Akkerbouwer Klaas Schenk uit Anna Paulowna wilde enige jaren geleden naar minder financiële risico’s en minder teeltrisico. Uit een eigen analyse kwamen een twintigtal opties naar voren. Door dertig hectare grond te verkopen was hij én van zijn hypotheek af én kon hij investeren in veel zaken die het teeltrisico verkleinen. Schenk: “Dat ik het roer omgegooid heb is ook omdat ik gewoon niet meer mee wilde doen aan de huidige rat race waar de akkerbouw momenteel in zit.”
“Mijn opa is hier in 1935 begonnen”, vertelt Klaas Schenk, akkerbouwer en bestuurder van de vakgroep Akkerbouw & Vollegrondsgroente van LTO Nederland, aan de woonkamertafel in zijn boerderij in het Noord-Hollandse Anna Paulowna. “En mijn vrouw Valéry en ik namen het in 2004 over van mijn ouders.” Het bedrijf was op dat moment 57 hectare groot, waarvan 42 hectare eigendom en vijftien hectare ruilland. Hier werd 29 hectare pootgoed, achttien hectare graan, vijf hectare suikerbieten en vijf hectare zaaiuien op geteeld. Bij de overname van de ouders van Schenk besloten hij en zijn vrouw om te groeien met het akkerbouwbedrijf. Zodoende zat het bedrijf in 2008 al op zo’n 85 hectare, waarvan 55 hectare eigen land en dertig hectare huur- c.q. ruilland. Hij huurde vooral grond van veehouders. Hij teelde in die tijd 45 hectare pootgoed.
Naast het fors verruimen van het aantal hectares besloot familie Schenk in 2004 om ook de bewaring te vernieuwen en fors uit te breiden. De oude bewaarschuur van vierhonderd vierkante meter werd gesloopt en er kwam een loods van vijftienhonderd vierkante meter voor terug. Verder hield de familie het tractor- en machinepark up-to-date. Schenk: “We hebben in die jaren tonnen in onze mechanisatie gestoken en ook grote aardappelsorteermachines van Schouten Sorting Equipment en DT Dijkstra gekocht. Die kochten wij gezamenlijk met maatschap Wilms uit Anna Paulowna, een akkerbouwbedrijf waar wij sinds 2008 nauw mee samenwerken.”
Risico-inventarisatie
De familie Schenk besloot in 2016 om een risico-inventarisatie te maken. Ze besloten bewust om eerst zelf een risico-inventarisatie te maken en pas daarna een bedrijfsadviseur er naar te laten kijken. “Vooral om niet vooraf beïnvloed te worden,” aldus Schenk. “We hebben deze risico-inventarisatie tevens bewust laten checken door mensen van buiten de landbouw, omdat die er weer heel anders tegenaan kijken.” Belangrijkste redenen om een inventarisatie te maken was omdat de kwaliteit van het huur, soms minder was. Dit zorgt dus voor een teelt- en oogstrisico. Bovendien liggen die gronden vaak op zo’n vijftien kilometer van de thuislocatie af. Verder komt er ook op de akkerbouwsector natuurlijk veel nieuwe wetgeving af en welke gevolgen heeft dit dan voor je bedrijf.
Uit de risico-inventarisatie kwam een twintigtal bedrijfsontwikkelingsmogelijkheden. In hoofdlijnen kwam dit op drie mogelijke ontwikkelingen uit. Ten eerste, doorgaan in de huidige rat race in de akkerbouwsector en dus verder groeien met het bedrijf, maar daar zaten een hoop haken en ogen aan. “En deze optie zou ook ten koste gaan van ons gezinsleven en dat wilden wij niet”, aldus Schenk.
