Droogtemaatregelen
Door de enorme droogte van de afgelopen maanden, zien verschillende provinciegouverneurs zich verplicht om een captatieverbod in te voeren om watertekort te vermijden. Voor de provincie West-Vlaanderen gaat het om zeven ecologisch kwetsbare beken en waterlopen: de waterlopen die gelegen zijn in de stroomgebieden van het Blankaartbekken, Poperingevaart, Kemmelbeek, Handzamevaart, Rivierbeek, Hertsbergebeek en Bornebeek. Daarnaast heeft de provincie ook verboden om water te capteren uit de meanders van de Leie en de Schelde.
Voor de IJzer is het captatieverbod op dit ogenblik nog niet van kracht. “Maar eens het peil onder 2,90 meter komt, dan zal ook aan het IJzerbekken een oppompverbod worden ingevoerd. Momenteel staat het water nog drie meter hoog. We hebben nog wat speling en hopen dat we daar niet verder moeten ingrijpen”, zegt West-Vlaams gouverneur Carl Decaluwé.
Oost Vlaanderen
In Oost-Vlaanderen gaat het om een captatieverbod op 19 plaatsen. “Water is een kostbaar goed”, zegt waarnemend gouverneur Didier Detollenaere. “Dit oppompverbod is nodig omdat de waterkwaliteit afneemt, wat gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Overtredingen zullen bestraft worden met een gevangenisstraf van 8 tot 14 dagen en een geldboeten tot 200”, klinkt het. Er geldt wel een uitzondering voor landbouwers: zij mogen beperkt water capteren voor het eigen vee of gewassen.
Limburg
In Limburg geldt het captatieverbod voor 80 procent van het provinciaal grondgebied. Waarnemend gouverneur Michel Carlier laat weten dat het captatieverbod een impact zal hebben op de landbouwsector, al gelden er wel een aantal uitzonderingen. Zo geldt het captatieverbod niet voor het beperkt capteren van drinkwater voor vee, van aanmaakwater voor gewasbeschermingsmiddelen en voor de productie van drinkwater.
Vlaams Brabant
Ook de gouverneur van Vlaams-Brabant stelt vast dat de toestand van verschillende waterlopen sterk is achteruitgegaan. “Op advies van de Droogtecommissie stellen we daarom een captatieverbod in op 13 waterlopen verspreid over de provincie”, zegt gouverneur Lodewijk De Witte. Er werd in dezelfde uitzonderingsmaatregelen voorzien als in de provincie Limburg.
De provincie heeft via een kwetsbaarheidskaart de waterlopen opgedeeld in ecologisch zeer kwetsbaar, kwetsbaar en minder kwetsbaar. Die opdeling bepaalt de strengheid van de beschermingsmaatregelen. De kwetsbaarheid wordt bepaald door de aanwezigheid van vissoorten. Een ander onderscheid wordt gemaakt op basis van het type waterloop. Kleinere stroomgebieden met een beperkt debiet ondervinden meer impact van droogte dan grotere waterlopen.
Antwerpen
In de provincie Antwerpen werd op 8 mei al een captatieverbod afgekondigd in tien ecologisch kwetsbare stroomgebieden. Er mag wel nog een beperkte hoeveelheid opgepompt worden als drinkwater voor het eigen vee dat buiten staat en ook als aanmaakwater voor gewasbeschermingsmiddelen.
Het is uitzonderlijk dat er al zo vroeg op het jaar een oppompverbod moet worden ingevoerd. “Vorig jaar was dat pas begin juli maar door de extreme droogte moeten de gouverneurs al ingrijpen. Ze roepen de inwoners van hun provincie dan ook op om zeer spaarzaam te zijn met water en geen drinkwater meer te gebruiken voor bijvoorbeeld het wassen van auto’s.
Water noodzakelijk voor voedselproductie
Boerenbond riep recent nog op om de land- en tuinbouwsector als essentiële sector te ontzien bij nieuwe beslissingen over droogtemaatregelen. De landbouworganisatie wijst erop dat water noodzakelijk is voor de primaire voedselproductie. “Het instellen van een captatieverbod treft de sector een tweede keer hard, want de landbouw voelt de impact van de coronacrisis nu al zeer sterk”, aldus voorzitter Sonja De Becker.
Het nieuwe normaal
Volgens hem moeten we lessen trekken uit de vroegtijdigheid van de verboden. “Net zoals bij de coronacrisis moeten we ook inzake het klimaat spreken van ‘het nieuwe normaal’”, aldus Meire. “We moeten met zijn allen de knop omdraaien en ons anders gaan gedragen. Op het vlak van water moeten we gaan naar een ‘supply driven’ maatschappij in plaats van een ‘demand driven’. We moeten meer water bijhouden wanneer het er is, voor minder intense teelten gaan op droge plekken en minder water laten afvloeien door verharding.”
Bron: VILT