Aardappelen zijn de belangrijkste maaltijdbegeleider in België. Op een gemiddelde dag in 2020 at 41 procent van de Belgen aardappelen (incl. friet). Aardappelen werden doorgaans al vaak thuis geconsumeerd en door Covid-19 en de bijhorende maatregelen is dit in 2020 nog toegenomen. Dit resulteerde in een stijging in het thuisverbruik van verse aardappelen in 2020 met acht procent. Hierdoor kwam er een einde aan de dalende trend in het thuisverbruik.
Daarnaast stopte in 2020 ook de verschuiving van grote naar kleine verpakkingen en kochten we in verhouding wat vaker terug bij speciaalzaken en recht van bij de boer. Het volumeaandeel van Belgische aardappelen groeide licht tot 76 procent en bio-aardappelen bleven status quo op 5 procent volumeaandeel. Dit alles blijkt uit de Consumptietracker van VLAM, een online onderzoek uitgevoerd door iVox, en uit gegevens die VLAM aankocht bij GfK België, die de aankopen van 6 000 Belgische gezinnen voor thuisverbruik opvolgt.
Aardappelen belangrijkste maaltijdbegeleider
Uit de Consumptietracker van VLAM, waarbij elke dag van 2020 aan consumenten gevraagd werd wat ze de dag vóór het onderzoek gegeten hadden, blijkt dat aardappelen de vaakst gegeten maaltijdbegeleider in België zijn: op die dag at 41 procent van de Belgen aardappelen (incl. friet), 23 procent at pasta, 9 procent rijst, 3 procent noedels, 1 procent quinoa, … Het zijn in verhouding eerder 55-64 jarigen, Vlamingen, samenwonenden, gezinnen met kinderen, lager opgeleiden, landelijk wonenden en mensen met Belgische roots die aardappelen eten. Gekookte aardappelen blijven daarbij de vaakst gebruikte bereidingswijze, gevolgd door friet, aardappelpuree en gebakken aardappelen.
Aardappelen vooral thuis gegeten
Als we in 2017 gekookte aardappelen aten, dan was dit in 85 procent van de keren thuis. Ook andere niet-gefrituurde aardappelbereidingen aten we in 2017 voornamelijk thuis. Bij friet is de situatie anders; daar aten we in 2017 slecht in 53 procent van de gevallen de frietjes thuis op en aten we die in verhouding vaker in horeca en op overige plaatsen (bv. evenementen, feestzalen, …). Ook pasta en rijst worden trouwens hoofdzakelijk thuis gegeten. Maar in verhouding tot gekookte aardappelen eten we pasta en rijst wel iets vaker in horeca en op werk/school.
Niet-gefrituurde aardappelen hebben dus een sterk thuisverbruikprofiel. En door Covid-19 en de bijhorende maatregelen zijn we ze nog meer thuis gaan consumeren. Maar liefst 9 op de 10 keer (89%) dat we in 2020 gekookte aardappelen aten, was dit thuis. Voor een typischer buitenshuisproduct als friet was de verschuiving nog drastischer: het aandeel van de thuisconsumpties steeg van 53 procent in 2017 naar 70 procent in 2020 ten koste van de buitenshuisconsumpties (vnl. horeca en overige kanalen). De thuisconsumpties van friet hebben echter het gedeeltelijke wegvallen van het buitenshuisverbruik niet helemaal kunnen opvangen: waar op een gemiddelde dag in 2017 nog 12,3 procent van de Belgen friet at, was dit in 2020 gedaald naar 10,6%.
Thuisverbruik verse aardappelen 8% gestegen
Die verschuiving van buitenshuis naar thuisverbruik in 2020 door de coronamaatregelen zien we uiteraard ook terug in de thuisverbruikcijfers van verse aardappelen. Na een daling in het thuisverbruik van 23,3 kg per capita in 2016 naar 20,5 kg in 2019, steeg dit in 2020 opnieuw naar 22,0 kg per capita (+8%). De sterke stijging noteren we bij alleenwonenden, hogere sociale groepen en in Brussel, niet toevallig bevolkingsgroepen die normaal in verhouding vaker buitenshuis consumeren.
Vooral tijdens de eerste lockdown noteerden we een sterke volumestijging (+17% tegenover dezelfde periode in 2019) . Tussen de twee lockdowns daalde dit meervolume naar +3%, om tijdens de tweede lockdown opnieuw te stijgen, maar minder sterk dan tijdens de eerste lockdown (+12%). Ook in de dagpenetratiecijfers merkten we dat de Belgen tijdens de eerste lockdown in verhouding vaker gekookte aardappelen aten en we dus in die periode vaker teruggrepen naar onze gekende en gesmaakte traditionele gerechten.
Met een jaarpenetratie van 90 procent blijven verse aardappelen een product dat nagenoeg alle gezinnen in België kopen en ze doen dit gemiddeld 14 keer per jaar. De voorgaande jaren merkten we dat het aantal kopende gezinnen stabiel bleef en dat ook de aankoopfrequentie slechts licht daalde, maar merkten we vooral een daling in het volume per aankoop. De kleinere verpakkingen (<5 kg) werden steeds populairder. In 2020 zagen we echter dat, onder invloed van Covid-19, het volume per aankoop terug wat gestegen is en de grotere verpakkingen terug meer aan belang wonnen.
Doordat we meer zelf in de keuken aan de slag moesten, was er meer nood aan aardappelen. Om de kans op besmetting voldoende klein te houden, gingen we echter minder vaak naar de winkel en kochten we dus meer per aankooptrip. Bovendien gingen we ook meer bij o.a. speciaalzaken en korte keten kopen (zie verder), waar in verhouding vaak grotere hoeveelheden aardappelen gekocht worden.
Drie kwart van Belgische oorsprong
Drie kwart van de gekochte aardappelen zijn van Belgische herkomst (lichte stijging t.o.v. 2019). Het aandeel van Belgische aardappelen is uiteraard het hoogst bij de rechtstreekse aankoop. Maar ook bij de grotere supermarkten en bij de buurtsupermarkten ligt dit aandeel boven de 80%. Bij hard discount is het aandeel Belgische aardappelen het laagst (67%). Het aandeel van Belgische aardappelen is het hoogst in het eerste en het vierde kwartaal.
Bio-aardappelen stegen de voorbije jaren in volumeaandeel: van 3,4 procent in 2016 naar 5,0 procentin 2019. In 2020 bleef het aandeel van bio hangen op 4,9 procent.
Speciaalzaken en korte keten winnen marktaandeel
De hypermarkten en de grotere supermarkten blijven het belangrijkste aankoopkanaal voor verse aardappelen met een volumeaandeel van 39 procent. Gevolgd door hard discount (Aldi en Lidl) met 30 procent en de buurtsupermarkten met 14 procent De voorbije jaren waren hard discount en de buurtsupermarkten de stijgers in de aardappelmarkt. In 2020 zijn we echter in verhouding meer gaan kopen bij speciaalzaken (groente- en fruitwinkels) en rechtstreeks bij de teler, waardoor er een einde kwam aan het dalende marktaandeel van deze twee kanalen.
Bron: VLAM