De laatste weken van maart zijn aangebroken, het is lente geworden. Op het land barst het voorjaarswerk los. Na een relatief natte winter drogen de percelen na de zon en wind al op. Ook al gaat dit opdrogen op sommige plekken zelfs iets te snel.
In het zuiden van Nederland en België wordt, zoals zo vaak, als eerste gestart met het zaaien van uien. Daarna volgt de rest van Nederland. Normaal is er een verschil van drie weken tussen het zaaimoment in het noorden en het zuiden. Dit jaar lijkt die periode een stuk korter. De lichte gronden worden nu geploegd zodat het land daarna klaargemaakt kan worden voor het zaaien van uien. Op zwaardere gronden is hier en daar al beregend. Gelukkig is er bij de meeste telers nog geen reden om water te geven. Er wordt aangegeven dat de grond er goed uitziet ondanks dat er weinig vorst is geweest.
In vochtige grond zaaien
Op dit moment kan bijna overal in een vochtige grond gezaaid worden voor een ideale start. Als de de grond te droog wordt is het advies om te gaan beregenen vóór het zaaien en niet pas ná het zaaien. Wordt er pas na het zaaien beregend dan is er er een grotere kans dat de grond dichtslaat. Omdat er op dit moment weersverwachtingen voor mooi weer worden afgegeven, zal beregenen waarschijnlijk niet nodig zijn.
Lager uienareaal
De accountmanagers van De Groot en Slot schatten in dat zo’n 30 procent van het uienareaal in Nederland en België inmiddels gezaaid is. Dit geldt voor zowel de lichte als zwaardere gronden. Het lijkt erop dat het uienareaal dit jaar een stuk lager uitvalt dan vorig jaar. Naar schatting zit nu ook al zo’n 80 tot 90 procent van de tweedejaars plantuien in de grond.
Bron: De Groot en Slot