Intensieve grondbewerking ligt onder een vergrootglas. Kan een teler zich het daarentegen veroorloven om in voor een hoogsalderend gewas als aardappelen de ploeg te laten staan en daar te kiezen voor een tussenvorm? Onderzoekers Janjo de Haan en Derk van Balen van Wageningen University & Research (WUR) stellen van wel. “Systeemproeven hebben aangetoond dat gereduceerde grondbewerking geen extra kosten heeft en geen opbrengst kost. Voor de aardappelteelt lijkt er zelfs een kleine plus te zitten.”
Heeft het überhaupt zin om een akker niet te ploegen voor er aardappelen op te zetten? Zakt de opbrengst niet in? En wat doet niet-ploegen met de biodiversiteit, waterhuishouding en stikstofuitspoeling? Het waren de vragen die centraal stonden tijdens een speciale lezing van WUR-onderzoekers Janjo de Haan en Derk van Balen. Zij kregen de kans op een virtuele editie van de Aardappeldemodag de resultaten toe te lichten van systeemproeven met gereduceerde grondbewerking op onder andere het proefbedrijf in Valthermond. Daar is gekeken naar de effecten aspecten als de rijsnelheid en mesttoediening, groenbemester en compost en spitten en woelen.
Gereduceerde grondbewerking beter dan ploegen
“Qua waterregulatie en waterzuivering scoort gereduceerde grondbewerking op klei beter dan ploegen”, vertelt De Haan, “Door de betere structuur is de waterhuishouding beter en wordt water makkelijker afgevoerd. Op zandgrond is geen duidelijk effect op de structuur en waterhuishouding zichtbaar. Belangrijk aandachtspunt is wel de rijsnelheid. We zien dat te snel met een cultivator rijden te fijne grond geeft met nauwelijks kluiten, waardoor die stuifgevoelig is.”
Biodiversiteit
Grote voordeel van het laten staan van de ploeg en de keuze voor een lichtere en minder diepe grondbewerking zit in de biodiversiteit. “Het niet ploegen is aantoonbaar positief voor de biodiversiteit op kleigrond. Daar hebben we bij gereduceerde grondbewerking meer wormen, insecten, spinnen gemeten. Het bodemleven zorgt ook voor de betere structuur. Op zand en dalgrond hebben we dit soort metingen niet uitgevoerd.” Ook over de uitspoeling van nutriënten is Derk van Balen stellig. “Er is geen effect van gereduceerde grondbewerking op de nutriëntenoverschotten, al lijkt zowel op klei als op zand gereduceerde grondbewerking een lager risico op stikstofuitspoeling te hebben. Hoe dit werkt zoeken we ook nog uit.”
Overstap is ingrijpend
De overstap op een gereduceerde grondbewerking is wel ingrijpend. De WUR-onderzoekers willen onderstrepen dat er goed nagedacht moet worden over een dergelijke keuze. “De onkruiddruk kan zeker in de eerste jaren beduidend hoger zijn. Het zolang mogelijk bedekt houden van de bodem helpt onkruid onderdrukken. Vorstgevoelige groenbemesters hebben de voorkeur maar soms moet er in het voorjaar toch nog geklepeld worden. Om in gewasresten te kunnen zaaien zijn speciale zaaimachines met schijven nodig”, stelt De Haan. Zijn collega Van Balen vult hem aan. “Overstappen naar gereduceerde grondbewerking kan ook effect hebben op de vruchtwisseling, keuze van groenbemesters, onkruidbeheersingsstrategie en bemesting. Bijvoorbeeld in dit droge voorjaar zien we dat de vertering van gewasresten laat op gang komt. Dit heeft gevolgen voor het vrijkomen van stikstof.”
Tekst: Martin de Vries
Foto: Wageningen University & Research