De aardappelopbrengst in Noordwest-Europa is dit oogstjaar geschat op 27,9 miljoen ton. Dat is 3,8 procent hoger dan het vijfjaarlijks gemiddelde. Nochtans is de aardappelsector zwaar getroffen door de coronacrisis. Doordat de consumptie zwaar terugviel, werden landbouwers geconfronteerd met heel wat onverkoopbare vrije aardappelen. Op basis van informatie uit diverse hoeken verwacht Romain Cools van Belgapom dat het nog tot 2022 zal duren vooraleer de aardappelmarkt terug in de buurt van zijn oude niveau komt.
Het aardappelareaal in de vijf belangrijkste aardappellanden in Europa, België, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië, steeg dit jaar met 1,4 procent in vergelijking met vorig jaar. Dit zal naar verwachting een oogst van 27,9 miljoen ton aardappelen opleveren. Dat is 3,8 procent meer dan vorig jaar toen 26,9 miljoen ton werd gerooid, maar een stuk minder dan het jaar 2017 toen er 29,6 miljoen ton werd geoogst. Dat blijkt uit cijfers van de Northwestern European Potato Growers (NEPG).
Onevenwicht in aardappelmarkt
Die stijging vergroot het onevenwicht dat er dit voorjaar was gekomen in de aardappelmarkt door de coronacrisis. De wereldwijde lockdown deed de vraag naar verwerkte aardappelproducten immers sterk teruggevallen. In de retail steeg de verkoop wel, maar dat kan het verlies op de foodservicemarkt niet goedmaken. Ook de export kwam zwaar onder druk te staan. “We zien wel dat België het er in de exporttabellen een stuk beter van afbrengt dan zijn buurlanden. Dat maakt duidelijk dat onze bedrijven echt niet bij de pakken zijn blijven zitten tijdens de crisis. Zegt de secretaris-generaal van Belgapom.
Grote verschillen tussen bedrijven
Al wil Cools benadrukken dat er ook zeer grote verschillen zijn tussen de aardappelverwerkende bedrijven. “Het ene bedrijf is sterk afhankelijk van de foodservice en heeft dus wel zwarte sneeuw gezien, terwijl andere bedrijven meer focussen op retail en dus wel goed hebben kunnen doorwerken”, klinkt het. “Ook wie inzet op export binnen Europa zijn minder getroffen dan wie sterker afhankelijk is van export naar derde landen.”
Recent werd ook bekend dat aardappelhandelaar en -verwerker Bart’s Potato Company onder bescherming tegen zijn schuldeisers verder werkt. Romain Cools erkent dat dit bedrijf in de problemen zit en hoopt dat de tijdelijke bescherming tegen schuldeisers het bedrijf de kans kan bieden om orde op zaken te stellen. “Het is niet alleen de jongste aardappelverwerker in ons land, maar ook de belangrijkste internationale aardappelhandel die vandaag nog in ons land actief is. Deze handel kan het, in geval van een verzadigde markt in Europa, helpen om de vrije markt een deel te ontlasten”, luidt het. Hij stelt duidelijk dat de problemen bij Bart’s Potato Company in geen geval een signaal zijn voor meer problemen bij andere verwerkingsbedrijven.
Toen de coronacrisis uitbrak en de implicaties ervan voor de aardappelsector duidelijk werden, engageerden de leden van Belgapom om de aangegane contracten na te komen. Dat is ook gebeurd, verzekert Cools. “Ik heb weet van een aantal discussies, maar die zijn allemaal opgelost. Of er is in onderling overleg een andere oplossing afgesproken. En waar men niet tot een vergelijk is gekomen, ging het om niet-Belgapomleden”, aldus Cools.
Contract is contract
Hij laat weten dat het principe ‘een contract is een contract’ blijft gelden voor de komende oogst. “In tegenstelling tot het afgelopen aardappelseizoen ziet de situatie er voor het lopende seizoen er iets beter uit. De complete en globale lockdown die we in april en mei hebben gekend, lijkt in elk geval achter de rug dus slechter dan het geweest is, verwachten we het niet meer”, aldus Cools. “Zoals ik het nu ervaar, hopen we tegen het einde van het jaar op 80 procent van de capaciteit te zitten. Als dat het geval is, zullen we tevreden zijn.”
Toch vreest hij voor de vrije markt van aardappelen dit seizoen het ergste. Dat blijkt uit de notering van Belgapom: lange tijd is er niet genoteerd en vandaag is er 25 euro per ton genoteerd. “We verwachten dat in 2021 een herstel komt, maar dat de sector daar pas in 2022 echt de vruchten zal van kunnen plukken. Al zal het eerder een nieuw normaal zijn in plaats van het oude normaal”, luidt het. Cools wijst daarbij op een aantal zaken die fundamenteel aan het veranderen zijn in de wereld, zoals de aandacht voor het lokale en voor gezondheid.
Aardappeltelers en marktsituatie
Belgapom begrijpt dat het voor aardappeltelers allesbehalve eenvoudig is om te beslissen hoe ze in de toekomst met deze nieuwe marktsituatie moeten omgaan. “Alles is zeer onzeker. In dat kader is het erg jammer dat Interpom niet kan doorgaan. Tijdens deze beurs kunnen landbouwers en afnemers met elkaar informeel in dialoog treden en de violen gelijk stemmen. Nu zal dat helaas moeten wachten tot november 2021”, verklaart Romain Cools.
Een ander thema dat anders een belangrijk gespreksonderwerp zou zijn op de vakbeurs Interpom is het verbod op CIPC. “Ook dit is een bijzondere uitdaging waarvan velen zich nog onvoldoende bewust zijn. Niet iedereen is goed voorbereid over hoe we omgaan met lange bewaring van aardappelen nu CIPC niet meer kan gebruikt worden”, aldus de Belgapom-secretaris.
Hij wijst erop dat de Belgapom-leden in elk geval een initiatief hebben genomen voor de opmaak van een bemonsteringsplan. Deze winter zullen 1.000 loodsen bemonsterd worden om te bekijken in welke mate CIPC nog aanwezig blijft. Dat wordt heel belangrijk om het dossier in Europa te verdedigen. Dit om de tijdelijke minimumnorm van 0,4 ppm CIPC te aanvaarden”, zegt Cools. Bovendien wijst hij erop dat de betrokken telers daardoor een duidelijk zicht krijgen op de situatie in hun aardappelloods.
Bron: VILT