Tweede optie was volledig stoppen met het akkerbouwbedrijf, maar dat was te rigoureus vonden Schenk en zijn vrouw. Ook omdat ze dan als gezin weg van de boerderij hadden gemoeten en dat wilden ze niet. “En boer zijn is natuurlijk ook het mooiste beroep dat er is”, glimlacht de akkerbouwer. De derde optie was met minder risico het akkerbouwbedrijf voortzetten, maar dat zou wel betekenen dat ze het bedrijf zouden moeten verkleinen. Familie Schenk heeft ook een samenwerkingsverband met andere akkerbouwbedrijven onderzocht, maar daar was op dat moment geen interesse in.
Dertig hectare land verkocht
Uit de risico-inventarisatie kwam ook naar voren dat twee risico’s binnen het akkerbouwbedrijf het belangrijkste waren, namelijk het financiële risico en het teeltrisico. Het financiële risico zo klein mogelijk maken was op zich makkelijk te realiseren voor de familie, aangezien ze dan gewoon ‘van de bank af’ moeten. Oftewel hun hypotheek moeten aflossen. Schenk: “Dat hebben wij gedaan door dertig hectare goede akkerbouwgrond te verkopen. Naast dat de hypotheek afgelost was, hielden wij ook nog een bedrag over dat wij in zaken konden investeren om het teeltrisico, het tweede belangrijkste risico, te verkleinen.” Momenteel boert de familie op 28 hectare grond en huurt niets meer bij.
Door verandering van het weer (klimaatverandering aarde) zijn verzilting en verdroging het grootste risico voor de akkerbouwgronden, die op slechts enkele kilometers van de Waddenzee liggen. Vandaar dat er geïnvesteerd is in de aanleg van een bovengrondse zoetwateropslag en in een watersysteem om met druppelslang te irrigeren. Verder is er vanuit het project Zoetwaterboeren gestuurde drainage aangelegd, dus het grondwaterniveau kan 365 dagen per jaar tot op de centimeter nauwkeurig geregeld worden. “Wat wij dus doen is in de winter water ‘oogsten’ en in de zomer brengen wij dit water in via het peilgestuurde drainagesysteem in. Omdat zoet water op zout water drijft, houden wij zodoende de zoute kwel vanuit de Waddenzee in de hand.”
Er is nu al de kans dat steeds meer verzilting optreedt de komende jaren, maar dat zal volgens Schenk alleen maar toenemen doordat de poldergronden alleen maar zullen inklinken en de zeespiegel daarentegen juist zal stijgen. “Wij krijgen nu al ons water vanuit het IJsselmeer, maar gaan zelf steeds meer zoet water bufferen. Naast de bovengrondse opslag van duizend kuub gaan wij eind 2023 ook een ondergrondse waterbuffer aanleggen van minimaal twintigduizend kuub. Daarbij wordt een infiltratiebuis van dertig meter in de grond geslagen en daardoor kunnen wij zoet water opslaan in een zandlaag onder onze kleigronden. Daarbij werken wij samen met Wageningen UR, BO akkerbouw, Vertify, Pipelife en Deltares.” In het kader van het watermanagement doet familie Schenk ook mee aan het project Zoetwaterboeren, een project dat inzet op de ontwikkeling van een duurzaam watersysteem.
Vaste rijpadensysteem
De 28 hectare waarop geteeld wordt ligt rondom de thuislocatie en bestaat uit zeeklei die zo’n twintig procent afslibbaar is. Ook zit er vrij veel zavel in deze zeeklei. In totaal teelt familie Schenk op acht hectare pootgoed. De rassen zijn de tafelaardappel Abelia en Michelle en het chipsras Brooke. Schenk werkt met rotatie van een 1-op-3. Om het teeltrisico te verminderen schakelde hij in 2020 over naar een vaste rijpadensysteem. Belangrijkste redenen daarvoor zijn: minder middelengebruik én efficiënter gebruik van de grond. Met de aardappelteelt is hij daarbij tevens overgestapt van aardappelruggen naar aardappelbedden. Die zijn 183 centimeter breed over de volle lengte van het veld. “Wij zijn dus eigenlijk een soort tuinder geworden,” aldus de akkerbouwer. “Wij werken nu twee seizoenen met aardappelbedden en het is pionieren, maar bevalt tot nog toe goed.”
De belangrijkste reden om met aardappelbedden te beginnen is de betere benutting van zijn grond. Bijkomend voordeel is dat de maatverhouding van het nest knollen dicht bij elkaar ligt. Dat geeft meer verkoopbare aardappels. “Gemiddeld komen wij twintig procent hoger uit in kilo’s afleverbaar”, aldus de Noord-Hollandse akkerbouwer. “De kosten van het teeltsysteem, samen met druppelirrigatie hebben deze opbrengstverhoging ook wel nodig. Maar als wij het systeem nog beter in de vingers krijgen, zit er zeker voordeel in.”
Aankoop werktuigen voor vaste rijpaden
Wat de tractoren betreft is familie Schenk niet per se van het kopen. Regelmatig huurde de akkerbouwer een tractor. “Voor die paar uur per jaar in het voorjaar en de herfst dat je sommige tractoren gebruikt, is het kopen ervan geen goede investering.” Er wordt nu wel geïnvesteerd in de transitie van het machinepark. Door de overstap naar een vast rijpadensysteem heeft de familie een aantal andere werktuigen aangekocht. Zo schaften zij, speciaal voor de bedden in 2021 een Tormac/Scotts Microlift RS6 aan, afkomstig uit Engeland. Een vrij bijzondere en unieke voorraadrooier voor aardappels en uien die je niet vaak tegenkomt.
Verder schafte de familie een AVR bunkerrooier aan, een éénrijer, waar ze ook de aardappelen en uien mee laden. Schenk: “Hiervoor reden wij met een tweerijige Dewulf. Bij de keuze voor nieuwe werktuigen en machines hebben wij ook bewust voor lichtere modellen gekozen, vanwege behoud van de bodemstructuur. Of het resultaat zal hebben, zal de toekomst uitwijzen. Meestal duurt het zo’n vijf jaar, over het algemeen, voor je opbrengstverbeteringen ziet na gedane aanpassingen.”
Maar dat zijn niet de enige bedrijfsontwikkelingen die familie Schenk wil doorvoeren. De grote aardappelsorteermachines die ze samen met maatschap Wilms gekocht hebben, gaan verhuizen naar maatschap Wilms. De vrijgekomen ruimte in de grote loods gaat de familie ombouwen naar een ontvangstcentrum en praktijkleslocatie. Schenk: “Wij zijn daarvoor inmiddels in gesprek met de agrarische scholen Aeres en Vonk.” Zowel het ontvangstcentrum als de praktijkleslocatie moeten volgend jaar klaar zijn. Reden om hiermee te beginnen is kennisdeling vanuit het project Zoetwaterboeren en inspiratie opdoen voor de bezoekers vanuit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW).
Ontwikkelingsmogelijkheden
In hoofdlijnen kwam dit op drie mogelijke ontwikkelingen uit. Ten eerste, doorgaan in de huidige rat race in de akkerbouwsector en dus verder groeien met het bedrijf, maar daar zaten een hoop haken en ogen aan. “En deze optie zou ook ten koste gaan van ons gezinsleven en dat wilden wij niet”, aldus Schenk. Tweede optie was volledig stoppen met het akkerbouwbedrijf, maar dat was te rigoureus vonden Schenk en zijn vrouw. Ook omdat ze dan als gezin weg van de boerderij hadden gemoeten en dat wilden ze niet. “En boer zijn is natuurlijk ook het mooiste beroep dat er is”, glimlacht de akkerbouwer. De derde optie was met minder risico het akkerbouwbedrijf voortzetten, maar dat zou wel betekenen dat ze het bedrijf zouden moeten verkleinen. Familie Schenk heeft ook een samenwerkingsverband met andere akkerbouwbedrijven onderzocht, maar daar was op dat moment geen interesse in.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Dick van Doorn