De familie Halsema runt in het zuiden van de Canadese provincie Alberta voor het vierde jaar een akkerbouwbedrijf met als hoofdteelt pootgoed. Zij vertellen hoe ze de stap van het Groningse Kloosterburen naar het Canadese Rolling Hills hebben gemaakt en hoe het leven hun daar bevalt. “Nederlandse collega’s hebben het hele proces wel vergemakkelijkt.”
Het is half mei als we de familie Halsema bezoeken, de zon schijnt op volle kracht en met hun bedrijf zijn ze al een eind gevorderd met het poten van de aardappelen. Aan een gravelweg bij Rolling Hills markeert een moderne kistenbewaring al het pootgoedbedrijf van de familie. Terwijl Eise en Esther Halsema even de tijd nemen om in de schaduw hun verhaal te doen over hun emigratie, blijven hun twee zonen Daan (22) en Tim (19) bij het poten van de aardappelen. Samen runnen ze het akkerbouwbedrijf.
Overstap naar Canada
De familie heeft in januari 2019 de overstap naar Canada gemaakt. Op advies van collega’s hebben ze het eerste jaar geen aardappelen verbouwd, maar alleen gewassen die door de combine kunnen, zoals tarwe, koolzaad en bonen, deels voor zaaizaadvermeerdering. Op een enkele zandkop na is hun grond vrij egaal. Omdat er ook Nederlandse collega’s in de buurt zitten heeft dit het hele proces wel vergemakkelijkt.
In het tweede jaar zijn ze begonnen met aardappelen. In Zuid-Alberta zijn ook veel frietaardappelen geteeld, zowel McCain als Lambweston hebben er frietfabrieken, maar daarvoor moet je wel contracten hebben. De teelt van pootgoed neemt er ook toe en deze tak hebben de Halsema’s hier nu ook weer opgepakt, temeer omdat ze dit in Groningen ook al deden.
Het eerste jaar was de oogst bijzonder groot, met name omdat ze veel stenen mee rooiden, die ze er bij het inschuren uitzochten. Maar na het tweede jaar was de hoeveelheid stenen al gehalveerd en nu na een paar oogsten zijn de dikste stenen wel weg. Voor het pootgoed heeft Halsema een nieuwe kistenbewaring gebouwd met een capaciteit van 2.900 ton. In de planning zit inmiddels een tweede bewaring met een capaciteit van 3.500 ton
Nederlandse techniek
In hun gebied zitten vier pootgoedtelers. “De afzet van pootgoed wordt niet zoals in ons land door een afzetorganisatie verzorgd, maar dat moet je zelf doen”, vertelt Eise Halsema. Een deel is afgezet via Parkland, een dochteronderneming van Agrico. Ook gaat er nu een deel naar Manitoba, want door wratziekte op P.E.I. (Prince Edward Island) is er in Manitoba een tekort aan pootgoed. De handel loopt via de P.G.A. (Potato Growers Alberta), zij onderhandelen met de fabrieken en de consumptietelers. Zij waken over de belangen van de boeren en bemiddelen voor de telers, zorgen voor grondonderzoek en dat de betalingen correct verlopen.
Voor het afleveren zijn de poters niet gesorteerd maar wel gelezen. Het pootseizoen begint vanaf 1 mei, dit voor een goede grondtemperatuur wat nodig is voor een goede knolzetting. Voor 1 oktober moet je weer van het land af zijn vanwege het vorstrisico.
Aardappelrassen
Halsema teelt nu zeven verschillende rassen, Russet Burbank, Ranger russet, Clearwater russet, Crimson Tide Rosagold , Anouk (Agrico) en Volare (HZPC). Ze zijn allemaal in kisten bewaard.
In de herfst is de grond diep bewerkt en dan gelijk beregend, de vorst doet dan de rest, die dringt tot anderhalve meter de grond in en dan hebben ze in het voorjaar een hele mooie structuur. Dan doen ze eerst de rugopbouw en daarna poten om zo onbereden grond te creëren voor een goede beworteling.
Tijdens het poten wordt een behandeling tegen rhizoctonia en luizen bijgevoegd en droge kunstmest. Voor de rugopbouw maken ze gebruik van een Baselier frees, omdat deze een goede beveiliging tegen stenen heeft.
