volgen van de United Potato Growers of America, waar het is gelukt om meer balans tussen vraag en aanbod te krijgen te krijgen, ten gunste van de teler. “En dat begint met een gelijker niveau van informatie om zo die vragende markt te creëren. Vaak zorgt net iets minder aardappelen telen voor een veel betere prijsvorming. Die prijs wordt nu bij de beurs bepaald, maar dat werkt niet goed omdat de teler daar zijn transacties niet inbrengt. De prijzen worden gebaseerd op de aardappelen die in de vrije markt, maar die zijn er amper. De telers hebben namelijk veelal getekend voor een meeleververplichting, waartoe ze helemaal niet verplicht zijn.”
Ambities en stappen
De ambities van de POC zijn groot, maar er zijn al behoorlijke stappen gezet. Zonder reuring te geven is al ongeveer vijftien procent van het areaal lid van de POC. “Het nadeel van corona was dat niemand fysiek bij elkaar kon komen. Ook het bestuur niet. Dit gaf ons echter wel de tijd om veel met elkaar te praten en zaken uit te zoeken. Om ergens te beginnen en uit te leggen wat de POC voor de teler kan betekenen hebben we leden met flyers geworven. Nu starten we een tour door Nederland waarin we met een presentatie ons doel samenvatten. Ook hebben we een kostprijscalculator en een contracttool ontwikkeld, om contracten voor telers te vergelijken en de markt inzichtelijk te maken.” Het bestuur is de eerste drie jaar onbezoldigd van start gegaan. “Omdat we vinden dat het nodig is om de teler hoger op de ladder in de markt te krijgen.”
“We richten ons op de consumptie (dan hebben we het over tafel, friet en export, red.) aardappelmarkt, omdat die relatief klein is. We hebben het eigenlijk alleen over Noordwest-Europa.” Een lidmaatschap kost tot 2025 jaarlijks tweehonderd euro. “Van dit geld gaan we verder bouwen aan een sterke telersorganisatie.” Roubos realiseert zich dat eerdere pogingen om een POC op te richten waren mislukt, alhoewel toen in korte tijd meer dan de helft lid werd. Lid worden is laagdrempeling en we hebben nu zoveel juridische mogelijkheden, dat de situatie anders is. Hoe groter de groep hoe meer kans dat het slaagt. Wij als telers zijn de baas, wij hebben de grond en de aardappelen. Niet de fabriek.”
Areaalbeperking
Roubos weet dat veel telers toch kiezen voor een veilige keuze en daarom toch een meelevercontract tekenen. “Dat moet anders. Aardappelen blijven echt niet zomaar liggen in de schuur, dat bleek wel in 2020.” Alhoewel de prijzen momenteel ‘zacht’ zijn, roept de POC voor komend seizoen op tot areaalbeperking. “Als je nagaat dat je nu voor een kilo tarwe 32 cent krijgt, dan kun je beter tarwe gaan telen dan aardappelen contracteren, wat geld kost. Een contract is in die zin schijnzekerheid. Want wat is veilig als je structureel te weinig verdient?”.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries