Door de aanhoudende regen zijn veel aardappelen op dit moment nog niet geoogst. De periode waarin telers wél het land op konden was te kort om alle aardappelen onder goede condities de opslag in te kunnen laten gaan. Contracten voor het naderende seizoen moeten daarom meer risico’s nemen en rekening houden met hogere kosten. Voldoende pootgoed beschikbaar hebben zal een uitdaging worden in het voorjaar van 2024.
Na een reguliere zomer leek de opbrengst van de aardappelen over het algemeen goed te zijn. Een gemiddelde opbrengst van 45,8 ton per hectare was gehaald in EU-4. Dit is een toename van 6,3 procent vergeleken met vorig jaar. Gecombineerd met een groter aantal hectares was de totale productie van EU-4 geschat op 23,6 miljoen ton. In 2021 lag dit op 22,9 miljoen ton en dit was een redelijk vergelijkbaar jaar. Op dit moment is rond de 22,2 miljoen ton geoogst. Dit betekent dat er nog ongeveer 1,4 miljoen ton in de grond zit. NEPG doet geen voorspellingen over hoeveel er nog geoogst zal gaan worden, maar een gedeelte van het gewas is waarschijnlijk verloren gegaan.
Aanhoudende regen
Slechte weersomstandigheden in oktober brachten de oogst na slechts drie minuten tot stilstand. Midden november was er tot 250 millimeter regen vastgesteld in sommige gebieden, dit gaf percelen, die onder water bleven staan. Noord-Frankrijk, het westen van België en Nederlandse kustregio’s hadden het meest te lijden. In veel van deze gebieden dienen de aardappelen nog geoogst te worden: vijftien procent in Nederland en elf procent in België. De berekende kosten op basis van oogsten, wassen, drogen en opslag zijn hoog.
Het oogstseizoen van 2023 herinnert ons eraan dat aardappelproductie steeds moeilijker, risicovoller, uitdagender, duurder en gestrester wordt. Het weer in het einde van het voorjaar en de vroege zomer was een duidelijk voorbeeld van de klimaatverandering, namelijk droog en warm. De aanhoudende regen gedurende het einde van de zomer en het najaar lieten duidelijk zien wat het weer wellicht zal worden in de toekomst. Contracten voor volgend seizoen zullen rekening moeten houden met deze risico’s.
Grote zorgen
Telers maken zich zorgen om hun nog niet geoogste areaal. Dat is terecht, want sommige aardappelen kunnen ze niet uit de grond krijgen. Aardappelen die onder zuurstofarme omstandigheden in de bodem blijven, kunnen gaan rotten. De aardappelen die wel geoogst kunnen worden, zullen waarschijnlijk kwaliteitsproblemen hebben en daardoor wellicht niet de opslag in kunnen gaan. Sommige contracten zullen niet worden nageleefd.
Stijgende prijzen
De moeilijke oogstomstandigheden hebben duidelijk effect op de vrije markt. Na een korte periode van overaanbod, zijn we nu in een situatie beland met tekorten. In enkele weken stegen de prijzen van aardappelen op de vrije markt van acht euro naar twintig euro per honderd kilogram. De vraag naar gezonde en droge aardappelen is groot in de industrie en export. De komende weken zullen uitwijzen hoeveel aardappelen er nog uit de grond gehaald kunnen worden. Wellicht kunnen we een korte periode de natte percelen op, maar de prijzen zullen op de lange termijn niet naar beneden gaan. Het vroeg opstellen van contracten kan zelfs leiden tot tekorten op de lange termijn: in het voorjaar van 2024.
Zorgen over pootgoed in 2024
Er zijn minder hectares beschikbaar, namelijk 94.100 hectare, dit is een daling van 6,6 procent vergeleken met 2022. De knollen zijn groter en in minder aantallen dan normaal. De kwaliteit is verminderd in de Benelux, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Schotland. Dit zal leiden tot tekorten van twintig procent in het voorjaar van 2024. Pootgoedtelers zullen de eerste zijn die profiteren van de voorspelde stijgende prijzen voor pootgoedaardappelen.
Bron: NEPG