Naast pootgoed bestaat de rest van het bouwplan uit Hard Red Springweed, dat is een zomer baktarwe die bij een vochtgehalte van 13,5 procent wordt gedorst en een opbrengst heeft van ongeveer zeven ton per hectare. Verder telen ze koolzaad voor zaadvermeerdering, korrelmais en doen ze loonwerk met koolzaad zaaien voor zaadvermeerdering.
Afscheid van Groningen
Van huis uit houden de Halsema’s zich al bezig met pootgoed. Op hun 52 hectare grote bedrijf in Kloosterburen. Bij de Waddenzeekust in Groningen teelden ze mede door land bij te huren zo’n 30 hectare pootgoed. Daarnaast hadden ze ook zo’n 27 hectare spruiten, wat veel werk met zich meebracht. Eise Halsema: “Voor spruiten was het geen glorietijd. Toen pa met pensioen ging zijn we met spruiten gestopt en zijn we met pootgoed verder gegaan.”
Naarmate de tijd vorderde, de beide zonen ouder werden en kenbaar maakten dat ze graag in het boerenvak verder wilden, werd het tijd om een plan te maken en de lijn naar toekomst uit te zetten. Met de boekhouder werden plannen voor de komende tien jaar op een rijtje gezet, land bijhuren, bijkopen of het plan zoals Halsema in zijn jonge jaren al een keer voor ogen had, emigreren naar Canada.
De verschillen in de boekhoudkundige berekeningen waren duidelijk. Om beide jongens in Nederland op gang te helpen, met investeren in eigen land, was er geen aantoonbare terugverdientijd. In Canada zou dat tussen tien en vijftien jaar moeten lukken. Dit gaf uiteindelijk de doorslag. Ook werden nog wat andere landen genoemd, maar Oost-Duitsland trok niet om er te gaan wonen, bovendien waren ze de Europese Unie en haar beleid helemaal zat.
Dit leidde er toe om de blik op Canada te richten. “Hoewel, Canada is ook duur geworden”, zegt Eise Halsema. “Als je vroeger één hectare land hier inleverde, kon je er in Canada zeven voor terug kopen, nu is het zo dat je voor één hectare hier in Canada drie kunt terug kopen.” Maar eigenlijk lag de keuze al een beetje voor de hand, want ze hadden er al bekenden wonen en ze wilden daar altijd al graag een keer gaan kijken. “En toen we hier kwamen waren we verkocht.”
Stroomversnelling
Als je dan zover bent dat je de keuze hebt gemaakt, wordt er later gebeld door een collega die er al zat. “Zijn boodschap was: ‘Hier staat een bedrijf te koop van vier quarter secties (één quarter is ongeveer 64 hectare, red.) bestaande uit klei met een afslibbaarheid van 35 procent en bewerkbaar als zavel’.” Dan gaat alles in een stroomversnelling, het bedrijf staat de Halsema’s aan en er zit toekomst in voor zowel Eise als ook voor beide zoons. Nu lijkt de koers uitgezet, het oude bedrijf moet worden verkocht en er moeten visa worden aangevraagd. Via Interfarms wordt het bedrijf in Kloosterburen verkocht aan familie, het geeft hun een fijn gevoel dat het oude bedrijf in de familie is gebleven.
Via Visa4You in Veeningen zijn de visa aangevraagd. De Canadese makelaar Ben van Dijk van Real Estate Centre in Coaldale zorgde voor de emigratiebegeleiding. “Dat is heel belangrijk”, zegt Eise Halsema. “Je krijgt een checklist en een hele lijst met regels en voorwaarden waar je aan moet voldoen. Die mensen weten de weg en weten waar je op moet letten. Zelf krijg je moeilijk contact met de overheid, maar gecertifi ceerde mensen zoals Van Dijk weten de weg en hebben contacten met de overheid. Mede daardoor is de emigratie eigenlijk wel soepel verlopen.”
Behalve het werken rijst natuurlijk ook de vraag hoe het leven in Canada bevalt. Daarover zijn ze unaniem duidelijk: “Oooh, stukken relaxter als in Nederland. Het leven is hier minder hectisch en men gaat veel respectvoller met elkaar om. Het is een heel landbouwvriendelijk land, en als je in Nederland een goed sociaal leven hebt, dan heb je het hier ook. Canadezen zijn vriendelijke mensen die graag bereid zijn om je te helpen.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Hendrik Begeman