SESVanderHave maakte vorige week wereldkundig, dat ze een resistentiegen tegen het vergelingsvirus (BChV) in suikerbieten hebben ontdekt. Volgens directeur Jan Willem van Roessel van Stichting IRS opent dit mogelijk de deur naar resistentiegenen tegen andere virussen. Wellicht kan dit een doorbraak zijn in de uitdagingen rond het schraler wordende pakket aan toegestane werkzame stoffen. Dit is een belangrijke stap in een toekomstbestendige suikerbietenteelt.
“Dit is positief nieuws,’’ vertelt Van Roessel. “We hebben in de huidige situatie in Nederland feitelijk te weinig chemische middelen beschikbaar om het virus te beheersen. Dit biedt perspectief voor de toekomst.’’
Een nieuw resistent ras
Op dit moment is in Nederland slechts één middel toegestaan tegen het vergelingsvirus, terwijl in sommige percelen drie tot vier keer bespuitingen gewenst zijn. De suikerbietensector is afhankelijk van toelatingen van tijdelijke middelen. “Het is elk jaar afwachten of we de tijdelijke toelatingen krijgen. Vorig jaar waren twee middelen vrijgegeven en dit jaar slechts één”, legt de directeur van Stichting IRS uit. “Je kunt in de toekomst niet hiervan afhankelijk blijven, dus ontwikkelingen van SESVanderHave zijn zeker welkom binnen de sector. Daarnaast is het ook positief dat dit resistentiegen beschikbaar komt voor alle veredelaars, zodat het breed ingezet kan worden.”
Deze ontdekking sluit aan op de visie van de suikerbietensector, waarbij rassen worden geselecteerd op basis van resistentie. Alle suikerbietenrassen zijn inmiddels resistent tegen Rhizomanie. Daarnaast zijn er nog rassen bestand tegen de bodemschimmel Rhizoctonia of wit bietencysteaaltje. Ziekteverwekkers verspreiden zich aan de hand van de soort grond en het klimaat, waardoor een natuurlijke scheiding in rassen ontstaat. Daarnaast worden rassen ingedeeld op financiële opbrengst en hoeveel grond er aan de bieten blijft hangen. IRS of Cosun Beet Company kunnen telers adviseren in de rassenkeuze.
Schade door gele kleur
Het vergelingsvirus tast de metabolische activiteit van suikerbieten aan. Het virus breekt bladgroen af, wat het blad een gele kleur geeft. Hierdoor kan de plant minder zonlicht binden en is er minder energie beschikbaar voor de plant. Dit heeft effect op de grootte van de biet en het suikergehalte, wat resulteert in verminderde opbrengst, zowel in tonnen biet als in suiker.
“Hoe vroeger in het seizoen de aantasting is, hoe desastreuzer het effect. In de loop van het seizoen bouwen suikerbieten natuurlijke resistentie op tegen het vergelingsvirus. Na half juli is het gevaar geweken”, legt Van Roessel uit. ‘’Dit is natuurlijk ook afhankelijk van het seizoen. Heb je een koude winter, dan heb je minder volwassen luizen in het voorjaar en moet de luizenpopulatie opnieuw worden opgebouwd.’’ Daarbij spelen de kou, droogte en zonnige dagen rond de zaaiperiode ook mee.
Er zijn drie verschillende vergelingsvirussen bekend: Beet Mild Yellowing Virus (BMYV), Beet Yellowing Virus (BYYV) en het Beet Chlorosis Virus (BChV), waar SESVanderHave het resistentiegen voor heeft ontdekt. Alle drie virussen komen voor in Nederland. Het verschilt per jaar welk virus het meest optreedt. De directeur van IRS wil wel een kanttekening bij de doorbraak plaatsen: “Dit gaat om de resistentie tegen één specifiek virus. Wil je echt een oplossing hebben, dan moet je een resistentie hebben tegen de drie virussen, maar dit resistentiegen is zeker een goed begin.”
“Wil je echt een oplossing hebben, dan moet je een resistentie hebben tegen de drie vergelingsvirussen”
Lange termijn oplossing
Het zal nog wel even duren voordat het nieuwe resistentiegen in de vorm van een ras ingezaaid wordt. Daarvoor heeft het resistentiegen nog een lange weg te gaan. “Mijn hoop is dat deze ontdekking de deur opent naar andere resistentiegenen, waarmee we de andere vergelingsvirussen kunnen tackelen. Het liefst gecombineerd in één ras,’’ spreekt Van Roessel uit. “Wat dat betreft zijn er hoopvolle ontwikkelingen binnen Europa om technieken toe te laten zoals CRISPR-Cas, waarin rassen aan de hand van DNA worden aangepast. Je kunt hiermee jaren winnen vergeleken met veredeling.”
In de toekomst
“Voor de toekomst zie ik niet een enkele behandeling tegen het vergelingsvirus, zoals dat een paar jaar geleden was. Het zal een combinatie zijn van een ras, geschikte teeltmethoden en chemisch ingrijpen op beperkte schaal. Deze ontwikkeling is in ieder geval een hoopvol signaal voor de lange termijn”, besluit Van Roessel.
Tekst: Kim Sjoers