2021 gaat voor veel akkerbouwers de boeken in als het jaar van phytophthora. Nat zomerweer na een periode van warmte heeft niet alleen voor een snelle groei van de aardappelgewassen, maar ook een hoge infectiedruk gezorgd. Voor gangbare telers was de bestrijding niet eenvoudig. Voor veel biotelers is het vooral zaak geweest van ‘redden wat er te redden valt’.
“De aardappelen zaten net in de snelle groei. Zonder een enkele bescherming was het op de vatbare rassen een feest voor de Phytophthora infestans-schimmel, de veroorzaker van de aardappelziekte”, legt specialist Geert Jan Kessel van Wageningen Plant Research uit. “De moeilijkheid zat dit jaar in het moment en de spuitstrategie. Bij een bespuiting is de plant in principe beschermd, maar omdat er nieuwe bladlagen kwamen, was bijspuiten soms wel nodig. Het gewas groeide harder dan er kon worden gespoten. Dat zorgde voor veel problemen. Als de infectie er eenmaal is, krijg je die er niet zomaar uit.”
Phythopthoradruk
Aardappeltelers hadden de afgelopen jaren weinig tot geen last van phytophthora. “Dit kwam door de hitte en droogte. Dit heeft er ook voor gezorgd dat de infectiedruk voor mijn gevoel dit jaar nog relatief laat was. Phytophthora moest vanwege de voorgaande seizoen van ver Redden wat er te redden valt komen, maar heeft vooral bij de vatbare rassen behoorlijk om zich heen geslagen door het slechtere zomerweer. De snelle groei van het gewas maakt 2021 tot een goed jaar voor de aardappel en tegelijk dus ook voor phytophthora, helaas.”
Loof afbranden
Veel biologische telers kozen er voor om vanwege de infecties zieke planten te verwijderen of het loof af te branden. “Vooral om nog meer schade te voorkomen. Het is de enige manier om eigen opbrengst, als die er überhaupt nog is, te redden of om verspreiding naar de buren te voorkomen. Vooral met een beetje wind verspreidt phytophthora zich over de hele omgeving.” Kessel legt hierin een parallel met de coronapandemie. “We spreken hier vaak over het R-getal, die de reproductie van het virus aangeeft. Ter vergelijking; phytophthora heeft een R-getal van ongeveer tien, dus is ook vele malen heftiger.”
Robuuste aardappelrassen
Met de inzet van zogenoemde robuuste aardappelrassen moeten er al belangrijke stappen worden gemaakt in de strijd tegen phytophthora. Bionext, de ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding in Nederland, heeft hierover het convenant ‘Robuuste aardappelteelt’ met de retail afgesloten. Doel is om meer rassen met resistentiegenen beschikbaar te hebben voor de biologische teelt. “Robuuste rassen hebben niet altijd, maar wel vaak de juiste resistenties. Dat heeft de opbrengst bij een deel van de biologische telers dit jaar net over de streep getrokken. Het is wel spannend geweest dit jaar. Je ziet namelijk een tweedeling. De vroege rassen zijn onderuit gegaan, terwijl bij anderen de meerwaarde van de resistentie duidelijk werd.” Onderzoek richt zich nu op het inkruisen van twee of meer resistenties. “Die moeten de rassen nóg robuuster maken”, aldus Kessel.
Indringen als scherp mes
Wetenschappers van de Wageningen Universiteit hebben eerder dit jaar de vinger gelegd hoe de ziekte de aardappelplant binnendringt. Joris Sprakel, hoogleraar Fysische Chemie en Zachte materie, is bij dit onderzoek betrokken. “We hebben ontdekt dat phytophthora met slimme trucs zijn buisvormige infectiestructuur kan aanscherpen om vervolgens door het oppervlak van de plant te snijden als een scherp mes. Met deze strategie kan phytophthora, zonder brute kracht en met minimaal verbruik van energie zijn gastheer infecteren. Dit is voor het eerst dat dit mechanisme aan het licht is gebracht en echt een fundamentele ontdekking.” De uitkomsten moeten aanknopingspunten geven voor vervolgonderzoek naar effectieve, efficiënte en duurzame bestrijding van phytophthora op termijn.
Dit betreft een artikel uit onze Akkerbouwkrant. De Akkerbouwkrant gratis thuis op de mat?
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Mark Verduijn